Onlangs was Maysam Al-Faruqi, doctor in de islamstudies aan Georgetown University, te gast in Tilburg en Leuven. Ze gaf er een opmerkelijk college over feminisme en islam. ‘De westerse invulling van mensenrechten is te individueel gericht.’

Tijdens ons allereerste gesprek maakt ze zich vrolijk over onze verplichte winkelsluiting op zondag. Een aantasting van de vrijheid, vindt ze. Mijn uitleg dat dit in oorsprong een religieus gelegitimeerde regel is, verankerd in het Bijbelse scheppingsverhaal, lacht ze vol verbazing weg: ‘Jullie leven toch in een geseculariseerd land? Wat betekent de scheiding van Kerk en Staat dan?’

Maysam Al-Faruqi, soennitisch moslima, weet wat grenzen overschrijden is. En kent de gruwel van een burgeroorlog, met religie als deel van de machtsstrijd. Geboren en getogen als Palestijnse in het multiculturele en multireligieuze Libanon, ging ze als moslimkind naar school bij de jezuïe-ten in Beiroet. Ze hield er een moeiteloos Frans, ‘de taal van de kolonisator’, aan over. Na studies economie en antropologie doctoreerde ze in islamstudies. Later ontmoette ze opnieuw jezuïeten op haar weg, bij haar aanstelling als gastdocente islamstudies aan Georgetown University, Washington D.C.

Ze merkt op dat het Westen veel te weinig ziet hoe pluralistisch de moslimwereld is. En dat wat moslims doen, lang niet altijd is wat de islamwet voorschrijft. ‘Het Westen identificeert de islam met terrorisme of intolerantie’, beseft ze. ‘Maar wat drijft mensen tot zelfmoordaanslagen? Hoe kunnen ze zo inhumaan worden dat ze bereid zijn onschuldige medemensen te doden? Dit alles heeft meer met politiek, geschiedenis en sociale toestanden te maken dan met de islam. Radicale, fanatieke groepen enten hun verzet op de breed levende frustratie wegens de bezetting van hun land, wegens vluchtelingenkampen als Sabra en Shatila, wegens Israëlische bulldozers enzovoort.’

Voelt u zich vooral moslima, Palestijnse, of vrouw?

MAYSAM AL-FARUQI: Moslim-zijn is de basis van iemands identiteit. Al het andere zoals geslacht, nationaliteit of etniciteit, is daaraan ondergeschikt. Dat is voor mij niet anders. Waarom zou mijn vrouw-zijn belangrijker zijn voor mijn persoonlijke identiteit? God heeft de mensen, man en vrouw, gelijk geschapen, als mensen.

Het debat over een mannelijk godsbeeld is de islam vreemd?

AL-FARUQI: Precies. Wij spreken wel vaak over God als Schepper in de hij-vorm, maar mensen kunnen over de natuur, over het zijn van God niets zinvols zeggen. Geen enkel werelds woord, gebonden aan tijd en ruimte, kan God beschrijven. God is voor de moslim absoluut transcendent, absoluut anders. God is dus niet mannelijk, niet vrouwelijk, geen vader, geen moeder… Voor de islam is er bovendien niets in de schepping dat goddelijk kan zijn of dat dichter dan anderen bij het goddelijke kan staan. De islam kent geen kerk, geen clerus, geen notie van het uitverkoren volk. Rechtsgeleerden spelen een belangrijke rol, en dat zijn – toegegeven – meestal mannen. Maar imams hebben niet de bijzondere status van mannelijke priesters in de katholieke Kerk. Imans zijn niet meer en niet minder dan voorgangers in gebed. Er bestaan vrouwelijke imams, die groepen vrouwen voorgaan in het gebed. Jullie kijken ook naar het vrijdaggebed met de zondag als dag des Heren als referentiekader. Maar voor ons is de vrijdag geen heilige dag, het is gewoon goed dat er op één dag in de week bijzondere aandacht is voor gemeenschapsvorming en gebed, en de islam legde dat vast op vrijdag.

U vindt dat wij met een sterk gekleurde bril naar de islam kijken?

AL-FARUQI: Jullie projecteren vanuit jullie ervaringen met de Kerk allerhande vooronderstellingen op de islam. Zoals de gedachte dat voorbehoedsmiddelen uit den boze zouden zijn. Of dat abortus absoluut nooit kan. In de islam is het huwelijk een contract tussen twee mensen, geen heilig sacrament dat wordt ingezegend door een priester. De islam bepaalt niet dat dit huwelijk principieel gericht moet zijn op kinderen. De beslissing daarover ligt bij beide partners samen. En mocht blijken dat een koppel om de een of andere reden niet aan kinderen toe is, dan wordt het gebruik van voorbehoedsmiddelen zelfs aangemoedigd.

Maar binnen de contractrelatie die een huwelijk voor moslims is, dient die beslissing wel in onderling overleg genomen te worden. Abortus is voor de meeste rechtsgeleerden mogelijk tot drie maanden in de zwangerschap, maar enkel om zwaarwichtige redenen. Geslachtsselectie is absoluut géén reden, en een argument als ‘wij kunnen momenteel onvoldoende zorgen voor dit kind’ evenmin.

Welke plaats heeft seksualiteit in dit mensbeeld?

AL-FARUQI: God schiep de mensen lichamelijk, en seksualiteit hoort daarbij. Het leven moet gevierd worden als eer aan God. Seksualiteit is daar deel van en is niet beladen met allerhande negatieve taboes. Maar seksualiteit hoort wel strikt tot het privéleven van beide partners. Moslims gaan heel gereserveerd om met informatie over hun seksleven. En seksualiteit is strikt gebonden aan het huwelijk. Losse flodders van relaties getuigen niet van fundamenteel respect voor elkaar. Ik zie bij mijn studenten in de VS dat vooral jonge vrouwen het slachtoffer zijn van dergelijke losse relaties. Ze durven niet te weigeren, ook al voelen ze zich er niet goed bij. Maar het maakt hen wel onzeker en kwetsbaar. En legt veel verantwoordelijkheid bij hen. Tienerzwangerschappen zijn problematisch.

U oordeelt streng over het westerse feminisme?

AL-FARUQI: De term is beladen. Hij is verbonden met kolonisatie en met een seculiere beweging die religie per definitie als een vorm van onderdrukking beschouwt. Mijn uitgangspunt ligt binnen de islam. Westers feminisme denkt vanuit de vrouw als individu. Maar mensen leven in netwerken van relaties, en dat brengt niet enkel rechten maar ook verantwoordelijkheden mee.

Westerse feministen kunnen best wat leren van moslimvrouwen. In de VS zie ik vrouwen die sterk vanuit hun individualiteit leven en werken. Baas in eigen buik, meester over seksualiteitsbeleving, de uitbouw van een succesvolle loopbaan krijgt voorrang op alles… Hun kinderen of ouders zijn daar het slachtoffer van. Bij ons beslissen huwelijks-partners samen over geboorteregeling en kinderwens. Bovendien heeft een uitgebreide familie in de moslimgemeenschap zo haar voordelen: de combinatie arbeid-gezin is een stuk makkelijker. Maar dan moet je wel in elkaars buurt willen wonen.

Wij vinden een westerse invulling van mensenrechten té strak individueel gericht. De sharia is onze basis voor mensenrechten. Westerse vrouwen begrijpen mijn verdediging van het erfenissysteem in de islam niet. Daarin wordt uitdrukkelijk vanuit relaties tussen mensen gedacht. Sinds de zevende eeuw bepaalt de islam dat vrouwen een deel van de erfenis krijgen, maar mannen krijgen wel het dubbele. Dat heeft met visie op verdeling van verantwoordelijkheid te maken. Kinderen zijn kwetsbaar en verdienen bescherming. Vrouwen dragen de fysieke last van de zwangerschap, de geboorte en de zorgtaken, en de mannen staan in voor de financiële verplichtingen. Als vrouwen in geldnood raken, hebben ze het recht om hulp te vragen aan mannen uit hun familie. Als vrouwen niet goed verzorgd worden, lijden ook de kinderen. Die zorgplicht rust bij de uitgebreide familie. Merk trouwens op dat vrouwen dus al heel lang recht op bezit hebben.

U maakt vaak een strikt onderscheid tussen cultuur en religie. Is die grens wel zo scherp?

AL-FARUQI: ‘Heel wat handelingen en gewoontes hebben vooral met cultuur en traditie te maken, zonder verankering in islamwetten of islamtheologie. Dat zie je goed bij talibanstrijders, groepen die ontstonden in de extreme omstandigheden van de Afghaanse vluchtelingenkampen in Pakistan. Een goede maatstaf om dat onderscheid te toetsen, is de vraag of bepaalde gebruiken in bepaalde regio’s enkel binnen één godsdienst voorkomen. In sommige streken delen joodse, christelijke en moslimgemeenschappen dezelfde, soms verwerpelijke, gebruiken. Denk maar aan genitale verminking.

Hoe kan verandering gerealiseerd worden?

AL-FARUQI: Moslimvrouwen weten vaak absoluut niet welke rechten ze hebben. Mensen verwijzen naar Koranverzen om handelingen te legitimeren, terwijl de Koran er geen uitspraak over doet. Denk aan de hele controverse rond kledingvoorschriften. Vrouwen dragen een hoofddoek uit identiteitsbevestiging en menen dat zoiets een religieuze verplichting is. Er is geen enkel vers in de Koran dat dit opdraagt, maar de islamwet bevestigt het wel. Moslimvrouwen moeten de vraag durven te stellen of die wet wel terecht is. Maar vergeet niet dat identiteitsbevestiging door kleding ook een vrije keuze kan zijn. Westerse vrouwen oordelen snel. In Iran dragen vrouwen de chador (zwarte mantel die het hele lichaam bedekt, nvdr), maar in datzelfde land zijn heel wat vrouwen hoogopgeleid en gaan ze uit werken.

Onwetendheid houdt veel inhumane gewoontes in stand. Verandering zal niet lukken als ze van buitenaf wordt opgelegd. Verandering kan wél als moslims bereid zijn terug te keren naar de bron, de Korantekst en de islamwet. En als moslims bereid zijn hun problemen zelf op te lossen. Willen ze een vrouwelijke arts kunnen consulteren? Oké, maar laat meisjes dan toe om een universitaire studie te volgen.

DOOR VEERLE DRAULANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content