Hubert van Humbeeck

De stap over de drempel van het jaar 2000 is dus gezet. De elektriciteit is niet uitgevallen, er zijn geen kerncentrales ontploft, atoomraketten bleven in hun opslagplaatsen, er vielen geen vliegtuigen uit de lucht en er kwam geld uit de muur en benzine uit de pomp. Religieuze fanatici achtten het moment niet gekomen voor een massale zelfmoord. Het jaar eindigde in een zee van vuurwerk. En ’s ochtends blafte de hond op hetzelfde uur als op elke andere, normale dag.

De tijd van het eindeloze terugblikken is daarmee voorbij, er mag weer vooruit worden gekeken. Dat kan bij ons in een stemming van voorzichtig optimisme. De economische vooruitzichten zijn goed tot uitstekend; het was tijdens de jaarwisseling al te merken dat er royaler werd gevierd. Voor de eeuw over goed 360 dagen helemaal rond is, zal ook blijken hoe de contouren van de modelstaat, die de regering het land heeft beloofd, eruitzien. We zijn dus in blijde verwachting, maar wat koopt een mens daar nog voor in deze wereld van globalisering?

Het nieuws kreeg in het feestgedruis niet de aandacht die het verdiende, maar het is daarom niet minder van belang: Boris Nikolajevitsj Jeltsin haalde het jaar 2000 net niet. De president van Rusland gaf er op 31 december de brui aan – voorzover hij dat zelf nog goed besefte. Hij maakte plaats voor zijn eerste minister Vladimir Poetin, die nu als waarnemend president in de beste omstandigheden de verkiezingen kan voorbereiden die hem haast zeker tot de opvolger van Jeltsin zullen maken.

De berekening is duidelijk. Met Poetin in het Kremlin zijn de potentaten die zich rond Jeltsin hadden verzameld – in Moskou spreken ze van de Familie – er zeker van dat ze ongestoord verder hun gang kunnen gaan. Ze laten zoiets daar niet graag aan het democratische toeval over.

Het Westen hield de loftrompet bij het vertrek van Jeltsin opvallend in de kast. Het ontbrak hem in het verleden nochtans zelden aan verbale steun vanuit, bijvoorbeeld, Washington en Brussel. Het duurde dan ook een tijd voor iedereen begreep dat de hofhouding van tsaar Boris een heel eigen inhoud gaf aan begrippen zoals democratie en vrije markt. Dat Jeltsin als politiek leider al jaren een karikatuur was, tot daar aan toe. Gênant was uiteindelijk vooral de nog nauwelijks verholen manier waarop zijn omgeving het land kaalplukte.

Nooit tevoren slaagde de georganiseerde misdaad erin om een land zo vlug en zo volledig onder controle te krijgen. Internationaal onderzoek leerde enkele maanden geleden nog hoe miljarden IMF-steun voor de Russische economie systematisch naar particuliere bankrekeningen werden afgeleid, volgens de meest geraffineerde technieken waarover de geldmarkt beschikt. Heel Washington stond erbij en keek ernaar – of kon het misschien gewoon niet verhinderen. Dat onderdeel van het marktdenken hadden ze in het Kremlin alvast snel onder de knie.

Voor Pjotr met de pet waren de bijna tien Jeltsinjaren daarentegen een catastrofe. De sanering van het versleten economische apparaat moet eigenlijk nog goed en wel beginnen. De Amerikaanse wonderdokters die Rusland even snel op het juiste spoor zouden zetten, hielden het na enkele maanden al voor bekeken. Veel Westerse bedrijven die een stukje van de gigantische koek wilden meepikken, kwamen van een koude kermis thuis. Ook de Belgische nutsholding Tractebel weet ondertussen wat het is om in de voormalige sovjetrepublieken zaken te doen.

Het trotse Rusland van de tot voor kort veelgeprezen Boris Jeltsin is nauwelijks nog meer dan een ontwikkelingsland. De arme reus is rijp voor een nieuwe dictatuur, maar hij beschikt nog wel over die verdomde kernraketten. Het koffertje waarmee die bediend kunnen worden, is nu in handen van de in feite volstrekt onbekende Vladimir Poetin, die populair werd met z’n genadeloze oorlog in Tsjetsjenië. Die strijd gaat overigens lang niet alleen om de politieke macht over een woest en koud berglandschap. Het is hem daar in de Kaukasus te doen om de controle over de olie in de ondergrond en het transport van die schat naar de geïndustrialiseerde wereld. Van die rijkdom wil elk een stuk, en liefst een zo groot mogelijk.

Om maar te zeggen: de wereld is op 31 december 1999 klokslag middernacht niet stil blijven staan. Hij draait verder zoals we dat gewend zijn. En hij blijft ook na het feestelijke vuurwerk helaas nog altijd een kruitvat.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content