Theatermaker Ivan Vrambout: ‘Samenleven is erg ongemakkelijk, terwijl dat niet hoeft’

Ivan Vrambout: 'Vraag gewoon of je iemand mag kussen.' © Sander de Wilde
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Ivan Vrambout gaat in Petit Espace ‘de angst voor de ander’ te lijf met humor, een blinde, een patiënt met dwarslaesie en vier andere ‘atypische’ spelers. Een delicate zaak.

Met permissie, maar zet u hiermee de zwakkeren niet te kijk?

Ivan Vrambout: Dat is uw manier van kijken. Het wordt alleen meelijwekkend als je de zwakheden van de spelers centraal stelt. Ik ken hen al jaren. Ik ervaar hen niet alleen als Senegalees, blind, moslim, lam, puberaal of Franstalig. Het zijn zes spelers die met hun betrokkenheid, inhoud geven aan ons tweetalige sociaal-artistieke project.

Welk project is dat?

Vrambout: Petit Espace is een initiatief van Nabil Barssa – ‘een moslim’ – en de Senegalees Abdoulaye Gueye Badji, met wie ik eerder samenwerkte. Zij wilden iets maken over de angst die ons in haar greep houdt sinds zelfmoordaanslagen dagelijks nieuws werden. Die angst uit zich in ongemakkelijk gedrag tegenover elkaar. Mag je een Afrikaan vragen om wat stiller in zijn smartphone te praten? Waarom zegt niemand iets tegen de dronken klant die de buschauffeur lastigvalt? Ga je het best met een boog om een groep hangjongeren heen? We vinden het ongemakkelijk om samen te leven, terwijl het dat niet hoeft te zijn. Ik wist bijvoorbeeld nooit of ik in ‘kleurrijk’ gezelschap mensen moest begroeten met een hand of een kus. Ik gooide dat in de groep tijdens de repetities. Het antwoord was absurd eenvoudig: ‘Vraag gewoon of je mag kussen.’ Dat doe ik nu. (lacht)

Dit klinkt als een boeiend sociaal project. Wat maakt het tot interessant theater?

Vrambout: Tot 2009 werkte ik in mijn toenmalige gezelschap Action Malaise met professionele spelers (zoals Geert Van Rampelberg en Dominique Van Malder, nvdr.), maar ik voelde me beter binnen het sociaal-artistieke theater. Ik vond er meer zingeving. De communicatie met het publiek is er intenser, je levert er niet zomaar je zoveelste stuk af. Ik verstop me tijdens de voorstellingen niet langer in de coulissen. Ik verwelkom het publiek, ik nodig het na afloop uit om de spelers de kleren van het lijf te vragen. En als het nodig is, sta ik van achter de tribune hints te geven aan mijn spelers.

Voor Petit Espace improviseerden we in het Frans, het Nederlands en het Arabisch zeven tragikomische scènes die zich afspelen op plekken zoals de bus, de supermarkt en de broodjeszaak.

Met deze groep blaast u Action Malaise nieuw leven in?

Vrambout: Ja. In mijn vorige sociaal-artistieke projecten, onder meer bij De Figuranten en Cie Tartaren, vertrok ik telkens vanuit een klassieker zoals Fjodor Dostojevski’s De Gebroeders Karamazov of Anton Tsjechovs Oom Wanja. De spelers konden zich op het verhaal baseren, waardoor ik vermeed dat ik hun persoonlijke verhaal zou uitbuiten. Maar tegenwoordig werk ik zoals ik bij Action Malaise werkte: improviserend vanuit een thema. Petit Espace is de eerste halte in een vierjarig traject waarin we tragikomisch theater willen maken over onze wereld, die uit steeds meer werelden bestaat. Weet u, vorig jaar was ik met mijn gezin op vakantie in Ghana. We kwamen in een vakantiedorp terecht dat ook een instelling voor mensen met een beperking was. De werelden van de vakantiegasten en de patiënten liepen er door elkaar. Dat kennen we hier niet. Nog niet!

Petit Espace, van 27 tot 30/06 in Allée du Kaai in Brussel. Info: www.ivanvrambout.be en www.toestand.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content