De Nederlandse kunstenaar Renzo Martens stampte in het Congolese regenwoud een kunstcentrum uit de grond. Plantagearbeiders maken er sculpturen voor de wereldmarkt. Hun eetbare kunstwerken zijn nu te zien in Amsterdam en Berlijn.

Kritische kunst kaart maatschappelijk onrecht aan, maar ze slaagt er niet in om dat onrecht de wereld uit te helpen. Met zijn film Enjoy Poverty (2008) – bejubeld in Tate Modern in Londen, het Centre Pompidou in Parijs en het Stedelijk Museum Amsterdam – droeg de Nederlandse documentairemaker en kunstenaar Renzo Martens (41) een nieuw inzicht aan: slachtoffers van sociaal onrecht kunnen zelf voordeel halen uit hun situatie. ‘Maak van de armoede, die uw belangrijkste exportproduct is, een troef’, vertelde Martens in de film aan de plantagearbeiders die hij in het Congolese regenwoud ontmoette. Hij hielp hen fotoateliers op te zetten om hun ellendige bestaan zelf in beeld te brengen en aan de media te slijten. Hij moest hen leren de emoties van het westerse publiek te bespelen, door de meest schokkende en gewelddadigste taferelen uit hun dagelijks leven als verworpenen der aarde te tonen.

‘Emotie’ is ook een sleutelwoord in Martens’ volgende Congoproject, dat hij nu in Amsterdam en Berlijn exposeert. Uitgaande van het idee dat kunst de motor kan zijn van de algemene economische ontwikkeling van een achtergesteld gebied, heeft hij op een plek in het regenwoud, op zo’n achthonderd kilometer van Kinshasa, een kunstcentrum opgericht. Het is een van de initiatieven van het Institute For Human Activities, waarvan Martens de artistiek leider is. Het instituut, dat onder meer het Gentse KASK en het Van Abbemuseum in Eindhoven als partners heeft, wil in Congo de lokale kunstproductie inzetten om het leven van de bevolking te verbeteren. Martens spreekt in dat verband over ‘gentrification’ van het regenwoud, een term die doorgaans is voorbehouden voor opgewaardeerde woonwijken in westerse steden.

De lokale plantagearbeiders maken sculpturen die door Martens op de internationale kunstmarkt worden gebracht. De arbeiders-kunstenaars boetseren hun beelden in de rode klei uit het slib van een zijarm van de Congostroom. De beelden drogen langzaam in de zon. Omdat ze te broos zijn om te worden geëxporteerd, worden ze ingescand en tot 3D-prints gemaakt. In de mallen gieten meesterchocolatiers van het Nederlandse Patisserie Team de beelden vervolgens af in chocolade. De sculpturen kunnen daadwerkelijk worden geconsumeerd, maar zullen volgens Martens eerder als kunstwerken worden gekocht en gekoesterd door verzamelaars, gevoelig voor de emoties die uit de chocoladebeelden spreken. Die zijn zo sterk omdat de makers er hun hele ziel en zaligheid in hebben gelegd.

Martens rekent, enigszins onnavolgbaar, voor dat ‘de emoties 95 procent van de totale verkoopprijs van het product’ vertegenwoordigen. De rest is chocolade, van het soort dat deze arbeiders ‘al een eeuw lang leveren voor de globale markt’, zonder ooit één stap uit de armoede te hebben gezet. ‘Chocolade met hun gevoelens in plaats van die van de consument, levert hen duizend keer meer op,’ zegt hij overtuigd,’de hele toegevoegde waarde gaat naar hen.’

Een heilig dier

De arbeiders, werkzaam op palmolie- en cacaoplantages, hebben zich verenigd in een Cercle d’art des Travailleurs des Plantations Congolaises. Ze maken hun beelden op een geheime locatie in het regenwoud, nadat ze werden verjaagd uit hun oorspronkelijke atelier op een vroegere Unilever-plantage, nu eigendom van het verwante concern Feronia. Door Martens aangesproken over de reden van het wegsturen, had de bedrijfsleiding het in een kort telefoongesprek over ‘het aanzetten tot civil violence‘ en ‘distraction of our management’.

Eerst waren de beelden zelfportretten, kleine koppen, maar later kwamen er ook levensgrote, aangrijpende sculpturen bij, waarvan Renzo Martens de achtergrondverhalen kent. Een giftige Cameleon bijt een grootmoeder, die lelijke pukkels op haar benen ziet verschijnen. Die kameleon, dat zijn wij, de nazaten van de kolonisatoren, volgens arbeider-beeldhouwer Thomas Leba. ‘Een kameleon verandert van kleur zoals de westerling van verhaal’, zegt Martens. ‘De kolonisator dwong de Congolezen om belasting te betalen. De enige manier om aan geld te raken, was werken voor de ‘compagnie’, voor Unilever. Dus moesten ze Frans leren en naar school gaan. Maar plots had de compagnie geen geld meer voor de school, en ze ging dicht. Nu zitten ze daar met een taal die ze niet meer kunnen gebruiken, en overleven ze met twintig dollar per maand.’

Samen met zijn vriend Daniel Manenga maakte Leba ook een beeld, zo groot dat het in twee stukken moest worden gegoten, The Lucky Day: ‘Op een dag kwam de grootmoeder van Thomas uit het water van de rivier en vond op de oever een heilig dier dat je geen kwaad mocht doen’, vertelt Martens. ‘Maar ze heeft dat dier gepakt en geslacht. Door dat te doen, riep ze een vloek uit over haar familie, maar zorgde ze er anderzijds ook voor dat haar familie voor vele generaties niets tekort zal komen. Door het slachten van dat dier, had ze welstand afgekocht.’

Renzo Martens heeft op de geheime locatie naast het atelier ook een conferentieruimte laten bouwen, waar seminaries en debatten doorgaan. Sjofele arbeiderswoningen zijn al omgebouwd tot prettige residentieruimtes voor internationale kunstenaars en critici. Intellectueel geschoolde kunstenaars uit Kinshasa werken mee aan de vorming van de plantagearbeiders. Het Van Abbemuseum uit Eindhoven exposeerde er al een deel van zijn collectie hedendaagse kunst.

In Congo wordt hardop gedroomd dat het er in het regenwoud straks toegaat zoals in Venetië, Amsterdam of New York. ‘Daar drinken de mensen cappuccino’s terwijl ze over kunst debatteren, en draagt die kunst dus bij tot een aantrekkelijk investeringsklimaat’, noteerde Martens in zijn dagboek.

Galerie Fons Welters, Amsterdam, tot 8 juni. KW, Berlijn, tot 7 juni. KOW, Berlijn, tot 26 juni.

DOOR JAN BRAET

‘Straks drinken ze cappuccino’s in het regenwoud terwijl ze over kunst debatteren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content