De VRT-top houdt het maar beter bij zijn gespeelde verontwaardiging over de oprukkende politisering in plaats van te veel te morren over het plan-Bourgeois.

Als voogdijminister Geert Bourgeois (N-VA) VRT-topman Tony Mary volgende week aan de onderhandelingstafel de mond wil snoeren, moet hij maar twee woordjes in zijn geheugen prenten: deugdelijk bestuur. Sinds het mediadecreet de VRT in 1995 de facto omvormde tot een inmiddels bloeiend privé-bedrijf, heeft de openbare omroep van de Vlaamse overheid veel lusten en te weinig lasten gekregen.

Tony Mary mag graag verkondigen dat zijn bedrijf bij de meest transparante in het land behoort – doorgaans terloops verwijzend naar de controleurs van het Rekenhof wier hete adem hij in zijn nek voelt, of de auditoren van de Vlaamse Gemeenschap die hem aldoor lastigvallen. Maar meestal vergeet hij te vermelden dat het management van de openbare omroep een vrijwel onbeperkte macht kreeg voor het bepalen van de programmering, het vastleggen van het personeelsbeleid, het volstrekt autonoom beslissen met welke partners het in zee wil en het zonder inspraak van zijn aandeelhouders afsluiten van langetermijncontracten die de beheersovereenkomst van de VRT mijlenver overschrijden. Zonder een centje pijn. En dat is een luxe die geen enkele manager van een privé-bedrijf zich kan veroorloven.

Leg de beslissingsstructuur van de VRT naast de code-Lippens, de overigens behoorlijk milde code voor deugdelijk bestuur die de Belgische bedrijfswereld voor zichzelf heeft opgesteld, en de VRT scoort een onvoldoende over de hele lijn. De raad van bestuur kan de risico’s die het bedrijf neemt niet ‘op collegiale wijze inschatten’, want de langetermijncontracten met productiehuizen zijn ‘bedrijfsgeheimen’. De samenstelling van de raad van bestuur ís niet ‘gediversifieerd volgens bekwaamheden en kennis’, maar puur politiek. Het management geeft geen ‘accurate en gedetailleerde informatie’, en al zeker niet ‘álle relevante zakelijke en financiële gegevens’, want het voert verregaande onderhandelingen met strategische partners zonder de bestuurders daar zelfs maar van op de hoogte te stellen. Bovendien kunnen we de beheersovereenkomst, laat staan het maxi- of het minidecreet, bezwaarlijk een document noemen dat ondubbelzinnig en gedetailleerd ‘de verplichtingen, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden’ van de gedelegeerd bestuurder en het directiecomité vastlegt.

In het minioorlogje dat Bourgeois en Mary dezer dagen uitvechten, wordt dus vooral beslist of een belangrijk overheidsbedrijf de regels moet volgen die alle beursgenoteerde bedrijven van het land vrijwillig hebben onderschreven. Er is geen enkele bedrijfseconomische reden te verzinnen waarom het antwoord op die vraag nee zou kunnen zijn.

Frank Demets

Mag de VRT elementaire bedrijfsregels aan zijn laars lappen?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content