Sam Dillemans haalt schilder- en tekentalent uit de schaduw.

In twee jaar tijd deed hij zeventien Vlaamse academies aan, zocht anonieme kunstenaars op in hun holen. Met de oogst maakte hij de tentoonstelling Werken in de Schaduw in het Cultuurcentrum Mechelen (tot 20.2, Minderbroedersgang 5). Tot tweehonderd schilderijen en tekeningen van mensen die door de mazen van het kunstcircuit geglipt zijn. Niemand heeft ooit van hen gehoord, behalve Sam Dillemans. De gedreven Antwerpse schilder rekende het tot zijn missie om kwaliteit aan de bron op te sporen en te tonen. Zijn solo-initiatief verdient voortzetting, liefst beter omringd. Er is nood aan zo’n salon des refusés. Niet alle talent vloeit immers automatisch naar galeries, laat staan naar musea.

Dillemans zegt vanuit zijn schilderspraktijk te handelen: hij analyseert doeken ‘per vierkante centimeter’. Zeker verdient het aanbeveling, een hand van zeer dichtbij te bekijken. Maar vanaf een iets grotere afstand wordt het nog spannender: het gevoel voor kleuren en compositie, besef van materie, kennis van de geschiedenis van het medium, een krachtige visie op de wereld, een présence. Dat is heel wat en niet eens alles, het maakt een goed schilderij tot een zeldzaam ding. Zeldzamer alvast dan wat de overgrote meerderheid van Sams ‘refusés’ kan laten zien. Het is (kan het ooit anders?) weinigen gegeven, aan alle voorwaarden te voldoen en bovendien een sterk beeld te maken.

Zelfs al had Dillemans maar één ontdekking gedaan, dan kon z’n opzet al geslaagd worden genoemd. Welnu, hij toont een vrij opmerkelijke ontdekking en enkele interessante gevallen. Uit het noorden van Frankrijk haalde hij Stéphane Bordaire uit de schaduw. Een onaangepast mens, in de marge gesukkeld, een zwervend bestaan, gaat met galeristen op de vuist. Maar wat een schilder: picturaal vermogen, een hechte factuur, een subtiel gevarieerde verbeelding bij eenvoudige motieven als ‘pantoffels’, ‘een fles butagas’ (wanneer hij het koud had), een superbe ‘vaas met bloemen’ en een in de geest van Matisse opgevat ‘interieur’. Het is alsof hij zijn eigen ziel decoreert. Bij de schilders graag ook aandacht voor een serie van drie stralende ‘parklandschapjes’, prachtig gestructureerd met het paletmes door Nadia Lambrechts. Bij de tekeningen: de expressiviteit van Jan-Pieter Cornelis, de geraffineerde lijn en de intimiteit van Bertrand Bateman, de inslaande visioenen van de zeer jeugdige Nicolas Terrie en Liesbeth Van De Perre. Doe dat nog eens, Sam.

J.B.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content