Vergeet Antwerpen. Nergens op de wereld scoort het Vlaams Blok zo hoog als bij de Vlamingen in Zuid-Afrika. Dat bleek andermaal, op 13 juni. En toch. De jongste jaren zijn heel wat jonge Vlamingen zuidwaarts getrokken. Ze hebben volstrekt niets te maken met al die koloniale Blok-romantiek. Allemaal hebben ze hun redenen om vandaag in het Grote Land te zijn. ‘Hier hang je godverdomme aan de spenen van de wereld.’ Retour Antwerpen-Kaapstad, op zoek naar de waarheid.

(*) ‘Voorwaarts en nooit vergeten’, naar Bertolt Brecht.

INFO: www.vzwdreamcatcher.be

Met dank aan: Vlamingen in de wereld.

Welkom in die Kaap. Een meisje staat aan de rand van het strand, steekt steentjes in haar mond. En begint te schreeuwen. Heel luid. Tégen de oceaan op.

Wat een stad, Kaapstad. Zoals een stad móét zijn: groot, wild, mooi, chaos,… Het is niet moeilijk om hier verliefd op te worden.

Niet ver daarvandaan, vijf kilometer maar, in een van die ellenlange en verdoemde townships, staat een zwart kind zich te wassen. Naakt. In het slijk, aan de rand van de autosnelweg. Twee intens vreugdeloze ogen. Alsof ze in de toekomst gekeken hebben. Dit is Zuid-Afrika, een land op de rand.

Laat het nu net dit land zijn dat een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht uitoefent op ons. Hoeveel Vlamingen naar ginder geëmigreerd zijn, weet niemand. In elk geval: véél, een paar tienduizend.

Deels heeft het te maken met foute romantiek. Met uitgeweken oud-kolonialen die elkaar nog kennen van bij de Rotary Club in Lubumbashi. Met stiekem heimwee hebben naar apartheid, dat vooral. De grote muilen van ’t eigen volk Filip Dewinter en Frank Vanhecke, hebben hier de voorbije maanden campagne gevoerd. En dat loont. Bij de vorige verkiezingen stemde het merendeel van ‘ons volk’ bruin.

‘Maar’, zo vertelt een politicus ons, ‘niet alleen Blokkers drinken Zuid-Afrikaanse wijn. Voor heel veel oude Vlamingen blijft Zuid-Afrika het Beloofde Land. Het besef dat ze aan de andere kant van de planeet een taal spreken die verwant is aan de onze… dat doet het ‘m. Mijn vader zaliger wou altijd naar Zuid-Afrika gaan. Op zijn sterfbed zei hij: “Ik heb maar van één ding spijt: dat ik nooit naar ginder ben getrokken. “‘

Er is vandaag een heel nieuwe generatie Vlamingen naar het Grote Land getrokken. Oud-sportcommentator Jan Wauters, schrijver Tom Lanoye, tv-producent Karl Symoens… en vooral heel veel jonge mensen, waar geen lijn in zit. Of toch. Ze hebben totaal niets met die koloniale romantiek. Meer nog, ze walgen ervan. Ze stemmen uitdrukkelijk niét bruin. En allemaal hebben ze hun redenen om nu, vandaag, hier te zijn.

Lanoye zegt: ‘Ik hou van het land omdat er die voortdurende, politieke en maatschappelijke confrontatie is. Maar vooral: Zuid-Afrika heeft me ontzettend veel geleerd over Vlaanderen, België, én over mezelf.’

Dáárover gaat dit stuk. Afijn, lees:

Kaapstad, 28 april, 22.30.

Op het einde van ons gesprek zegt ze: ‘Schrijf asjeblieft dat Zuid-Afrika een fantastisch land is.’

Eénendertig is ze, Isabelle, een meisje uit Antwerpen. Ze lacht luid en veel. Ziet er heel gelukkig uit.

‘Ik werkte voor een touroperator gespecialiseerd in Zuidelijk Afrika’, vertelt ze. Drie jaar geleden kreeg ik van mijn baas de kans om enkele maanden in Zuid-Afrika door te brengen. Ik kwam hier in Kaapstad aan en… die berg, de oceaan, het was wauw. Eenmaal terug in België, heb ik onmiddellijk een terugreis geboekt. ‘Ik kom over drie maanden terug’, zei ik tegen mijn moeder. Maar ik ben nooit teruggekeerd. Crazy, ik weet het. Ik was dus ook met niets in orde. Toen ik hier zonder werk viel, ben ik zelfs naar Namibië- het dichtstbijzijnde land- moeten vluchten. Om dan als toerist terug te keren.’

Maar waarom allemaal? ‘Kijk, in België had ik alles. Auto op mijn achttiende, een mooi loon, een vriend met wie ik zeven jaar samen was. We waren net een huis aan het bouwen… (lacht een beetje schuldig). Niet dat we ooit ruzie gehad hebben – ik zie die gast nog altijd doodgraag. Maar alles stond zo vast, alles was geregeld: ik werkte, ging vrijdagavond uit, keek elke dag naar De Laatste Show. Dat had ik nog jaren kunnen volhouden. Maar ik wilde meer, mezelf bewijzen dat ik het op mijn eentje ook kon redden. Niet makkelijk. In Zuid-Afrika is volstrekt niéts geregeld. Hier is geen sociale zekerheid, hier krijg je geen dertiende maand,… Ga naar de bank voor een stomme verrichting en niemand weet er van toeten-of-blazen. Alles, maar dan ook alles, moet je hier zélf doen.’

Lachje. Ze wou, zegt ze dan, meer dan alleen maar naar innerlijke (on)rust zoeken, het waren ook de multiraciale vibes van de Kaap.

‘Ik woon hier doodgraag. Nogmaals: het is een fantastisch land. Maar ik stel mij vragen over wat ik zie. De contrasten tussen arm en rijk zijn zo absurd groot. Ik heb hier een tijdje bij een heel rijke Amerikaan gewerkt. Ik was zowat zijn wedding planner. Voortdurend moest ik feestjes organiseren: modellen inhuren, champagne-a-volonté, Jerry Springer die op bezoek kwam… een irreële wereld. Tot ik op een avond iets vreemds meemaakte. Toen ik naar huis wilde rijden, lag er een dronken straatjongen met zijn bovenlichaam vlak achter het linkerachterwiel van mijn auto. Wat ik ook probeerde, ik kreeg hem daar niet weg. Ik ben uiteindelijk terug in mijn auto gestapt. Een halfuur heeft het geduurd voor ik mijn auto uit die parkeerplaats heb kunnen manoeuvreren zonder over zijn hoofd te rijden.

In het begin krijg je de slappe lach van dat soort voorvallen. Maar daarna begin je na te denken. Over wie je bent. Na al die jaren Zuid-Afrika ben ik heel anders tegen de dingen gaan aankijken. En vaak gaat het over heel kleine, stomme zaken, hoor. Een tijdje geleden kreeg ik een aantal oude vrienden uit België over de vloer. Op een bepaald moment hadden ze een discussie. Iemand had een feestje georganiseerd voor vrienden en vroeg 100 frank inkom. De vraag was: kan zoiets of niet? Ik zat voortdurend te denken: waarover hebben jullie het toch? Dat zoiets banaals voor hen een issue kon zijn. Dat is zeker geen verwijt aan hen. Want drie jaar geleden had ik daar zeker mee over gediscussieerd. Alleen: nu niét meer, niét na al die jaren Zuid-Afrika. Begrijp je?’

Als we ’s avonds door de straten van Kaapstad rijden, merken we plots dat een zij-achterruit van haar wagentje helemaal weg is. ‘Ach, er is al honderd en een keer binnengebroken in mijn auto. Nu laat ik het niet meer herstellen. Iedereen mag er zijn arm doorsteken. En ik heb extra verluchting.’

Luide lach. En ze rijdt verder door de warme straten van Kaapstad.

Bloemfontein, 1 mei, 17.30

Liedje op de radio: Heyah mama, heyah mama.

Er zit een merkwaardig verhaal achter. Van een Vlaming die hier zijn Zuid-Afrikaanse droom regisseert. Ooit was Niels William een Vlaams zangertje, dat te weinig platen verkocht voor Tien om te Zien. Tot hij door het lot benoemd werd tot manager van de meidengroep K3. Verkocht de groep en trok naar Zuid-Afrika. Waar hij een exacte kloon van K3 uit de grond stampte: X4. Mét een blond, een ros en twee zwarte Zuid-Afrikaanse meisjes. In ’t Afrikaans, die wondermooie taal die de zwarten nog altijd pijn doet. X4 is een waanzinnig succes bij de blanke jeunesse dorée van Zuid-Afrika.

Heyah mama, West-Vlaamse commerçanten vinden overal een markt.

Langa, 29 april, 11.30

Zelfde land, ander verhaal.

‘Zot verklaarden ze me. Honderd keer heb ik moeten horen: “Je hebt een universitair diploma, alles wat je wil. Wat ga je dáár in godsnaam zoeken? Wees toch niet naïef. Dat is een druppel op een hete plaat. ” Kristien en Lea werken als vrijwilligers voor Golden Girls, een opvangtehuis voor 60 verwaarloosde en gehandicapte kinderen in de townships buiten Kaapstad. Kristien: ‘Toen ik als kind beelden zag van Afrika, dacht ik alleen maar: “Ik wil ontwikkelingswerker worden.” Vijf jaar geleden, in het kader van een stage criminologie, kreeg ik de kans om in een project voor straatkinderen in Zuid-Afrika te werken. Door een studie te doen over de achtergrondsituatie van de kinderen, zat ik bijna dagelijks in de townships. Zo heb ik Golden Girls leren kennen. De toestand was tien keer erger dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Kinderen die van de grond aten, in vuilbakken lagen… Echt ‘a place of horror.’ Het leven in de township bleek ook niet ongevaarlijk te zijn. Ik heb hier al wat meegemaakt, hoor: een pistool tegen de slaap, een carjacking, een bomexplosie… Natuurlijk twijfel je dan. Is het dat allemaal waard? Ja dus. Absoluut. Ik had al snel door dat ik hier het verschil kon maken, niet in België. Ik ben gebleven.’

Lea: ‘Het is onvoorstelbaar hoeveel warmte je terugkrijgt van die kinderen. Dat maakt het de moeite waard.’

Kristien: ‘Met een aantal vrienden, die ik nog kende uit mijn studententijd in Leuven, hebben we de vzw ‘Dreamcatcher’ opgestart, waarmee we fondsen werven om het project op een duurzame en structurele manier te ondersteunen. Intussen hebben we al 42 Belgische vrijwilligers gestuurd die zich onwaarschijnlijk hard hebben ingezet.’

Ze zwijgen even. Ze weten ook: een droom najagen, leven voor een ideaal, dat is heel mooi. Maar als meisje terechtkomen in een land als Zuid-Afrika, dat is nog iets anders. Tien jaar geleden was zowat iedereen ervan overtuigd dat de hele stinkboel van de apartheid gigantisch zou ontploffen. Er zou gevochten worden. Wit tégen zwart. En misschien ook wel zwart tégen zwart. En wit tegen wit. Maar er gebeurde niets. Tien jaar later zie je hier overal de littekens, de wonden van een bestel dat alles besmet heeft. En die apartheid, die is alleen op papier afgeschaft.

Lea: ‘Als wij met zwarte vrienden uitgaan, worden automatisch bepaalde zaken verondersteld. Vooroordelen. In ziekenhuizen krijgen wij automatisch een voorkeursbehandeling. Toen we met onze zwarte kinderen op het strand van Kaapstad wilden spelen, werden wij weggejaagd. Die apartheid leeft nog altijd heel sterk in de hoofden. Moeders vertellen dat door aan hun kinderen. Ik denk niet dat dat de eerste dertig, veertig jaar zal verdwijnen.’ Kristien: ‘Een tijdje geleden zag ik een jonge, blanke bedelaar langs de weg. Zwarten gaven hem dus geld. Hilarisch! Dat was zo’n raar beeld. Eerst dacht ik: zou die mens een thesis aan het schrijven zijn over ‘het leven van een straatkind’ of zo.’ (lacht)

Lea: ‘Dat is ook een stimulans voor ons: door met die zwarte kinderen om te gaan, leren we hen dat je niet bang moet zijn voor blanken en dat je een bijdrage kan leveren aan de multiculturele samenleving. Dat is al iets.’

Kristien: ‘De apartheid vind je ook tussen de zwarten onderling. Heel wat zwarten uit Congo en Angola zijn naar Kaapstad gekomen, want dat is De Beloofde Stad. Althans, dat werd hen gezegd. Dat heeft veel kwaad bloed gezet. “Jullie overvallen ze misschien, maar lopen het risico van doodgeschoten te worden in de sloppenwijken”, zeggen ze vaak. (zucht) Het leven in vele townships is bijzonder gevaarlijk geworden. Hoe dat komt? Door het enorm hoge werkloosheidscijfer, de beloftes van het ANC… Veel mensen zijn zwaar ontgoocheld in de partij. Er werd hen een huis, werk, elektriciteit… beloofd. De meeste mensen hier zijn zelfs niet meer gaan stemmen.’ Wrang lachje. Wat vinden hun ouders eigenlijk van hun vrijwilligerswerk? Kristien: ‘Mijn ouders staan honderd procent achter mij en m’n project in Zuid-Afrika. Ze zeggen altijd: “Als jij gelukkig bent, zijn wij het ook”.’

Paarl, 2 mei, 22.30

Wolken trekken samen boven Paarl. Gerommel. Onweer. Honderdduizend volt dondert naar beneden. De aarde krimpt.

In de lobby van een hotel praten we met Jef Valkeniers, oud-senator van de VLD. Wat hij in Zuid-Afrika doet?

Flashback. Het is 1977. De zwarte leider Steve Biko wordt doodgeschoten. De wereld in shock. Op dat moment stichten 142 mensen Protea, een club die de Vlamingen moet informeren over de voordelen van apartheid. Onder de stichtende leden heel wat politieke en sociale kopstukken: Valkeniers, Piet van Brabant, Karel Dillen, Herman Candries, André Vlerick, Lucienne Herman-Michielsen…. Uit de persnota van toen: ‘Onze nieuwsmedia nemen klakkeloos en kritiekloos de door de Russen verspreide informatie over Zuid-Afrika over. Dat daardoor een gedeelte van onze idealistische jongeren in deze propagandaval trapt, is begrijpelijk, omdat de jeugd al te gemakkelijk alles zwart-wit ziet en gaat menen dat de blanken in Zuid-Afrika de normale ontwikkeling van de zwarten in de weg staan. De vele landgenoten die Zuid-Afrika bezochten, hebben de tegenstrijdigheid tussen het veelal door de media opgehangen, ongunstige beeld van Zuid-Afrika kunnen vergelijken met de werkelijke toestanden ter plaatse. Zij stelden vast hoe de blanken zich inspannen voor de welvaart en het welzijn van hun niet-blanke landgenoten… ‘ Protea is altijd in haar eigen waarheid blijven geloven.

Nu, zoveel jaren later, heeft Valkeniers geen spijt van Protea, integendeel. ‘Natuurlijk niet! Waarom zou ik? Ik weet wel dat ze in de Belgische gazetten schrijven dat ik voor apartheid was. Maar apartheid, daar kún je niet voor zijn. Luistert, in 1964 ben ik voor het eerst naar hier gekomen. Om psychiatrie te studeren. Intussen wonen mijn kinderen hier, ik ben met een Zuid-Afrikaanse getrouwd. Wel, ik heb altijd goede relaties gehad met de zwarten. Het enige wat Protea wilde, was het land hervormen door dialoog. En terecht!’

Què? Toen Mandela aan de macht kwam, vreesde iedereen dat het land in elkaar zou storten. Nu blijkt die aparte democratie te werken. Valkeniers: ‘(ontploft bijna) Wablieft? Een miljoen mensen verloren hun job na tien jaar freedom! Vijftien miljoen mensen hebben niets! Maar intussen zijn een aantal ANC-kameraden wel biljonair geworden door schaamteloos in alle grote maatschappijen hun deel op te eisen. Dat zijn Russische toestanden! En dan die hele aids-problematiek. Vindt ge de manier waarop Mbeki daarmee omgaat, nog normaal misschien?’

Daarin heeft hij gelijk. Elke dag sterven in Zuid-Afrika 600 mensen aan aids. Meer dan 5,3 miljoen mensen zijn besmet met het hiv-virus. En de houding van de regering-Mbeki is op z’n zachtst gezegd dubieus. Vorig jaar verklaarde de opperman van Zuid-Afrika doodleuk ‘dat hij niemand kende die aids had’.

Valkeniers: ‘Hoe is het in godsnaam mogelijk? Peter Piot zegt mij: “Die man is de nagel aan mijn doodkist”. Nu heeft hij een minister van Volksgezondheid herbenoemd, die aids wil bestrijden met citroensap en kruidenthee. Onvoorstelbaar! Pure provocatie! En zo zijn er honderden voorbeelden te geven van dingen die hier fout lopen, en die in wezen niets met de politiek van het ANC te maken hebben. Maar als je daar als blanke over durft te klagen, ben je een racist. En waarom zwijgt iedereen? Ik begrijp het: België zit hier in Afrika in een moeilijke positie met de Congo. Maar ik zou ze nogal op hun numero zetten….’

Frenschoek, 2 mei, 14.30

Eerder op de dag.

Valkeniers neemt ons mee naar een klasje met jonge aidspatiënten. Een van zijn vele ontwikkelingsprojecten hier – hij is ondervoorzitter van de ngo Horizon 2007.

Aan de muur van het klasje hangt een portret van de senator zelve. Met de begeleidende tekst: Jef Valkeniers: ‘old minister of Belgium and major of Dilbeek’, 28 mei 2004.

‘Do you come from the land of mister Valkeniers?’, vraagt iemand.

Ja zeg, dat kunnen we niet ontkennen.

‘He is our godfather’, zegt ze dan. ‘He has done a lot of things for us. Euh, is it a big city, Dilbeek?’

-‘ A world city.’

Antwerpen, 28 juli, 19.05

Drie maanden later. Terug op het versleten continent. 13 juni is allang voorbij. Veel over het Blok gezeurd. Maar nog altijd niets van Zuid-Afrika begrepen. De waarheid kan soms verdomd complex in elkaar zitten. Praat met iemand en die zegt iets. Praat met iemand anders en die zegt iets compleet anders. De ‘Zuid-Afrikaanse waarheid’, wat is dat? Bestaat ze?

Met Tom Lanoye gebeld. Al jaren pendelt hij tussen Antwerpen en Kaapstad. Heeft er vrienden wonen, is verliefd geworden op het Afrikaans.

‘Maar’, zegt hij, ‘ik ga er vooral naartoe omdat ik af en toe aan de spenen van de wereld wil hangen. Alle gemeenschappen zitten daar samen, met alle navenante lasten én geneugten. Twaalf jaar geleden ben ik voor het eerst naar Kaapstad gegaan. Ik schaam mij wel eens als ik daar nu aan terugdenk. “Ik begrijp het, ik heb het gezien”, dacht ik toen. Nu, twaalf jaar later, heb ik het gevoel dat ik er steeds minder van begrijp. De problemen van Zuid-Afrika zijn de problemen van hier en nu. En de problemen van morgen als het over Europa gaat. Een vraag als: “moet een schrijver wel de politiek volgen?”, is in die context gewoon bespottelijk. Daar besef je pas hoezeer er hier in Vlaanderen gezeurd wordt. Om niets, vaak. Dat de zaken ingewikkelder in elkaar kunnen zitten dan een paar Vlamingen tegen een koppel Walen.

Er is nog een rare link met die streek waar wij vandaan komen. Het gebeurt soms dat mensen mij zeggen: “Er is een belangrijk Vlaams kunstenaarscollectief in het land. ” Achteraf blijkt dat dan een bus te zijn met lezers van ’t Pallieterke. (zucht) Als ik in Zuid-Afrika geprezen word als Vlaming, dan weet ik dat het om de verkeerde redenen is. Na al die jaren hebben wij nog altijd een zeer verwarde omgang met dat land. Twee voorbeelden, die eigenlijk alles zeggen. Eind jaren zeventig heeft de toenmalige BRT het bestel geleerd hoe je televisie moest maken voor die Volk – staatstelevisie, even manipulerend en censurerend als die van communisten en fascisten. En dan is er die hele Protea-historie. Ik vind het schandalig dat daar nog altijd schouderophalend aan voorbij wordt gegaan. Alsof het om een futiliteit ging, een voetnoot. Tot vandaag weigert men in Vlaanderen het apartheidsregime gelijk te schakelen aan een nazistisch regime. Om een of andere reden leeft hier de overtuiging dat het slechts ging om een bank of een bus waarop zwarten niet mochten zitten, maar dat er wel genoeg andere banken en bussen waren. Terwijl het een even racistisch, een even uitsluitend en uitbuitend bestel was als het nazi-regime. Toegegeven: in zijn moordzucht was het niet zo systematisch gek als het ging over de uitroeiing van minderwaardige rassen. Dat was nogal moeilijk: dan had men driekwart van Zuid-Afrika moeten uitmoorden, én dus alle supergoedkope arbeidskrachten die de blanke elite rijk maakten. Als iemand dat steunde en, zoals de Protea-leden, het niet eens nodig acht om zich achteraf minstens te excuseren… tja, blijkbaar vinden we dat minder erg dan iemand die zegt: ach ja, Hitler was zo’n kwaaie pee nog niet. Blijkbaar kunnen wij ons beter identificeren met geïntegreerde joden aan de Amsterdamse grachten dan met zwarten uit thuislanden en townships.

Dat zegt niets over de Zuid-Afrikanen, dat zegt alles over Vlaanderen. Wij kunnen niet omgaan met waarheid. Dat geldt overigens net zo goed voor ons Belgische verleden in Congo. Dat Louis Michel en de eerste burger van het land Herman De Croo een paar weken geleden bij een documentaire over de wreedheden van Leopold II in de bres springen voor het koningshuis, zegt alles. Andermaal moet de schijn hoog gehouden worden dat Leopold II een ‘visionair’ was, die alleen vanwege zijn succes werd bekritiseerd, niet om zijn moordende hebzucht. En dat van een landje dat pretendeert de scherprechter van de Verenigde Staten te kunnen zijn!

Sinds kort ben ik mij nog beter bewust geworden van de racistische onderstroom die je overal in Vlaanderen voelt. Een tijd geleden ging ik met mijn bejaarde vader eten in een van de betere restaurants in mijn geboortedorp Sint-Niklaas. Tot mijn verwondering zag ik Kaapse Wijnen op de wijnkaart staan. Ik spreek de baas daarop aan en die zegt: “Ik ben op de loop gegaan voor de apartheid.” Mijn hart sprong op. Na vijf minuten bleek dat hij op de loop was gegaan voor het einde van de apartheid (zucht). Dan volgen er discussies waar ik mij moeilijk kan beheersen. Omdat je dingen hoort die alles zeggen over onze beeldvorming van het hele zwarte continent. Die beeldvorming draait vaak op een racistische wensdroom, op regelrechte wishful thinking: het gaat heel slecht met die negers. Ze hebben er al dik spijt van dat die apartheid is afschaft!

Dat voel je zelfs in de media sudderen. Bij de viering van tien jaar democratie in Zuid-Afrika was het weer van dattum. Overal las je: “Het gaat economisch verschrikkelijk slecht met Zuid-Afrika. ” Terwijl de economie nog nooit zo heeft geboerd! De problemen liggen op het maatschappelijke vlak, en ze zijn torenhoog. Waarom moet dan worden gelogen over de economie? Het onderhuidse verlangen eist nu eenmaal dat alles slecht zou gaan. Elk jaar als ik vertrek, waarschuwen ze mij dat de Burgeroorlog gaat uitbreken. Terwijl de kans daartoe juist elk jaar afneemt. Ik begrijp het wel, hoor, die wensdroom. Zo willen we onszelf absolutie geven voor een systeem dat we 48 jaar gesteund hebben. Een bestel dat 48 jaar lang de wereld heeft wijsgemaakt dat een zwarte geen bedrijf en geen stad kan besturen, laat staan een land. Daarom heb ik zo’n problemen met mensen als Valkeniers en die oude Protea-kliek. Zij hameren- terecht- op de huidige problemen in Zuid-Afrika. Er zijn geen excuses voor de manier waarop Mbeki omging met aids, of voor het bevoordelen van de nieuwe middenklasse, ten nadele van de zwaksten… Maar Valkeniers en co praten nooit over wat wél is verwezenlijkt, en ook nooit over de huizenhoge schulden die het systeem achtergelaten heeft. Het aureool van het Grote Systeem moet overeind blijven, hé. Terwijl het apartheidsbestel even failliet was als het sovjetsysteem. Ik heb ooit een bedrag gelezen van 184 miljard rand schuld! Die erfenis is Zuid-Afrika nog altijd aan het afbetalen. De vruchten van uitbuiting en uitsluiting ook nog eens zélf afbetalen! Dat is een van de grote schandvlekken uit de recente wereldgeschiedenis – en weinigen weten daarvan.

Dat nu ook het Vlaams Blok daar campagne voert, shockeert mij. Na al die jaren, zitten daar blijkbaar nog hele families die denken: afwachten, het land zal door niemand anders dan door de elite van ons Volk bestuurd kunnen worden. Om later te zeggen: ” Ziedewel, we hadden het bij het rechte eind. ” Zoals de meeste Oostfronters nu ook nog altijd zeggen: “We hadden alleen te vroeg gelijk. ” Zo zijn er even weinig Protea-leden die hun vroegere steun betreuren. Integendeel, ze wachten verzuurd en koppig op hun groot gelijk: de ineenstorting van dat nieuwe Zuid-Afrika. Als die ineenstorting zich niet manifesteert in de werkelijkheid, creëren ze die alvast in de beeldvorming. ‘

Door Stijn Tormans

De ‘Zuid-Afrikaanse waarheid’, wat is dat? Bestaat ze?

Zuid-Afrika heeft me ontzettend veel geleerd over Vlaanderen, België, én over mezelf.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content