Vroeger volstond een blik op het wedstrijdblad om te weten hoe een ploeg zich zou presenteren. De man met rugnummer 6 ging stofzuigen en het publiek hield de adem in wanneer de 10 aan de bal kwam. Nu kiezen profvoetballers vaker voor hogere nummers. Zelfs het meest heilige der huisjes, het nummer 1, ligt tegen de grond.