In een land als België, waar de federale overheid alle belangrijke beleidshefbomen uit handen heeft gegeven en waar het algemeen belang en de onderlinge solidariteit niet langer vanzelfsprekende begrippen zijn, zal de samenhang tussen de verschillende gemeenschappen onvermijdelijk verder afbrokkelen. Die uitholling van de staat leidt bovendien tot de ontwaarding van de nationale politiek.

Wat dan overblijft, zijn in de woorden van professor Wilfried Dewachter ‘amechtige pogingen die op een tragikomische wijze de belgicistische handhavingsreflex illustreren’.

Een van die amechtige pogingen is het belgicaine voorstel om opnieuw een federale kieskring in te voeren. Die federale kieskring, zo wordt het ons verkocht, biedt de Vlamingen de kans om bij wijze van electorale bestraffing níét voor Franstalige kandidaten te stemmen – en andersom.

Vorige zaterdag was PS-voorzitter Elio Di Rupo aan de beurt om met een ‘ idée choc‘ uit te pakken: tweetalige scholen in Brussel en langs de taalgrens. Dat we daar niet eerder zijn opgekomen!

Er was een tijd, niet zo lang geleden, dat de Franstaligen, ondanks herhaaldelijk aandringen van de Vlamingen, de tweetaligheid van heel het Belgische grondgebied hooghartig afwezen. Degelijk onderwijs van het Nederlands was daarom in Franstalige scholen ook nooit een prioriteit.

Een van de naaste medewerkers van Di Rupo’s voorganger, Guy Spitaels, is de kleinzoon van de vooraanstaande Vlaamse socialist, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie en hoofdredacteur van het Nieuw Vlaams Tijdschrift, Julien Kuypers. Doch de kleinzoon van de auteur van Bergop, geschiedenis van de arbeidersbeweging in België ging in de jaren 1960 naar school in Brussel, in het Frans. Het hoofdstedelijke atheneum waar hij de humaniora voltooide, had de eigenaardige gewoonte om de leerlingen voor het vak Nederlands, ongeacht de geleverde inspanning, meteen de helft van de punten toe te kennen. Het onderwijs van het Nederlands werd in de Brusselse Franstalige scholen beschouwd als een buitenissigheid opgelegd door de overheid, waaraan voorts geen enkel belang hoefde te worden gehecht. Met als kwalijk gevolg dat de kleinzoon van Julien Kuypers – wat hij nu betreurt – niet in staat is de boeken van zijn grootvader te lezen, want hij spreekt geen woord Nederlands. Net als zijn gewezen baas Guy Spitaels, die aan universiteit van Leuven studeerde waar toen ook nog in het Frans werd gedoceerd, maar die nooit de moeite nam om er de taal van de inboorlingen te leren.

Volgens VLD-Kamerlid Luc Van Biesen, gewezen schepen van Onderwijs in de faciliteitengemeente Kraainem, is er de voorbije veertig jaar weinig veranderd.

In de Vlaamse faciliteitengemeenten bestaat de mogelijkheid om op kosten van de Vlaamse Gemeenschap Franstalig kleuter- en lager onderwijs te organiseren, weliswaar met een verhoogd aantal lesuren Nederlands. Volgens Van Biesen werden in die scholen de bijkomende lesuren Nederlands prompt vervangen door turnen, zwemmen, studie en opvang. ‘De wil om het Nederlands onder de knie te krijgen is haast onbestaande’, getuigde Van Biesen onlangs.

Vandaag zit de Franse Gemeenschap met een onderwijsprobleem dat vooral voor Brussel desastreuze gevolgen heeft.

Franstalige leerkrachten blijken immers niet opgeleid voor de omgang met anderstalige leerlingen. Vooral het Franstalige, hoofdstedelijke onderwijs is als gevolg daarvan de grote leverancier van laaggeschoolde werklozen.

Di Rupo is zich daarvan bewust en tracht, in naam van de belgitude en van de globalisering die de PS plots na aan het hart gaan, dat probleem voor een deel naar Vlaanderen te exporteren.

Maar de Franstalige ouders hebben de uitwisseling waar Di Rupo nu de mond van vol heeft, zelf al georganiseerd: ze sturen hun kinderen, net vanwege het tanende niveau van het Franstalige onderwijs, in drommen naar Vlaamse scholen. Die Vlaamse scholen in Brussel weten vandaag nauwelijks nog blijf met die Franstalige instroom.

Zou Elio Di Rupo weten dat die tweetalige scholen, en zelfs universiteiten, in werkelijkheid lange tijd hébben bestaan in Vlaanderen? Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A) kent zijn klassiekers en weet dat dit verleden heeft geleerd dat tweetalige scholen alleen de sterkste en de rijkste tot baat zijn.

Achter de voorstellen van Di Rupo schuilt evenwel de blijvende ambitie van de Franstalige partijen om bijkomende rechten te geven aan de Franssprekenden in de Vlaamse Rand rond Brussel. Want, zo schreef FDF’er Georges Clerfayt onlangs in Le Soir: ‘Elke burger heeft het recht te kiezen om al dan niet tweetalig te zijn.’ Alleen lijken de Clerfayts niet bereid de politieke en praktische gevolgen van hun keuze te dragen.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content