Het zwaard van goud en liefde van M.M. Schoenmakers speelt zich, net als zijn trilogie Stroomafwaarts, in Zuid-Amerika af. Zeventien mannen proberen in het oerwoud een weg aan te leggen van hun dorpjes naar de dichtbijgelegen stad. Intussen wordt op het thuisfront alles klaargestoomd om hun terugkeer te vieren. Op diezelfde dag zal ook een diepvriescel ingehuldigd worden, die net als de weg naar meer welvaart moet leiden. Van die droom zal echter niet veel terechtkomen. Een na een keren de mannen naar huis terug met steeds andere verhalen over het mislukken van hun opdracht. Ook in de dorpen dreigen de feestvoorbereidingen vast te lopen. Een van de dorpshoofden, een “ontwikkelingsbevlogen” man, staat alleen tegenover de andere feestcoördinatoren. Ze zijn slechts moeizaam uit hun apathie te halen, schuiven hun verantwoordelijkheid voortdurend op andermans rug en zien de vooruitgang met sceptische ogen aan.

Bij de dorpsbewoners heerst eveneens verdeeldheid. De meest gewiekste zijn de ontwikkelingsprojecten gunstig gezind omdat ze er financieel wel bij varen. De armsten zien echter weinig veranderen en zijn domweg jaloers. Enkel in de roes van de alcohol kan de onenigheid plaatsmaken voor een blinde liefdesdrift.

Schoenmakers is er uitstekend in geslaagd de moeilijkheden te beschrijven waarmee “een slapende gemeenschap aan de rand van de wereld” te kampen heeft als de ontwikkeling toeslaat. Als vernieuwing enkel uit technische zaken bestaat, “blijft de ontwikkeling van de ziel achter”, zegt een personage. De auteur onthoudt zich van zo’n morele commentaar. Als alwetende verteller kruipt hij liever in de huid van zijn personages. Alle partijen laat hij afwisselend aan het woord, ook de perfide vertegenwoordigers van de vooruitgang. De ene koopt een dorpsbewoner om en maakt seksueel misbruik van een vrouw; de andere wil meisjes verleiden en heeft hiertoe een monumentaal bed laten overbrengen dat de dorpsbevolking de ogen uitsteekt.

Welke idealen de mens ook heeft, eigenbelang primeert, suggereert Schoenmakers. Die zwartgallige gedachte wordt dan wel verzacht door de humor waarmee hij grote en kleine gebreken beschrijft. Zijn toon klinkt vooral teder als hij het uitzichtloze bestaan van zijn vrouwelijke figuren evoceert.

Schoenmakers munt niet alleen uit door zijn karaktertekening en zijn inzicht in de ontwikkelingsproblematiek, ook de tropische natuur en haar invloed op het menselijke gedrag weet hij prachtig te schilderen. Een aanrader.

M.M. Schoenmakers, “Het zwaard van goud en liefde”,

De Bezige Bij, Amsterdam, 351 blz., 850 fr.

Agnès Van Emelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content