M.A.L. Waldron: what’s in a name?

M staat voor Mingus. De nukkige contrabassist, orkestleider en componist bij wie Waldron in de jaren vijftig het vak geleerd heeft. Mingus heeft hem op het hart gedrukt dat de zwarten in de States altijd het onderspit zullen delven. Hij heeft hem in nachtelijke discussies ook de ware liefde voor de muziek getoond. M is ook Monk, de meest bizarre en tegelijk de invloedrijkste jazzpianist van allemaal. ‘Monk was onze professor’, zegt Waldron. Zijn composities zijn nog altijd kleine raadseltjes voor iedereen die er zijn tanden in zet. Harmonisch bevreemdend en tegelijk zo logisch. En kraakhelder. Mal Waldron weet dat omdat hij vooral goed hoort. Monk is bij hem in goede handen, dat was onder meer duidelijk op het speciale huldeconcert in 1980 (te horen op de dubbele Soudscape-cd Interpretations of Monk). Waldron: ‘Toen ik Monks muziek voor het eerst hoorde in Mintons Playhouse, klonk me dat zeer vreemd in de oren. Maar elke beluistering bracht zijn muziek dichterbij en uiteindelijk is ze aan mijn lijf gaan kleven. Ik ben een echte gelovige geworden van Monks muziek. Voor mij is hij een van de allergrootsten.’ M is zeker ook Max Roach, de meesterdrummer met wie Waldron ook al in de jaren vijftig speelde en die tot vandaag een van zijn grootste muzikale sparringpartners gebleven is. In 1997 trad hij in deSingel in Antwerpen met Roach in de ring voor een adembenemend duo-concert. Dat concert is zopas op dubbel-cd uitgebracht onder de titel Explorations to the Mth Degree (Slam Records).

A staat voor Antwerpen. Niet alleen de plek van bovenvermeld concert, maar ook van Jazz Middelheim 1997, waar Waldron uitgebreid in de bloemetjes werd gezet ter gelegenheid van zijn tweeënzeventigste verjaardag. Aansluitend bij dat concert – met onder anderen Joe Henderson en Abbey Lincoln – maakte Waldron in een Antwerpse studio de cd Soul Eyes. Die plaat is vandaag jammer genoeg geschrapt uit de catalogus van BMG. A staat ook voor acteren, een merkwaardige hobby van Waldron. Op zijn vijfenzeventigste zegt hij: ‘Ik zou graag nog eens acteren in een film. Een serieuze rol, dat zou ik echt wel prettig vinden.’ Maar A staat ook voor Afro-Amerikaan, de ‘hybride zonder wortels’ (dixit Max Roach) die ook vandaag nog feitelijk gediscrimineerd wordt in zijn land. In de prettige melange van Brussel is het voor een man als Waldron beter toeven.

L is Jeanne Lee, de zangeres met wie Mal Waldron enkele jaren geleden de onsterfelijke plaat After Hours maakte (Owl Records). Lee was ook van de partij op het fameuze verjaardagsfeest op Jazz Middelheim. Zij waren een bijzonder sterk muzikaal koppel. Maar dat is nu helaas verleden tijd: Jeanne Lee is enkele weken geleden overleden aan kanker. L is Lady Day, de bijnaam die Lester Young bedacht had voor de jonge Billie Holiday. Toen Mal Waldron haar vaste pianist werd (1956), kraakte haar stem al lang. Hij bleef haar steun tot haar dood in 1959. L is tenslotte Steve Lacy. Een collega-expatriate in Parijs in 1965. Het eerste bindmiddel tussen Lacy en Waldron was de gedeelde fascinatie voor het werk van Monk (onder andere de plaat Reflections uit 1958). Ze hebben mekaar sindsdien nooit losgelaten, en als ze samen zijn, is ook Monk altijd van de partij.

Didier Wijnants

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content