Walter Pauli

‘Uitspraken Stijn Meuris zijn niet onschuldig’

Uitgerekend in het weekend dat de Romeinse indignados in diskrediet raken door een handjevol extremisten, meent een opiniemaker te moeten oproepen tot meer geweld. Stijn Meuris had beter moeten weten.

Kop op de cover van Zeno, een van de weekendbijlagen van De Morgen, boven het hoofd van de zanger-opiniemaker: ‘Wanneer ontploft er hier nog eens iets?’

‘Ontploffen’ is niet noodzakelijk figuurlijk bedoeld. Meuris voelt zich ongemakkelijk bij het uitblijven van harder protest tegen de algehele verloedering.

Dus klinkt het zo: ‘Er ontploft niks. Na vier jaar politieke crisis is er nog altijd geen beweging opgestaan die zegt: “Wij steken die Reynders in de kofferbak. We ontvoeren hem.” Die mens is voor een aanzienlijk deel mee verantwoordelijk voor wat er gebeurt. Met zijn afstotelijke body language, zijn minachting voor alles en iedereen. Vroeg of laat moet er toch één halve zot zijn die zegt: “Het is genoeg geweest, ik rijd ernaartoe en neem hem mee?” Soms denk ik: was in godsnaam de Baader-Meinhofgroep maar terug.’

Ofwel gaat het om loutere verbale krachtpatserij, wat impliceert dat ook grote cover-interviews louter vermaak zijn: ‘Neem die man niet ernstig, lezer, hij laat zich gewoon eens gaan. En hij kan het nog zeggen ook.’ Uit de context van het interview blijkt echter dat Meuris zichzelf wel ernstig neemt en dat de krant dat ook doet. Dus doen wij dat ook.

Ook al omdat zijn woede zo herkenbaar is. Wie heeft zich de voorbije jaren níét blauw geërgerd aan de gang van zaken in dit land? Wie werd níét boos, zelfs razend? Maar razernij is geen goede bron voor publieke statements.

Men moet al weinig van zijn geschiedenis kennen om niet te beseffen dat zulke uitspraken gratuit noch onschuldig zijn. Meuris is ook net oud genoeg om de jaren zeventig te hebben meegemaakt. Toen Baader en Meinhof actief waren en met hun Rote Armee Fraktion Duitse industriëlen afknalden. Toen de Italiaanse Brigate Rosse politicus Aldo Moro inderdaad in een kofferbak gooiden, van een Fiatje nog wel. Moro kreeg nog een retourtje: ook zijn lijk werd zo terugbezorgd. De man werkte nochtans aan een historisch akkoord tussen de Italiaanse christendemocraten en de communisten, maar clubs die de kofferbak als actiemiddel kiezen, willen weleens ongevoelig zijn voor politieke subtiliteiten.

Vervolgens escaleerde het politieke geweld. Het ‘hoogtepunt’ was de extreemrechtse aanslag op het station van Bologna in 1980 (Bologna stond bekend als een ‘rode stad’, dat volstond): 85 doden, meer dan 200 gewonden.

Er zijn ook recentere voorbeelden, dichter bij huis. Voor veel Nederlanders beantwoordde Pim Fortuyn destijds perfect aan het portret dat Meuris dit weekend van Reynders schilderde, met zijn ‘afstotelijke body language, zijn minachting voor alles en iedereen’. En Volkert V. speelde vervolgens op zijn eentje voor Baader-Meinhof. ‘De kogel kwam van links’, klonk het bitter. Dat verwijt zat links Nederland niet lekker, maar gezien de talloze haatberichten – over en weer, daar niet van – zat er wel een grond van waarheid in.

Wie zijn mening van de daken schreeuwt, staat in voor de gevolgen ervan. En bespaar ons dat Meuris’ visioen zich ooit zou voltrekken. ‘Een klein beetje oorlog’ is op zijn best een liedjestekst, een klein beetje Baader Meinhof bestaat niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content