Marleen Finoulst

Waarom artsen met een kanon op een mug schieten

Marleen Finoulst Arts en journalist

Artsen schrijven steeds minder antibiotica voor: de afgelopen 10 jaar is het antibioticaverbruik in ons land met een derde gedaald. Maar als ze nog worden voorgeschreven, blijken artsen te vaak breedspectrumantibiotica te kiezen. Daarvoor worden ze op de vingers getikt.

Dat blijkt uit een onderzoek over antibioticagebruik in de Europese Unie, waarvan de resultaten vandaag, op de ‘Europese Antibioticadag’ worden voorgesteld. Volgens auteur van het onderzoek en microbioloog Herman Goossens (Universiteit Antwerpen) zijn Belgische artsen zeer goed bezig door minder voor te schrijven, maar moeten ze nog leren de juiste middelen aan te wenden.

Het zijn immers vooral de breedspectrumantibiotica die resistentie in de hand werken. En precies dat is te mijden: wanneer de antibioticaresistentie verder uitdijnt, riskeren we ooit zonder te vallen, waardoor bacteriën weer vrij spel krijgen. Multiresistente bacteriën vormen nu al een ernstige bedreiging voor de chronisch zieken. Denk ook aan de ziekenhuisbacteriën, resistente kiemen die jaarlijks verantwoordelijk zijn voor 2000 tot 3000 sterfgevallen in ons land.

Druk Antibiotica werken niet tegen virusinfecties, waaronder griep en verkoudheden. Ze zijn evenmin nodig bij banale keelontstekingen, oorontsteking of bronchitis. Gebruik je ze toch, dan maken ze je niet sneller beter. Je krijgt hooguit diarree als frequente nevenwerking. Antibiotica hebben evenmin een effect op het ziektegevoel, daarvoor kan je beroep doen op pijnstillers en koortswerende middelen.

Toch worden antibiotica nog vaak in die indicaties voorgeschreven. Dat bleek in 2009 uit een typisch onderzoek van Test-Aankoop waarbij ‘nep-patiënten’ bij meer dan 100 huisartsen langsgingen met eenvoudige keelpijn (zonder ‘witte stippen’). Vier op de 10 artsen schreven antibiotica voor. Alleen als de ‘patiënt’ vroeg of dat wel nodig was, aarzelden ze. Weet de dokter niet beter? Toch wel. Maar de druk is nu eenmaal groot.

Patiënten willen geholpen worden, daarom gaan ze toch naar de dokter. Te horen krijgen dat het wel vanzelf zal overgaan en je beter wat kan rusten of hooguit een pijnstillertje neemt als nodig, ligt in veel gevallen moeilijk. Zat je daarvoor een half uur in de wachtzaal…? Veel artsen nemen de moeite om hun patiënt te overtuigen wat het beste is, maar sommige gaan gemakshalve in op de verwachtingen van de patiënt: een krachtig medicijn. Tot voor enkele jaren drong die patiënt overigens zelf aan op een antibioticumvoorschrift.

Onzekerheid
Dankzij jaarlijkse campagnes die waarschuwen voor antibioticaresistentie, staan ook meer patiënten kritisch tegenover het slikken van antibiotica. Het is mede dankzij die kritische houding – ‘dokter, heb ik echt wel antibiotica nodig?’ – dat het voorschrijfgedrag zo gedaald is. Ongetwijfeld een opluchting voor veel artsen die minder tijd verliezen in het overtuigen van hun patiënt. Resultaat: het gebruik daalt drastisch.

Als artsen dan toch nog antibiotica voorschrijven, dan gaan ze te vaak voor de krachtigere producten die mikken op het uitschakelen van zoveel mogelijk bacteriesoorten in één keer (breedspectrum). Een huisarts kan immers niet zien welke bacterie de infectie veroorzaakt, dat vraagt veelal bijkomend onderzoek (vb. een bloedanalyse of een keelwisser). Stel dat ze starten met eenvoudige ‘smalspectrum’ penicilline, dan bestaat het risico dat de patiënt binnen de week terugkomt, omdat de pillen niet werken. Slechte punten voor de dokter.

Mensen willen meteen goed geholpen worden: dat hoort bij het snelle, jachtige leven. Onzekerheid of afwachten wat het wordt, daar is zelden tijd voor. Veel artsen zwichten voor die druk. Om nog te zwijgen van het ‘worst case scenario’. Stel dat die bronchitis toch een longontsteking verdoezelt en je hebt als arts geen antibiotica voorgeschreven.. (huisartsen gaan niet voor iedere kuch een röntgenfoto van de longen laten maken en moeten met onzekerheid werken), in het slechtste geval belandt de patiënt dan in het ziekenhuis en overlijdt. Ook daarom wordt soms liever breder gemikt: men neemt liever het zekere voor het onzekere. Soms is het risico gewoon te groot (vb. bij oudere mensen met chronische aandoeningen).

Minder gebruiksvriendelijk
De farmaceutische industrie heeft hier ook een vinger in de pap. Eenvoudige penicilline, het beste smalspectrum antibioticum dat dus te weinig wordt voorgeschreven, wordt nog weinig gepromoot. Artsenbezoekers gaan voor die klassiekers de baan niet meer op; artsen worden in tegendeel om de oren geslagen met informatie over de nieuwste, breedste en gemakkelijkst te slikken antibiotica. Dat mist zijn effect heus niet.

Tenslotte is er de gebruiksvriendelijkheid: van penicilline moet je vaak drie, vier dikke pillen per dag slikken. Dat komt de therapietrouw niet ten goede: sla je te veel pillen over, dan werkt de kuur eenvoudigweg niet. De bredere en modernere antibiotica slik je weg in één tot twee keer per dag. Ongetwijfeld beter voor de therapietrouw.

Campagnes die waarschuwen voor verkeerd en veelvuldig antibioticagebruik: ze werpen langzaam maar zeker hun vruchten af, maar ze blijven noodzakelijk.

Marleen Finoulst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content