Klassiek: De angst van iedere sterveling (* * *)

De Mattheuspassie miste zijn catharsis niet, in de uitvoering van Octopus

Eén keer per jaar met z’n allen naar de concertzaal voor de Mattheuspassie van Bach. Het is een fenomeen. Geen enkel ander koorwerk is zo geliefd, trekt zoveel aandacht, zoveel volk, wordt zoveel beluisterd en gekocht als de Mattheuspassie. Muzikaal is ze zeker niet sterker dan de liefdevolle Johannespassie, maar ze is dramatischer, want ze gaat over verraad. En ze is monumentaler in haar bezetting -dubbelkoor en dubbelorkest- en lengte dan de Johannespassie, want ze is conflictueus. De aria’s zijn hits geworden – Erbarme dich voorop…. En toch blijf ik me afvragen of haar aantrekkingskracht niet ook te maken heeft met dat ene thema dat iedere sterveling aangaat: de angst voor de dood.

In de Mattheuspassie is de angst van Christus voor het sterven haast tastbaar. Hij vraagt zich of het onafwendbaar is, of de beker niet aan hem voorbij mag gaan… Hij is maar een mens. Hij voelt zich erg eenzaam in zijn laatste uren en vraagt zijn leerlingen bij hem te waken in de olijfgaard, maar ze vallen tot drie maal toe in slaap. Jezus ergert zich en voelt zich in de steek gelaten. Nadien wordt hij drie maal verloochend door Petrus. Hij is ontgoocheld en eenzaam. Moet hij zijn lijdensweg alleen afleggen? Moet hij zijn kruis alleen dragen? En dan, zijn laatste woorden: God, waarom hebt Gij mij verlaten? Het is allemaal erg menselijk.

In de rij achter mij zat een man pijnlijk adem te halen. Misschien had hij niet meer lang te leven? Wilde hij de Mattheuspassie kost wat kost nog horen? Zijn zwaar ademende aanwezigheid, afgewisseld met reutels die zelfs in mijn luchtpijp pijn deden, waren moeilijk los te koppelen van de wel erg bijpassende thematiek.

De uitvoering – Bachs versie uit 1736 – door Octopus kamerkoor (een verdubbelde bezetting van 80 koorleden, verdeeld in twee koren van 40), barokorkest (in twee groepen gescheiden met elk een eigen basso continuo) en 6 solisten, het geheel o.l.v. Bart Van Reyn, kende hoogten en laagten, maar de dramatiek was altijd voelbaar, de angst ruikbaar. Het koor dat voortdurend becommentarieert, de massa die het algemene gevoel weergeeft (afschuw, woede, compassie,…) is de hoofdspeler. Het koor bepaalt de hele sfeer, en gelukkig was dat koor vanavond in zijn beste doen. Het ging helemaal op in zijn rol, zeker naar mate de actie vorderde. In de koralen duldde dirigent Van Reyn geen getreuzel en dat werd vol discipline, vol gloed en met een heldere articulatie opgevolgd, voor een 80-koppig koor geen sinecure!

De geloofwaardigheid van Christus is vaak een heikel punt. In deze uitvoering kregen we gelukkig een juist ingestelde Christusfiguur, de uitstekende Britse basso profondo Graeme Danby, vooral bekend van zijn optredens in de Londense operahuizen. Hij zette een kwetsbare en tevens karaktervolle Christus neer die vanaf de eerste interventies de aandacht van het publiek wist te vangen. Wie ook enorm goed gecast was, was de Evangelist, gezongen door de Duitse tenor Ulrich Cordes die het vak leerde bij Christoph Prégardien, u bekend als bekendste ‘Evangelist’ op aarde. Het was Cordes duidelijk aan te horen dat hij in de sporen van zijn meester ging: een feilloze dictie, een intelligent betoog, een heldere frasering, geen dikdoenerij, geen fratsen, objectief en toch meeslepend.

Sopraan Liesbeth Devos bleek een minder goed gekozen stem om de dramatiek in de Mattheuspassie mee te dragen: te licht, te scherp in de hoogte, te weinig kracht in de diepte. Door opname-technische redenen ( de opstelling van de micro’s), denk ik, waren de zangers in het midden van het orkest opgesteld in plaats van vooraan, en ook dat bracht mee dat haar stem niet goed doorkwam. In haar aria Ich will dir mein Herze schenken dreef Van Reyn het tempo te hoog op voor haar kunnen, waardoor ze in ademnood raakte. In duo met de mezzo-sopraan Clare Wilkinson was goede wil niet voldoende om twee totaal uit elkaar liggende timbres mooi te doen versmelten.

Maar zoals gezegd, de uitvoering kende hoogten en laagten. Het samenspel tussen solisten en orkest(en) vertoonde in het eerste deel wat gebreken. Bijvoorbeeld de tenoraria met tweestemmig koor Ich will bei meinem Jesu wachen was geen hoogvlieger. Het koor was heel goed, maar hobo, fagot en tenor Pascal Pittie konden elkaar niet vinden in schoonheid en tempo. Bij bepaalde tekstfragmenten mochten wat mij betreft de strijkers ook net iets bitterder inhakken op de snaren. Wat niet kon beletten dat ik deze avond enorm genoten heb, vooral in het tweede deel toen in het vuur van de vertelling iedereen aan zelfvertrouwen en durf won en het titanenwerk van Bart Van Reyn echt vruchten afwierp. Ik heb prachtige instrumentale solo’s gehoord: de cello’s en de traverso voorop. En niet te vergeten de viool in het Erbarme dich dat Clare Wilkinson zong. Dit duet was een kippenvelmoment. Hij speelde, zij zong, en samen waren zij de kwetsbaarheid zelve en was er troost voor de angst van iedere sterveling. De Mattheuspassie bewees maar weer eens haar catharsis-functie.

Greet Van ’t veld

Gehoord in het PSK in Brussel op 23/4: de Mattheuspassie van Johann Sebastian Bach, door Octopus Kamerkoor (dubbel bezet), Octopus barokorkest en solisten Ulrich Cordes (tenor, Evangelist), Graeme Danby (bas, Christus), Liesbeth Devos (sopraan, aria’s), Clare Wilkinson (mezzo-sopraan, aria’s), Pascal Pittie (tenor, aria’s), Birger Radde (bariton, Pilatus en aria’s) o.l.v. Bart Van Reyn

www.octopusensembles.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content