West-Europese Unie ontbonden na 63 jaar

De West-Europese Unie blaast na 63 jaar zijn laatste adem uit. Zo valt het doek over de oudste economisch-militaire alliantie in het westelijke halfrond.

De West-Europese Unie (WEU) is ouder dan de NAVO, maar zag met de komst van het Verdrag van Lissabon al zijn bevoegdheden overgaan naar de Europese Unie. De beslissing om de unie te ontbinden dateert van 31 maart 2010.

Militaire bijstand

De West-Europese Unie is op 17 maart 1948 in het leven geroepen door het Verdrag van Brussel. Van vijf stichtende leden groeide de organisatie uit tot een alliantie van tien vaste leden (België, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Spanje, Griekenland, Italië, Portugal en het Verenigd Koninkrijk), aangevuld met achttien partnerlanden en ‘observers’. Elk van hen is minstens ook lid van de EU of de NAVO.

Met de oprichting van de WEU beloofden stichters Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Benelux-landen in de begindagen van de Koude Oorlog elkaar militair te zullen bijstaan bij een externe aanval tegen een van hen.

Impasse

De komst van de NAVO – waarvan ook de VS en Canada deel uitmaakten – katapulteerde de WEU in een diepe impasse. Die wist ze enkel in 1984 even te overwinnen met de beslissing van de EU-lidstaten om hun eerste autonome militaire operaties toe te vertrouwen aan de WEU, weliswaar steeds in nauw overleg met de NAVO.

EU neemt over

Een en ander maakte de WEU lange tijd tot “de enige Europese organisatie met defensiebevoegdheden”. Daaraan kwam een einde in 2000 met het Verdrag van Nice: dat moest de EU meer op de kaart zetten als politiek-militaire wereldspeler.

Dus kwamen zowel de structuren, de militaire staf als de Petersbergtaken, een afspraak van de lidstaten van de WEU om hun conventionele strijdkrachten ter beschikking te stellen van de WEU, bij de EU terecht.

Wederzijdse bijstand

Sluitstuk van die afbouwende beweging was het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 in werking trad. Sindsdien beschikken ook de Europese lidstaten over een clausule van ‘wederzijdse bijstand’.

Toch is de WEU tot vandaag nooit volledig van de kaart verdwenen. Vorig jaar beschikte ze nog over een zetel in Brussel en een interparlementaire assemblee in Parijs. Samen waren beide organen nog goed voor zo’n 60 personeelsleden – onder wie zeven Belgen – en een totaal budget van 13 miljoen euro.

“Gedaan”

Donderdag is het echter onherroepelijk gedaan, bevestigde secretaris-generaal Arnaud Jacomet. In detail treden deed hij niet, al hekelde Jacomet wel het gebrekkige sociaal plan dat voorzien is. Ambtenaren van internationale organisaties hebben in geval van ontslag immers geen recht op werkloosheidsvergoeding in hun thuisland.

Aan de poort

“We zijn aan de poort gezet, allemaal, behalve enkele mensen die door een nationale delegatie of de Raad van Europa zijn opgevist”, bevestigde ook een van de laatste medewerkers.

Na de eerste juli blijft nog slechts een kleine cel met enkele personen over, die zich voornamelijk zal bezighouden met de verkoop van de gebouwen in Parijs en de uitbetaling van de resterende pensioenen. (Belga/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content