Benno Barnard

Veel Belgen verdienen hun vaderland niet (2)

Benno Barnard Lees hier de columns van de Nederlandse dichter en essayist Benno Barnard.

Tweede deel van Benno Barnards belgicistisch-flamingantische analyse van dit land naar aanleiding van de nationale feestdag.

Een en ander brengt me op het separatisme. Natuurlijk schuurt de Nederlandstaligheid in dit land dagelijks langs de grote slijpsteen van de Franse cultuur, maar juist daarom ben ik een voorstander van het bestaan van België. Ik begrijp met de beste wil van de wereld niet waarom de Vlamingen altijd maar klagen over België en nooit eens de onmiskenbare voordelen van de nabijheid van die imposante Franse cultuur erkennen.

Ik kan het separatisme dan ook alleen maar als een freudiaans verlangen van de Vlamingen verklaren. Dat zit zo. Het oude België heeft over het hele land in de kranten als bijnaam La Belgique de papa. Wie dat België wil splitsen pleegt dus – minstens op semantisch niveau – een vadermoord: hij wringt papa de nek om. Papa wordt geïncarneerd door de koning. Moderne flaminganten willen je dan ook altijd weer overtuigen van het ondemocratische van het erfelijke koningschap. Mijn opvatting daaromtrent luidt dat de koning de enige Belgische politicus is die zijn ellebogen niet heeft moeten gebruiken voor zijn postje. Ik ben voor de monarchie, zeker de Belgische. Het voorrecht is mij beschoren geweest een paar keer met Albert van gedachten te mogen wisselen, en ik kan u verzekeren: hij kent echt uitstekend Nederlands. Beter dan vele van zijn Nederlandstalige onderdanen. Vive le Roi! zeg ik u. (Dat betekent: leve de koning.)

Maar inmiddels hebben we dus nog steeds geen regering. Om de Belgische situatie beter te begrijpen moet een buitenlander weten dat de onderhandelaars aan beide zijden van de taalgrens gekneveld zijn door extremisten.

Het probleem komt hierop neer, dat sommige Franstaligen een vorm van taalracisme bedrijven, maar dat zelf helemaal niet als schandalig ervaren, terwijl de Nederlandstaligen – rijker en gefrustreerder dan de Franstaligen – na anderhalve eeuw onderdrukking van het Nederlands inmiddels zelfbewuster zouden moeten zijn. Omdat ze dat, ondanks hun numerieke en economische overwicht, nog altijd niet zijn, zouden ze misschien beter naar een psychiater kunnen gaan.

Wat zou zo’n zielkundige tegen iemand als Bart De Wever zeggen, de leider van de grootste Vlaamse partij? De grootvader van deze door mij gewaardeerde historicus was een collaborateur, die van de nazi’s steun verwachtte voor de emancipatie van zijn gemeenschap. Hij werd na de bevrijding opgesloten. Dat is niet zo verbazingwekkend, geredeneerd vanuit Belgisch perspectief. Maar De Wever is met verhalen over Belgisch onrecht opgegroeid en dat verklaart de diepe emotionaliteit die schuilgaat achter zijn rationele argumenten voor een Vlaamse republiek.

Maar ook veel Franstaligen zouden misschien baat hebben bij enige psychiatrische hulp, vooral de Franstalige Brusselaars die zich de voorbije halve eeuw in de Nederlandstalige rand rond Brussel hebben gevestigd. Aldaar gedragen velen zich met een koloniale minachting jegens de inheemse bevolking, met als gevolg dat het gebied inmiddels voor tachtig procent Franstalig is. Als we in de Balkan waren, werden deze vertegenwoordigers van het ancien régime onverwijld aan lantaarnpalen opgeknoopt; het zijn slechte Belgen en als dusdanig objectieve bondgenoten van de separatisten, wat ze zelf niet eens in de gaten hebben.

In de krant stond een tijdje geleden te lezen dat Franstalige huiseigenaars in de zogenaamde ‘faciliteitengemeenten’ – zes aan Brussel grenzende dorpen waar de Franstaligen bepaalde taalrechten genieten – overwegen hun vastgoed te verkopen, aangezien de huidige communautaire problemen hun zielenrust verstoren.

In diezelfde krant stond een interessant bericht over Bart De Wever, waaruit ik leerde dat de loopbaan van deze politicus nog meer door zijn familie werd gehinderd dan ik al wist. Niet alleen torst hij de erfenis van die grootvader, ook heeft hij een zus en een broer. De zus woont in een Waals dorp en ontvangt daar een uitkering, iets wat schadelijk is voor een politicus die de ondoorzichtigheid van de Vlaamse transfers naar Wallonië aanklaagt.

De broer is net als Bart historicus. Deze Bruno De Wever nu heeft verklaard dat een uitbreiding van het Brussels Gewest met de faciliteitengemeenten – een strijdpunt van de Franstaligen – de sociologische realiteit zou weerspiegelen en dus bespreekbaar moet zijn. Was Bart De Wever een Hollander, het zou hem te moede zijn alsof zijn broer hem vroeg met een Duitser over de eigendomsrechten van zijn fiets te discussiëren.

Met dit voorbeeld hoop ik te hebben geïllustreerd dat het Vlaams-nationalisme een wezenstrek gemeen heeft met het protestantisme: omdat het de zuiverheid predikt, is het gedoemd telkens opnieuw intern verscheurd te raken.

Niet lang geleden was er een demonstratie van mensen die van België houden. Ons hele gezin stapte mee op, mijn Amerikaanse vrouw, mijn Franstalige zoon, mijn Nederlandstalige, uit een Indiaas weeshuis afkomstige dochter, en ikzelf, houder van een Nederlands paspoort. Het was een heerlijke middag, waarop van alles te zien en te beleven viel. Zo waren er veel kussende Vlaamse leeuwen en Waalse hanen. Ik persoonlijk verkies de haan, het enige beest dat op een mesthoop zijn evenwicht weet te bewaren; en aangezien het in wijn kan worden opgediend, drukt het ook beter de Belgische eetlust uit. Iedereen was wellevend; iedereen sprak Belgisch; iedereen verkoos een ietwat ingewikkelde werkelijkheid boven een gemakzuchtig samenlevingsmodel van een en dezelfde stam. Wat een aardig, onagressief volk zijn wij Belgen alles bij elkaar toch. Wij Belgen? Ja. Want voor België geldt deze raadselachtige en diepzinnige waarheid: het is een land van iedereen en niemand; het is een vaderland voor de vaderlandslozen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content