Mede dankzij de bemiddeling van Irak gaan de Verenigde Staten en Iran nu toch om de tafel zitten.

Iran en de Verenigde Staten gaan nu toch met elkaar onderhandelen. Dat uitgerekend Irak daarbij een rol heeft gespeeld, is groot nieuws. Want Irak is toch dat land dat alleen in het nieuws komt met aanslagen en geweld? ‘Het was zeker niet gemakkelijk’, zegt de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken Ho- schiar Sebari, die de onderhandelingen heeft voorbereid. ‘Dat plan maandenlang geheim houden, was al erg genoeg. Maar we hadden het voordeel dat Irak sinds drie jaar geregeld overleg pleegt met de buurlanden. Na de laatste ontmoeting in Teheran – dat was in de herfst van vorig jaar – besloten we het erop te wagen en de volgende conferentie te laten plaatsvinden in Bagdad. Daar zouden we naast onze zes buurlanden ook Egypte, Bahrein, de Arabische Liga en de Organisatie van Islamitische Landen uitnodigen, samen met de Verenigde Staten. We willen in die conferentie tot een aantal afdwingbare verbintenissen komen.’

Sinds de herfst van 2006 zijn de relaties tussen Iran en de Verenigde Staten alleen maar slechter geworden. Amerikaanse soldaten arresteerden in Irak Iraanse burgers, Washington verhoogde zijn militaire aanwezigheid in de Perzische Golf en Teheran dreigde met ‘rampzalige gevolgen’ als de VS Iran zouden aanvallen.

HOSCHIAR SEBARI: Dat is juist. Maar er was ook het Baker-Hamiltonrapport dat nadrukkelijk stelde dat Washington moet onderhandelen met Syrië en Iran. Dat was voor ons een opsteker. Daarom stelden we voor een conferentie te organiseren op het niveau van ambassadeurs of van de betrokken ministers.

En?

SEBARI: Eerst was niemand daar voor te vinden. Iran en Syrië waren bang dat het op een pr-stunt zou uitdraaien. Wash- ington was ook niet enthousiast.

Maar uiteindelijk stemde iedereen toe.

SEBARI: Ja, omdat we erop drukten dat er uitsluitend over de toestand in Irak zou worden gesproken en omdat alle landen uit de regio werden uitgenodigd. Wie de laatste jaren de ontwikkelingen in de Golfregio heeft gevolgd, beseft toch dat het al een doorbraak is dat die ontmoeting er komt. Daar kunnen we allemaal voordeel bij hebben.

Wie was het moeilijkst te overtuigen?

SEBARI: De Iraniërs zeiden als laatste toe. Na een week op hen inpraten wilden ze zelfs hun minister van Buitenlandse Zaken sturen.

Hoe loopt zo’n tweede conferentie dan in de praktijk? Zit u daar als bemiddelaar tussen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice en haar Iraanse collega Manouchehr Mottaki?

SEBARI: Dat soort situaties is mij niet onbekend. In 2004 zat ik met de vroegere Amerikaanse minister Colin Powell en (de Iraanse) Kamal Charassi aan tafel. Dat was een conferentie over Irak in Sharm el Sheik. We hebben daar veel grappen verteld.

De toestand in Irak leent zich moeilijk tot grappen. Wat kunt u van Iran afdwingen, zodat Irak stabiel en vreedzaam kan worden?

SEBARI: Iran heeft veel belangen en veel invloed in Irak. Na de bevrijding van Irak zijn onze relaties nog hechter geworden. Het allerbelangrijkste is voor ons dat Teheran hier geen afzonderlijke groepen steunt, maar wel de Iraakse regering. Een regering trouwens die door sjiieten geleid wordt en die Iran welgezind is. Wat ook de uitslag van de conferentie wordt, voor ons is het belangrijk dat de Iraniërs weten dat onze goede bilaterale betrekkingen daarmee niet op het spel worden gezet.

Wat verwacht u van de Amerikanen?

SEBARI: ik vind het al een enorme prestatie van de Verenigde Staten dat ze überhaupt aan de conferentie deelnemen. Daarmee toont Washington ook aan dat het geen oorlog tegen Iran overweegt en dat het geen regimewissel in Teheran wil doordrukken. Dat is een reden tot groot optimisme.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content