‘Je kunt ook een balling zijn in eigen land’

Uit onvrede met het Frankrijk van Nicolas Sarkozy verhuisde de Frans-Senegalese schrijfster Marie NDiaye, winnares van de Goncourtprijs 2009, vier jaar geleden naar Berlijn. Daar spraken we met haar over haar nieuwe roman Drie sterke vrouwen, waarin voor het eerst Senegal een rol van betekenis speelt.

Marie NDiaye – Drie sterke vrouwen

Vertaald door Jeanne Holierhoek

Uitgeverij: De Geus/Oxfam Novib, Breda

Aantal pagina’s: 285

Prijs: 19,90 euro

ISBN: 978-90-445-1677-7

Als kind al leek het schrijverschap, dat thuis helemaal niet werd aangemoedigd, Marie NDiaye iets onmisbaars. Omdat ze ervan overtuigd was dat schrijven haar kon redden uit een werkelijkheid die te reëel en te ordinair was om in te leven.

‘Mijn vader stamde uit een arm Senegalees plattelandsgezin. Zijn moeder had veel kinderen. Toen mijn vader nog een baby was, schonk zijn moeder hem aan haar zus, die geen kinderen had. Maar die zus behandelde hem slecht. Hij trok later naar Frankrijk en trouwde er met de vrouw die mijn moeder werd. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik één jaar was. Mijn vader keerde terug naar Senegal en ik groeide samen met mijn broer op in de buurt van Parijs, bij mijn moeder, een lerares.’

De jonge Marie was een verwoede lezeres. Heel vroeg begon ze te schrijven en in 1985, toen ze achttien was, publiceerde ze bij Éditions de Minuit Quant au riche avenir, haar eerste roman. ‘Ik wilde dat de literatuur van mij iets speciaals en unieks maakte. Als kind had ik de indruk onzichtbaar te zijn. Zonder dat ik me daarvan bewust was, hoopte ik dat het schrijven me zichtbaar zou maken en me tegelijk zou beschermen.’

NDiaye heeft veel nagedacht over haar positie in de samenleving. Later, als volwassene en kleurlinge, voelde ze zich in Frankrijk – ook al deed dat geen pijn – op een objectieve wijze vreemd, ‘net zoals ik me als schrijfster vreemd voel in een samenleving waarin de meeste mensen geen schrijver zijn’.

Drie vertellingen
Vrouwen zijn de protagonisten, maar kinderen zijn de dupe in Drie sterke vrouwen, NDiayes laatste roman, die feitelijk een triptiek van drie vertellingen is. Kinderen zijn pionnen op het schaakbord van ouders die om uiteenlopende motieven strijd leveren met elkaar.

De roman is thematisch heel anders dan de voorgaande romans van NDiaye, die zich haast allemaal in de bekrompen sfeer van de Franse provincie afspelen. In Drie sterke vrouwen speelt Senegal, het land van herkomst van haar vader, voor het eerst een rol van betekenis.

In het eerste verhaal maken we kennis met Norah, een 38-jarige Parijse advocate die naar Senegal is gereisd om er haar autoritaire en aan lagerwal geraakte vader te bezoeken. In het tweede verhaal is het jongetje Djibril de speelbal van zijn gefrustreerde vader Rudy Descas. Die laatste is een leraar die als kind van Franse ouders in Senegal vreselijke dingen heeft meegemaakt.

‘Rudy is een interessant geval omdat je aan hem kunt zien dat iemand zich ook een balling in zijn eigen land kan voelen’, verduidelijkt NDiaye. ‘Rudy is een Fransman. In Afrika voelde hij zich werkelijk thuis, terwijl hij in Frankrijk helemaal ontworteld is. In Afrika genoot hij als leraar respect, maar in Frankrijk voelt hij zich nietswaardig. Hij is eigenlijk een heel normale man die door een overtreding plots uit zijn gewone baan is geworpen. Vanaf dat moment voelt hij zich een vreemdeling in zijn eigen leven.’

Senegal is ook het decor van het derde en laatste verhaal, over Khady Demba, een arme Senegalese vrouw met een onvervulde kinderwens. Als Khady’s man plots sterft, wordt de jonge weduwe verstoten door haar schoonfamilie. Ze valt in de handen van gewetenloze mensenhandelaars en wordt als een verminkte prostituee ergens in een Senegalese negorij gedumpt. Maar haar droom op een beter leven geeft ze niet op.

Het ongelukkige gezin is als inspiratiebron een goudmijn voor de schrijfster, erkent NDiaye, die daarmee de tolstojaanse stelling uit Anna Karenina onderschrijft dat gelukkige gezinnen geen boeiend thema vormen aangezien alle gelukkige gezinnen op elkaar lijken, terwijl elk ongelukkig gezin op zijn eigen wijze ongelukkig is.

Toch zou NDiaye in een van haar volgende boeken graag eens het tegendeel bewijzen: ‘Natuurlijk biedt het gezin interessant materiaal voor de schrijver. Daar vind je alles in het klein wat in de samenleving in het groot bestaat: liefde, intriges, macht, haat, tragiek. Toen ik jonger was, was ik van mening dat een verhaal tragisch moest eindigen om goed te zijn en dat tragiek een voorwaarde voor schoonheid was. Inmiddels besef ik dat dit niet klopt. Nu ben ik ervan overtuigd dat er ook gelukkige gezinnen bestaan. Over zo’n harmonisch gezin zou ik graag eens een mooie roman schrijven, want dat is een veel moeilijker opgave dan weer eens een vertelling over een ongelukkig gezin.’

Vulgaire seksisten
Goed afgelopen is ook het avontuur waarmee Marie NDiaye, haar man (de schrijver Jean-Yves Cendrey) en hun drie kinderen zich hebben ingelaten. Toen in 2007 Nicolas Sarkozy in Frankrijk tot president verkozen werd, verhuisde het hele gezin naar Berlijn.

In augustus 2009, kort voor ze de Goncourtprijs kreeg, werd de schrijfster in Berlijn geïnterviewd door het Franse weekblad Les Inrockuptibles. Dat interview sloeg in Frankrijk in als een bom, omdat Marie NDiaye toen voor het eerst sprak over het motief van de gezinsmigratie van Frankrijk naar Berlijn.

Ze noemde het Frankrijk van Nicolas Sarkozy monstrueus, vulgair en reactionair en ze klaagde dat Sarkozy van Frankrijk een wingewest van vermogenden en mannelijke seksisten had gemaakt. ‘Voor mij vertegenwoordigen die mensen een vorm van dood zijn, van afstomping’, zei de schrijfster toen over Sarkozy’s regeringsploeg.

Of ze inmiddels haar mening over Nicolas Sarkozy heeft genuanceerd? NDiaye vaart heftig uit: ‘Waarom zou ik? Het is er in de loop van Sarkozy’s presidentschap alleen maar erger op geworden. Elke dag is er een affaire. De schandalen stapelen zich op. Sarkozy heeft de waardigheid van de presidentiële functie ondermijnd. Hij kan geen onderscheid maken tussen zijn persoon en zijn functie. In Duitsland ziet bondskanselier Angela Merkel haar functie helemaal anders. In het openbaar valt Merkel helemaal samen met haar rol als kanselier. Sarkozy slaagt daar niet in. Als hij in het openbaar verschijnt, zie je geen president, maar een vulgaire, oninteressante man, vergelijkbaar met iemand als Berlusconi.’

Na drie jaar voelt de schrijfster zich prima in Berlijn: ‘Ik verkoos naar Berlijn te gaan omdat ik die stad kende van een eerste verblijf in 1993. Berlijn verkeerde toen in een slecht humeur. Elk weekend staken neonazi’s auto’s in brand. Maar de stad is intussen enorm veranderd, fysiek en mentaal. Nu is Berlijn een grote, internationale stad met een totaal nieuw karakter. Ik doe mijn best om Duits te leren. Ik vind Duits een moeilijke taal. Mijn drie kinderen spreken het beter dan ik. Hoe dan ook, Berlijn is een inspirerende stad die in mijn volgende roman zeker een rol zal spelen.’

Piet De Moor

Marie NDiaye Geboren op 4 juni 1967 in de Franse gemeente Pithiviers. Haar vader is Senegalees, haar moeder Française. Ze groeide op in een Parijse buitenwijk.

Debuteerde in 1985 met Quant au riche avenir. Schreef een twintigtal romans en toneelstukken. In het Nederlands verschenen behalve Drie sterke vrouwen ook de romans Lieve Familie, De tijd van het jaar en Rosie Carpe bij uitgeverij De Geus.

Verhuisde in 2007 met haar man en drie kinderen naar Berlijn uit onvrede met de verkiezing van Nicolas Sarkozy tot president.

Werd in 2009 onderscheiden met de Prix Goncourt voor haar roman Trois femmes puissantes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content