Vrije Tribune

Het speciale van de Shoah aan de stroom

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Piet De Moors verslag van een nieuwe Duitse studie over de Jodenvervolging in België in Knack van 25 mei maakt een paar sterke punten, maar gaat straal voorbij aan andere.Jan Bernheim

Piet De Moors verslag van een nieuwe Duitse studie over de Jodenvervolging in België in Knack van 25 mei maakt een paar sterke punten, maar gaat straal voorbij aan andere. Het is waar dat de regie van de deportatie vrijwel helemaal bij de Nazi’s lag. En het klopt dat de Antwerpse politie veel minder mensen heeft opgepakt dan de Parijse, respectievelijk 2700 en 13000. Maar waarom wordt er geen gewag gemaakt van de meest merkwaardige specificiteit van de gebeurtenissen in België: dat de deportatie van Antwerpse Joden bijna tweemaal vollediger was dan van Brusselse?

Hier volgen de cijfers:

Aantal Joden bij begin van de deportatie midden 1942
Antwerpen: 21.277 Brussel: 29.134

Totaal gedeporteerd
Antwerpen: 65 % Brussel: 37 %
Aangehouden tijdens grootschalige politierazzia’s
Antwerpen: 2.712 (13%) Brussel 484 (2%)
Op andere manieren gedeporteerd
Antwerpen: 52 % Brussel: 35 %
De Antwerpse ‘specificiteit’ bestaat uit twee grote onderdelen: de politierazzia’s en de overmaat van anders opgepakte Joden.
Indien de deportatie van Antwerpse Joden (65 % van hen werden weggevoerd) ‘maar’ even erg was geweest als van Brusselse (37%), dan zouden 6000 mensen niet omgebracht zijn, zo heb ik in het septembernummer 2007 van het tijdschrift Streven berekend.

Waarom zijn een overmaat van 6000 mensen ut Antwerpen omgekomen? Voor 2700 van hen omdat, anders dan te Brussel, waar de burgemeesters dit weigerden, het Antwerps stadsbestuur toeliet dat de politie voor drie grote klopjachten op Joden opgevorderd werd. Maar dan blijft nog een overmaat van 3300 slachtoffers te verklaren.

Er zijn meerdere hypotheses om de overmaat van niet door politieklopjachten gedeporteerden te verklaren. De meeste van die mensen werden later op hun onderduikadressen verklikt en opgepakt in individuele acties. In mijn artikel in Streven heb ik een aantal bijzondere risicofactoren voor deportatie uit Antwerpen kunnen uitsluiten, minimaliseren of hoogst onwaarschijnlijk maken. De van Mechelen tot New York en Buenos Ayres meest gangbare interpretatie is dat Antwerpen ‘rot’ was, verziekt door decennialange xenofobie en anti-joodse intoxicatie. Deze hypothese wordt gesterkt door het monumentale boek ‘Vreemdelingen in een Wereldstad’ van Lieven Saerens. Joden werden generaties lang weerzinwekkend voorgesteld ongeacht of ze kapitalist of socialist, intellectueel of diamantslijper, atheïst of Christusverwerper waren. Was de dodelijkheid van het Joods zijn in Antwerpen een schande of noodlot?

Mogelijk deels noodlot. Andere oorzaken kunnen immers de omvang van de Antwerpse overmaat milderen. Hebben meer Antwerpse dan Brusselse Joden zich in de allereerste fase van de deportatie gemeld voor Arbeitseinsatz in het Oosten, zoals de gegijzelde Vereniging van Joden in België hen opriep te doen? Niemand heeft dit tot hiertoe onderzocht. Een aantal als Antwerpenaren te boek staande Joden kunnen elders gearresteerd zijn, o.a. te Brussel, waarheen tien duizend van hen verhuisd zijn tussen 1940 en 1942, voor de deportatie begon. Die binnenlandse migratie was wellicht deels uit angst voor het bedreigende Antwerpse klimaat, maar lijkt ook door de bezetter bevorderd te zijn. Antwerpen moest misschien als ‘Germaanse’ stad prioritair Judenfrei gemaakt worden. Beide hypotheses kunnen door analyse en kruising van gegevensbestanden getoetst worden, maar daar bestaat blijkbaar weinig belangstelling voor. Antwerpen stoort zich niet aan de smet op zijn blazoen en te veel historici werken liever met woorden (qualitatieve gegevens) dan met cijfers (quantitatieve gegevens).

Hoe dan ook, de schrijnende Antwerpse overmaat is een ‘inconvenient truth’. Dat Antwerpens burgemeester Patrick Janssens in 2007 de diepe spijt van het stadsbestuur voor het politieoptreden uitsprak, was volkomen terecht. Het was helemaal niet ‘gratuïet en misplaatst’, zoals Bart De Wever toen met zijn pet van ‘goede Antwerpenaar’ stelde, met spierballen rollend ten behoeve van het uiterst-rechtse deel van zijn achterban. Ik verdenk hem er geen ogenblik van zelf een racist te zijn, en al verfoei ik die politieke uitspraak, hij had het recht ze te doen. Waar hij grondig fout zat, was met zijn pretentieuze bewering dat er niets speciaals was aan de Shoah aan de stroom en dat zijn stad alleen maar zoals alle andere de oorlog had ondergaan.

Door het ontkennen van de Antwerpse overmaat, onvergeeflijk voor een politicus-historicus, heeft hij de omvang van de Shoah aan de stroom geminimaliseerd. Op de keper beschouwd valt dit onder negationisme, en de klacht van de schrijver Pierre Mertens is gegrond. De Wever moet die uitlatingen herroepen, of zich verantwoorden.

En het ging van kwaad naar erger toen hij in een adem hekelde dat de Holocaust misbruikt wordt om Israels wandaden tegen Palestijnen te wettigen. (Voor alle duidelijkheid: het politiek uitbuiten van de Holocaust en de wandaden van Israel zijn reëel, maar hebben niets te maken met de omvang van de Shoah aan de Stroom ). Die laatste uitspraak van De Wever was eigenlijk hoogst merkwaardige als omkering van het Holocaustmisbruik: hij misbruikte de Israëlische politiek om de omvang van de Shoah in Antwerpen te ontkennen.

Onbekend verleden. Onverwerkt verleden. Onbegrepen heden.

Jan Bernheim, arts, emeritus hoogleraar VUB jan.bernheim@vub.ac.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content