Windenergie zit in de lift als misschien wel de beste optie om op termijn met succes hernieuwbare energie te produceren.
Plannen voor windmolenparken schieten als paddenstoelen uit de grond. Omdat de competitie om ruimte op het land groter is dan op zee, wordt er vooral naar open water gekeken voor de plaatsing van windmolens. Vrees daarbij was dat de aanwezigheid ervan nadelen zou hebben voor dieren in het mariene milieu. Maar een studie in het vakblad Environmental Research Letters, gebaseerd op twee jaar intens onderzoek van windmolenparken in de Noordzee, doet die vrees – voorlopig – af als ongegrond.
Biologen waren vooral bang dat vogels te lijden zouden hebben van de wieken van de molens. Dat blijkt niet het geval te zijn, toch niet op populatieniveau, want het is evident dat er af en toe wel eens een slachtoffer valt. Jan-van-genten schijnen de windmolenparken te vermijden, terwijl ze voor meeuwen geen verschil maken. Aalscholvers zouden zelfs de neiging hebben zich te concentreren rond zo’n park.
Wat te maken kan hebben met een groter aanbod aan voedsel, want er zijn indicaties dat de aanwezigheid van windmolens gunstig is voor het bestand van vissen als kabeljauw. Zelfs bruinvissen zouden er, mogelijk om dezelfde reden van verhoogd voedselaanbod, verhoudingsgewijs sterk toe aangetrokken worden. (DD)
