Expo: Ensor ontmaskerd

150 jaar Ensor wordt op passende wijze in Brussel gevierd met Ensor ontmaskerd (**** oe).

150 jaar Ensor wordt op passende wijze in Brussel gevierd met Ensor ontmaskerd (**** oe).


Jubileum


James Sidney Ensor zag 150 jaar geleden, als zoon van een Engelsman en een Vlaamse, het levenslicht. Tijd dus om de aan Oostende verknochte einzelgänger te fêteren. En toch hebben we er tot in het najaar voor moeten wachten. De expo in Mu.Zee in Oostende was charmant, maar miste punch en precisie. Hét vuurwerk moesten we in het buitenland zoeken: eerst in New York (MoMA), en dan in het Parijse Orsay. Ten langen leste is de schilder van havengezichten, stemmige interieurs en het demasqué weer in eigen land op post. En stevig op post want straks opent nog Hareng saur: Ensor in confrontatie met hedendaagse kunst (MSK Gent en SMAK).


Vanuit het KMSKA ontstond het plan om een expo te organiseren – een evidentie daar het museum zich doorheen de jaren de grootste en de belangrijkste verzamelaar van ’s mans werk toonde. Ensor-onderzoeker Herwig Todts nam de leiding als curator van het evenement dat het KMSKA, BOZAR en ING verenigt.


Hevig fonkelen


Nog maar eens Ensor, de man en zijn kunst, uit de doeken doen, zonder in herhaling te vallen: ga er maar aan staan. Ja, we zien vele bekende stukken terug en toch is dit niet zomaar “Ensor verzameld”. Eindelijk mag de realist Ensor weer sprankelen: het waren de kleuren van de zee die hem uitdaagden, dat bewijst de reeks geïnspireerde zeegezichten. Het schilderkunstige craquelé, de verfslierten en de sporen van het plamuurmes zijn de getuigen van zijn picturale genie. Het valt op dat de zeegezichten hier meer te vertellen hebben dan in het museum: de context, het licht en de omgevingskleuren zijn bepalend. Het ensemble doet de rest.


Alle aspecten van het oeuvre passeren de revue, zonder ooit vermoeiend te worden. Tactische keuzes en selecties zijn onberispelijk. De belichting brengt het temperament van de meester naar boven: De oestereetster zagen we nooit heviger fonkelen. Meerdere werken genieten dit voordeel, waaronder ook de grote tekeningen – notoire lastpakken op dat vlak.


Deze expo behandelt zoals gezegd de complete Ensor en toont bijgevolg veel, maar blijft compact. Is grondig, volgt een duidelijke inhoudelijke lijn en legt via schetsen cruciale zaken uit de interne keuken bloot. De no-nonsense ontleding van verschillende thema’s aan de hand van voorbereidende tekeningen is bijzonder geloofwaardig. Todts legt graag de nadruk op schilderkunstige besognes, eerder dan op een ratjetoe van verhalen die altijd rond de maskerschilder fladderen. In een Knack Extra die aan Ensor gewijd werd, vertelde hij nog: “Hoe langer ik met Ensor bezig ben, hoe meer ik ontdek dat hij met stilistische problemen bezig was. Logisch ook voor een talentvol schilder met een lang leven.”


Over zijn psyche en zijn maskers vertrouwde hij ons toe: “(…)hij had een zeer pessimistische kijk op de mensheid. Die maskers zijn geen boosaardige mensen die zich verbergen achter een mooi gelaat, het is het omgekeerde. Hij verhult niet, hij onthult. Dat is naast de grote picturale betekenis, de volstrekt nieuwe expressieve functie die Ensor aan het masker geeft. Hij toont hoe de mens is, als een belachelijk, boosaardig, triestig wezen.”


Accidenteel parcours


Bepalende elementen van tentoonstellingen zijn de plaats, de opstelling en het uitgestippelde parcours. U zou eens moeten weten hoe gemakkelijk een goede Picasso naar de verdoemenis geholpen kan worden – 88 miljoen euro waard of niet. Het tentoonstellingsgebouw van ING blijkt roet in het eten te gooien. De ruimtes zijn niet heel erg groot, waardoor men bij een grotere expo diezelfde ruimtes moet opdelen, en er een parcours van gangetjes, doorlooppassages en trappen ontstaat. Grote werken zoals De oestereetster en De intrige lijden onder die claustrofobie. Het KMSKA of BOZAR konden met hun eigen infrastructuur deze schoonheidsfout voorkomen hebben. De tijdelijke sluiting van die eerste en de overvolle agenda van die tweede zijn de redenen hiervoor. Zonde!


Schijn bedriegt


Todts concipieerde met Goya, Redon, Ensor. Groteske schilderijen en tekeningen vorig jaar een moeilijke, bewerkelijke, ambitieuze maar ook kwalitatieve wandeling doorheen het schemerige oeuvre van de weerbarstige schilder. Een argeloze passant zou wat Ensor ontmaskerd betreft, misschien kunnen beweren dat dit makkelijker is, en evenzeer als een bloemlezing beschouwd kan worden. Toegankelijker is deze expo zeker, maar volgens ons even moeilijk, misschien wel moeilijker om te maken. Achter de ogenschijnlijke eenvoud schuilt metier en denkwerk. Eén van de sterktes van deze expo is de reeds aangehaalde grondigheid waarmee essentiële thema’s via tekeningen en schetsen gedeconstrueerd worden. Dat alles mooi laten ogen kan alleen het werk zijn van een doorwinterde tentoonstellingsequipe.


Dit is sereen, stevig en klassiek. De verhelderende video met een opmerkelijke getuigenis van Marcel Maeyer, oud-conservator van het KMSKA, is een meerwaarde. De leuke kinderhoek is dat ook. Is Ensor bij deze ontmaskerd? Het is een ambitieuze titel, en een schier onmogelijk doel. Op het Koningsplein doet men er een geloofwaardige en goed doordachte gooi naar. Definitief is overigens een ongebruikelijk woord in wetenschappelijke kringen.

Ensor ontmaskerd
Tot 13 februari
ING
Koningsplein
Brussel
Website
N.a.v. het jubileum maakte men de filmische documentaire Les Ensortilèges de James Ensor. Cineasten zijn Nora Philippe en Arnaud de Mezamat. (Abacaris Films en Gemsel Productions)

Matthias Depoorter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content