Onder Jacques Delen groeide Bank Delen uit tot de grootste onafhankelijke vermogensbankier van het land. Op 1 juli nam hij er afscheid als ceo. Een goede aanleiding voor een – zeldzaam – interview over zijn stiel en de hebzucht en afgunst van de mens. ‘De vermogensbelasting is een symboolbelasting.’

‘Is er nog ergens een vergaderruimte vrij?’ vraagt Jacques Delen (65). De vermogensbankier loopt drie hoog de brede marmeren trap op in het hoofdkantoor aan de Jan van Rijswijcklaan in Antwerpen, schuin tegenover de Expo waar jaarlijks de Boekenbeurs plaatsvindt. Nee, er is niets vrij. Het is druk bij Bank Delen, de grootste onafhankelijke vermogensbankier van het land. Vlak voor de vakantie willen veel klanten de stand van hun portefeuille bespreken en worden blijkbaar graag nieuwe financiële plannen gesmeed. Achter de gesloten deuren gaat het zonder twijfel over bedragen met veel nullen.

‘De vermogensbankier worstelt nog steeds met een probleem’, zegt Jacques Delen wat later in de uithoek van een grote zaal. ‘Een imagoprobleem. Onze stiel is omgeven door een zweem van mysterie. Mensen denken nog vaak dat hier complexe en exclusieve zaken gebeuren. Dat onze deur enkel opengaat voor de happy few met grote fortuinen. Dat wij met ingenieuze deals, waarvan de man in de straat alleen maar kan dromen, de superrijken nog rijker maken. Dat de vermogensbankiers leven in een bling-blingwereld. Ik kan je verzekeren, dat alles geldt niet voor Bank Delen. Wat wil je drinken, een watertje?’

Zou het niet kunnen dat vermogensbankiers als Bank Delen zelf bijdragen aan dat mysterie? Bijvoorbeeld omdat een interview met Jacques Delen een grote zeldzaamheid is? Dat geeft hij grif toe. En dat hij zo goed als nooit interviews geeft klopt ook, maar dat komt niet omdat de activiteiten van een vermogensbankier voor het grote publiek verborgen moeten blijven, zo zegt hij, wel ‘omdat bescheidenheid in onze genen zit. We willen gewoon zo goed mogelijk onze stiel uitoefenen. Daarbij is discretie van groot belang, vaak in de media staan, hoort daar niet bij. Bank Delen is een ploeg zonder vedetten.’ Nu kan zo’n interview wel, want er is een goede aanleiding: op 1 juli nam Jacques Delen afscheid als ceo, al blijft hij nog voorzitter van Bank Delen, dus helemaal weg is hij er ook weer niet.

Onder Jacques Delen is Bank Delen sterk gegroeid. In 1975 waren er bijvoorbeeld maar 5 werknemers, vandaag zijn er dat 280. Er is nu niet alleen een kantoor in Antwerpen, maar ook in Brussel, Gent, Roeselare, Hasselt en Luik. ‘Veel mensen weten dat niet’, zegt Delen, ‘en dat komt omdat wij steeds zeer bescheiden in het straatbeeld blijven. Bij ons geen schreeuwerige neonreclames aan de gevels. Zou ook niet passen bij ons karakter. Wij moeten het vooral hebben van mond-tot-mondreclame.’ Bank Delen beheert nu zo’n 20 miljard euro voor zo’n 20.000 klanten, dat is gemiddeld 1 miljoen euro per rekening, ‘maar we tellen ook veel klanten die 50.000 euro bij ons staan hebben’, haast Delen zich te zeggen. ‘Natuurlijk zijn ook zij welkom, ik kom zelf uit een niet-vermogende familie. We hebben respect voor iedereen.’

Wat houdt de stiel van vermogensbankieren in?

JACQUES DELEN: We zijn geen bankiers in de strikte zin van het woord. Een klassieke bankier ontvangt geld van de spaarder en biedt hem daarvoor een bepaalde rente. Dat geld leent de bankier vervolgens uit aan bijvoorbeeld iemand die een huis wil bouwen of kopen, ook weer tegen een bepaalde rente. Het verschil tussen de rente die hij aan de spaarder geeft en de rente die hij krijgt van de ontlener is zijn bron van inkomsten. Een vermogensbankier gaat heel anders te werk. We richten ons niet op bankkaarten of leningen, we focussen ons op het beheer van het geld dat klanten ons toevertrouwen. We beleggen het voor hun rekening in aandelen en obligaties zodat ze direct kunnen participeren in de groei van de economie en een hoger rendement kunnen halen dan met een spaarboekje of kasbon. En daarvoor ontvangen we een vergoeding. Dat is onze stiel.

Uw missie is dus de spaarder meer rendement te laten halen dan bij de klassieke bankier?

DELEN: Ja, als je wat geld hebt, dankzij sparen of bijvoorbeeld een erfenis, kun je grosso modo twee zaken doen. Een eerste mogelijkheid is dat je met die som naar een klassieke bank trekt en ze op een spaarboekje plaatst of in een klassiek financieel product steekt, zoals een kasbon. Dat is heel eenvoudig en dat is ook wat de meeste mensen doen. Dan ga je wel passief om met je geld en is je opbrengst ook zeer bescheiden.

Met de lage rente vandaag verdien je zelfs de stijging van de kosten voor levensonderhoud niet terug.

DELEN: Precies, je ontvangt nu minder dan 1 procent rente op een spaarboekje. Trek daar de inflatie van af, en als brave spaarder lijd je zelfs verlies. Er is ook een tweede mogelijkheid, je kunt ook op een actieve manier met je geld omgaan. Je investeert bijvoorbeeld in aandelen of obligaties. Dan kun je een hoger rendement halen, maar loop je ook meer risico. Nu zijn er mensen die van beleggen geen verstand hebben, of er ooit een slechte ervaring mee opdeden, of geen tijd hebben om er zich mee bezig te houden. Zelf beleggen is ook niet zonder gevaar, je gaat te vaak mee met een hype, panikeert te snel als de koersen dalen, of zet alle geld in op één aandeel en als dat dan crasht ben je alles kwijt, denk maar aan wat veel aandeelhouders van Lernout & Hauspie en recenter nog Fortis is overkomen. Om dat allemaal te vermijden, kun je een beroep doen op een vermogensbankier. Vergelijk het zo: als je ziek bent, is zelfmedicatie ook lang niet altijd de beste remedie. Wel, ook in de financiële wereld raadpleeg je het best specialisten, die met kennis, ervaring en de nodige koelbloedigheid je geld beleggen, met het oog op een beter rendement.

Wat mag een vermogensbankier vooral niet doen?

DELEN: De klant gouden bergen beloven. Hij mag niet zeggen dat de klant bij hem schatrijk zal worden, want dat is niet zo. Als de klant toch schatrijk wordt, wil dat zeggen dat er gespeculeerd is: je hebt bijvoorbeeld al het geld in één aandeel gestoken dat het fantastisch heeft gedaan. Dat is hetzelfde als naar een casino gaan en al je geld op het nummer 7 inzetten. Zo werken we niet. Er bestaan geen mirakels in de financiële wereld. We gaan niet voor snelle winst, maar hebben oog voor het resultaat op de lange termijn. Dat wil niet zeggen dat we niet naar opportuniteiten kijken. In de financiële wereld worden er dagelijks nieuwe producten gelanceerd. Ze werden met de jaren complexer, zodat het risico en het potentiële rendement voor de leek nog maar moeilijk in te schatten zijn. Wij trachten het kaf van het koren te scheiden.

Die vermogensbankier is er wel alleen maar voor de rijken?

DELEN: Maar nee, dat is een grote misvatting! Voor mij bestaan er geen twee werelden, ik maak geen onderscheid tussen rijken en niet-rijken. Echt niet. Voor mij is het eenvoudig: als onze inkomsten de kosten overstijgen, is een klant bij ons welkom.

En wat is concreet het minimumbedrag dat je op zak moet hebben voor de deur bij Bank Delen opengaat?

DELEN: De som van een comfortabele gezinswagen. Als je 40.000 euro spaargeld hebt, ontvangen we u graag.

Krijg je dan dezelfde service en haal je hetzelfde rendement als de meer gefortuneerden?

DELEN: Ja, dat is essentieel in onze werking. Vroeger gaven we aan onze klanten persoonlijk advies. Soms werd dat gevolgd, soms ook niet. Sinds 1990 zijn we overgestapt op discretionair beheer: de klanten geven ons een mandaat om hun geld te beheren. We gaan daarvoor eerst samen met de klant na wat zijn risicoprofiel is: wat is zijn kennis over geldzaken, moet hij leven van zijn spaargeld, welke tijdshorizon heeft hij voor ogen, enzoverder. Op basis daarvan kom je terecht in een van de vijf risicoprofielen, waarvoor we telkens een speciaal fonds hebben samengesteld: een klant die maar weinig risico wil lopen, zit in een portefeuille waar maximaal 30 procent belegd is in aandelen, iemand die veel risico kan en wil lopen, heeft maximaal 70 procent aandelen in zijn portefeuille. Dat brengt mee dat elke klant met hetzelfde risicoprofiel evenveel rendement haalt, of hij nu 40.000 euro heeft of 4 miljoen euro, of hij nu bij ons klant is in ons kantoor in Hasselt of in Roeselare.

Voor niets gaat de zon op, dus wat moet dat kosten?

DELEN: Naast de administratieve kosten betaalt de klant alleen beheerskosten en die zijn afhankelijk van het bedrag dat je bij ons belegt. Ligt dat onder de 1 miljoen euro dan betaal je 0,95 procent per jaar op de som die we beheren, boven de 2,5 miljoen is dat 0,50 procent. We rekenen geen in- of uitstapkosten aan en ook geen transactiekosten daarop, ook al beheren we de fondsen dynamisch: we kopen en verkopen aandelen en obligaties van de portefeuille en als we het nodig vinden drijven we bijvoorbeeld het percentage aandelen in een fonds op of bouwen we het juist af, binnen een vooraf afgesproken bandbreedte. De klant kan dat allemaal op de voet volgen, want hij heeft niet alleen minstens eenmaal per jaar overleg met zijn vermogensbeheerder, hij kan ook dag en nacht via onze site nagaan hoe zijn fonds precies is samengesteld en wat het rendement is. En hij krijgt bij ons ook nog juridisch en fiscaal advies, bijvoorbeeld voor erfenissen.

En zo word je de meest winstgevende bank van het land?

DELEN: Inderdaad, Bank Delen is zeer performant. We leiden de bank op dezelfde manier als we het geld van onze klanten beheren: als een goede huisvader, zonder grote pieken en dalen. Mijn filosofie is: als je jarenlang de derde best presterende bank van het land bent, zonder veel op te vallen, zonder speculatieve winsten, word je na verloop van tijd de beste van het land. We zijn steeds gegaan voor een gestage groei van het aantal klanten, van het totale vermogen dat we beheren en van onze winst. En dat lukt ons, sinds 2006 zijn al deze cijfers minstens verdubbeld.

U hebt dus de financiële crisis goed doorstaan, in tegenstelling tot veel andere banken die in een zware storm terechtkwamen?

DELEN: We hebben tijdens die crisis zelfs veel klanten gewonnen, omdat toen duidelijk werd dat we nooit onverantwoorde risico’s hebben genomen. Ons zijn de CDO’s ook aangeboden, de gestructureerde kredieten waarvan uiteindelijk niemand goed wist wat ze nog waard waren en waarmee heel wat banken geld en vertrouwen zijn kwijtgespeeld. We hebben ze nooit gekocht. Er werd ons daarmee wel een groter rendement voorgespiegeld, maar we vonden ze veel te complex.

Wist u dat het daarmee fout zou aflopen?

DELEN: Dat ze meer risico inhielden, wist ik heel zeker. Ik ken trouwens geen enkele familiale bank in Europa die in moeilijkheden is gekomen tijdens de bankencrisis. En weet u hoe dat komt? Bij familiale banken is de aandeelhouder nauw verbonden met het dagelijkse beheer en dus met de risico’s die de bank neemt. Elke beslissing in de bank heeft een invloed op je eigen centen. Bij grootbanken ligt dat anders: daar staan managers aan het roer die vaak een lossere band hebben met de aandeelhouders van de bank. Dat is een heel andere context. Dan worden risico’s genomen die je als familiale bank nooit zou nemen, al was ik zeer verwonderd over de omvang van de excessen bij die grootbanken.

Leefden die bankiers in een andere wereld?

DELEN: Ja, ze voelden zich verheven boven de economische realiteit. Ze dachten dat de economische wetten voor hen niet van tel waren. Veel bankiers zijn, los van hun hoofdtaak, om de winsten van de bank te verhogen, beginnen te speculeren voor rekening van de bank, met eigen activa en deposito’s van klanten. Enkele bankiers hebben zich laten meeslepen in een onderling opbod om nog meer winst te maken en werden opgejaagd door analisten en de markten. Ze hadden meer oog voor het goed van hun aandeelhouders en het algemeen belang moeten hebben.

Kan zo’n financiële crisis zich nog ooit herhalen?

DELEN: Er zullen zeker nog grote financiële crisissen voorvallen, dat hoort bij de mens.

Is de mens hebzuchtig?

DELEN: Natuurlijk, als er iets te verdienen valt, is hij er graag bij. In goede tijden laat hij zich meezuigen door de euforie, en omdat er steeds meer mensen dan op de kar springen, neemt het succes ook toe. Tot er plots iets gebeurt en iedereen weer wegloopt. Dan wordt de aversie ook weer overdreven. En dan is het de taak van de vermogensbeheerder om in alle tijden rustig te blijven. Daar hebben de meeste mensen het moeilijk mee, zeker als het over geldzaken gaat.

Is er veel jaloezie?

DELEN: Als iemand wat geld heeft, denkt men dikwijls dat die dat ofwel heeft gekregen, ofwel geluk heeft gehad, maar men ziet vaak niet hoe hard voor dat geld gewerkt is, welke zaken men er heeft voor moeten laten vallen, welke risico’s daarvoor genomen zijn. Er is zeker sprake van afgunst.

De Franse econoom Thomas Piketty beschrijft in zijn recente bestseller Le Capital au XXIe siècle hoe renteniers sneller rijk worden zonder iets te doen, dan mensen die hun inkomen moeten verdienen door te werken. Is dat verdedigbaar?

DELEN: Wat zijn renteniers? In mijn ogen zijn mensen die met werken een kapitaal hebben opgebouwd en daarop belastingen hebben betaald geen renteniers. Ze hebben gezorgd voor groei, werkgelegenheid en welvaart, en dus ook voor belastingopbrengsten. Het zijn ook vaak mensen die risico’s hebben genomen. Bovendien is de waarde van bezittingen steeds een momentopname. Heel wat vermogens hebben geleden onder de beurscrash van maart 2009 en het verlies is soms nog niet verteerd.

Steeds luider klinkt de roep om de vermogensongelijkheid onder de bevolking te verminderen.

DELEN: Ik meen dat onze wetgeving al een groot aantal fiscale regels bevat die inkomstenherverdelend werken, toch?

Niettemin hopen velen dat de volgende regering werk maakt van een vermogensbelasting.

DELEN: De vermogensbelasting is volgens mij een symboolbelasting. Ze wordt afgeschilderd als de zaligmakende oplossing om de lasten op arbeid te kunnen verminderen, maar de opbrengst van zo’n vermogensbelasting zal maar een fractie zijn van de vele miljarden die nodig zijn om de belastingen op arbeid – die naar omlaag moeten – te kunnen verminderen. In Frankrijk bestaat de vermogensbelasting en ze wordt fel bekritiseerd, onder meer omdat de kosten van inning niet opwegen tegen de baten en de economische schade groot is. Veel landen hebben om die reden de vermogensbelasting al afgevoerd, bijvoorbeeld Duitsland en Zweden.

U vindt zo’n vermogensbelasting geen goed idee?

DELEN: Worden vermogens vandaag al belast? Ja, ze worden al belast. Worden ze zwaar belast? Ja, ze worden zwaar belast. Er bestaan al allerlei soorten vermogensbelastingen, zoals de roerende voorheffing, belasting op het kadastraal inkomen, zegeltaks die je bij de notaris betaalt en noem maar op. Weet u, vaak liggen de winsten van een onderneming aan de basis van een vermogen. Welnu, die winst wordt al voor 34 procent belast, en als de winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders betalen ze er nog eens 25 procent belastingen op. Wat daarna nog overblijft, is het vermogen – en dat willen sommigen nog eens gaan belasten? De belastingdruk ligt in ons land al zeer hoog en onze fiscaliteit is uiterst complex. Is het verhogen van de belastingdruk en van de complexiteit van ons fiscaal systeem de oplossing? Dat durf ik te betwijfelen.

Wat is wel de oplossing?

DELEN: Luister, mijn vader is in 1904 geboren en heeft een hele reeks crisissen meegemaakt. Hij heeft mij altijd geleerd: ga niet te veel schulden aan. Als je te veel schulden hebt, heb je je lot niet meer in eigen handen. Dan kun je snel financieel geëxecuteerd worden. Zo zijn we opgevoed. Wij beheren onze huishoudens en vermogens rekening houdende met wat er kan gebeuren. Als het kan, leggen we een stuk opzij, dan sparen we wat voor later, voor als het minder goed gaat. En als onze inkomsten dalen, passen we ons uitgavenpatroon aan. De staat is ook een groot huishouden van ons allen samen, van u, mij, iedereen. Maar ze legt niets opzij als het goed gaat. Ze deelt uit wat ze ontvangt en vaak zelfs meer. De staat leeft te veel op de poef. Gaan we de politici ooit kunnen overtuigen dat ze de staat als een groot huishouden moeten leiden? Ik hoop het, maar kan u begrijpen dat ik daaraan twijfel?

DOOR EWALD PIRONET, FOTO’S FILIP VAN ROE

‘Ik ken geen enkele familiale bank in Europa die in moeilijkheden is gekomen tijdens de bankencrisis.’

‘Is het verhogen van de belastingdruk en van de complexiteit van ons fiscaal systeem de oplossing? Dat durf ik te betwijfelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content