Een aantal weken geleden sprak Luc Coene in Trends over ‘het verschil in cultuur tussen Noord en Zuid’. Coene, tot voor kort kabinetschef van premier Guy Verhofstadt, is vice-gouverneur van de Nationale Bank van België. Zijn formulering is dan ook omzichtig.

Toch kan zijn bewering niet beter geïllustreerd worden dan door het vertrek van Mia De Vits als voorzitter van de so- cialistische vakbond ABVV. De Vits werd niet langer aanvaard door de Waalse vleugel. De FGTB nam het haar kwalijk dat ze financieel orde op zaken had gesteld bij het Brusselse ABVV. Sommige afdelingen, waar oud-trotskisten en gewezen communisten nog de plak zwaaien, ontzeggen de vakbondsvoorzitter elke controle op hun financiële beleid, dat vaak, op zijn zachtst gezegd, ondoorzichtig is.

Maar het grote geschil tussen De Vits en de Waalse FGTB draait rond de verschillende gevoeligheden – het fameuze verschil in cultuur – aan weerszijden van de taalgrens. Dat verschil weegt steeds meer op de verhoudingen tussen Noord en Zuid.

Toch lijkt het hier alsof Wallonië niet bestaat. Die indruk krijg je door de berichtgeving van Vlaamse kranten en omroepen over de jongste opiniepeiling van de krant Le Soir en de Franstalige omroep RTBF.

Terwijl hier druk werd gespeculeerd over de gevolgen van de mogelijke vooruitgang van het kartel CD&V/N-VA, het eventuele verlies van VLD en de te vrezen nieuwe winst voor het Vlaams Blok, werd veelal verzwegen dat Wallonië gedomineerd blijft door een PS met 39 procent van de Waalse kiezers achter zich. Ruim gedomineerd. De liberale MR van Louis Michel volgt met 25,1 procent op een straatlengte. Wat er ook mag gebeuren in Vlaanderen na 13 juni, in Wallonië blijft de PS achter de knoppen zitten. Voorzitter Elio Di Rupo kan, naargelang het hem uitkomt, zijn coalitiepartners kiezen.

Na de verkiezingen, houdt de regering ons voor, is het tijd voor het ernstige werk. Dan komen er onderhandelingen over de hervorming van de arbeidsmarkt, want de werkgelegenheidsgraad moet dringend omhoog. Tegelijk gaat de sociale zekerheid op de schop. Want op de uitgaven in de gezondheidszorg dient dringend een rem gezet.

Dat wordt een delicate opgave, want het zogenaamde Waalse probleem bestaat nog altijd. De cijfers die het Instituut voor de Nationale Rekeningen eind februari publiceerde, tonen aan dat Wallonië achterop blijft hinken. Vreemd genoeg besteedde niemand, behalve Danny Geerts van Ceder, de studiedienst van CD&V, aandacht aan die publicatie.

Van de inhaalbeweging waarop de Waalse regering zo prat gaat, blijkt helemaal geen sprake te zijn. Investeringen blijven achterwege. De werkloosheidsgraad lag de voorbije maand in Wallonië op 18, 4 procent. In Vlaanderen staan we op 8,3 procent.

Mocht Wallonië dezelfde werkgelegenheidsgraad bereiken als die in Vlaanderen, dan zou dat nagenoeg 150.000 banen opleveren.

Het primair inkomen per inwoner ligt in Vlaanderen ruim een kwart hoger dan in Wallonië. Zelfs na de aftrek van de hogere sociale bijdragen en belastingen en minder sociale uitkeringen blijft het beschikbaar inkomen van de Vlaming nog altijd 15 procent hoger. Intussen liggen de loonkosten in Vlaanderen, volgens de raming van Geerts, 5 procent lager.

Momenteel krijgt Wallonië bergen euro’s aan regionale steun van Europa. Daaraan komt in 2007 een einde. Wie daaraan zou twijfelen, moet verderop in dit blad maar het gesprek met Europees commissaris Frits Bolkestein lezen. Dat verlies moet worden gecompenseerd. Er wachten ons nieuwe transfers en communautaire rondes.

In die sfeer moet Paars aan het grote overleg beginnen. Met een PS die, om de woorden van oud-VLD-voorzitter Karel De Gucht te gebruiken, ‘een zware stoorfactor [is] in het federale België’. De Gucht weet waarover hij spreekt. Het was Di Rupo die zijn kop eiste, en kreeg.

Rik Van Cauwelaert

‘Wat er in Vlaanderen ook gebeurt, in Wallonië blijft de PS achter de knoppen zitten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content