Stamcelonderzoekster Catherine Verfaillie van de K.U. Leuven ligt onder vuur. Er zijn onverklaarbare fouten in haar werk geslopen.

Het klonk triomfantelijk, het persbericht dat de Katholieke Universiteit Leuven op 15 januari de wereld instuurde: ‘Volwassen stamcellen steeds veelbelovender voor toekomstige behandeling van welvaartsziekten.’

Het bericht ging over het succes in onderzoek van de multipotent adult progenitor cells (MAP’s), die directeur Catherine Verfaillie van het Stamcelinstituut van de K.U. Leuven had ontdekt toen zij nog verbonden was aan de universiteit van het Amerikaanse Minnesota. Deze volwassen stamcellen blijken uitermate geschikt te zijn om nieuw bloed en nieuwe bloedvaten te maken. En dat is belangrijk, want zo zouden patiënten bij kanker en hartfalen transplantaties met eigen lichaamscellen kunnen krijgen, wat de kans op afstoting van de ingeplante weefsels een stuk kleiner maakt.

Volwassen stamcellen zijn heel gegeerd, want ze zouden het aanmaken van embryo’s voor de productie van stamcellen overbodig kunnen maken. Stamcellen zijn cellen die kunnen uitgroeien tot eender welke lichaamscel, van huid tot nier en spier, en zijn dus talrijk in embryo’s. De embryo’s moeten voor de ‘oogst’ van stamcellen echter ‘opgeofferd’ worden – een stap waar sommigen ethische bezwaren bij hebben.

Het communiqué van de K.U. Leuven stipuleerde ook dat een van de grootste sceptici inzake het nut en de capaciteiten van volwassen stamcellen, de Amerikaan Irving Weissman, had meegewerkt aan het onderzoek en overstag was gegaan. Vorig jaar rapporteerden de wetenschappelijke vakbladen Nature en New Scientist nog over ernstige problemen met de reproduceerbaarheid van de resultaten van Verfaillie (zoals Knack eind 2005 al had aangegeven). Zelfs Verfaillie zou er aanvankelijk niet in geslaagd zijn haar eigen spectaculaire ontdekking over te doen. Zonder reproduceerbaarheid is een wetenschappelijk experiment niet geslaagd.

In New Scientist van 27 januari toonde Weissman zich echter ‘ontgoocheld’ over de nieuwe resultaten, omdat de MAP’s alleen bloedcellen aanmaakten. Ze worden uit beenmerg gepuurd, en dat is het hart van de nieuwe bloedvorming.

Op 17 februari ging New Scientist in de aanval tegen Verfaillies werk. Redacteur Peter Aldhous was een onderzoek gestart naar de geloofwaardigheid van baanbrekende artikels over stamcellen, na de catastrofe met het grotendeels op gebakken lucht gebaseerde stamcelonderzoek in Zuid-Korea. De leiders daarvan hadden het grootste deel van hun resultaten verzonnen.

In het kader van dat onderzoek ontdekte Aldhous dat een cruciale illustratie met grafieken uit het originele Nature-artikel waarin Verfaillie in 2002 haar MAP’s bekend had gemaakt, gewoon overgenomen was in een ander artikel, in het vakblad Experimental Hematology. Dat kon in principe niet, omdat dat werk betrekking had op cellen afkomstig van andere muizen dan die in het Nature-verhaal.

Verfaillie bekeek de zaak, en kwam tot de conclusie dat er inderdaad een fout was gemaakt. Ze vroeg een onafhankelijk verslag aan de universiteit van Minnesota, waar ze haar originele werk deed. Daar werd een tweede, veel zwaarder probleem ontdekt, namelijk een fout in de presentatie in Nature van de genetische merktekens op het oppervlak van haar cellen, waarmee ze herkend kunnen worden.

Verfaillie geeft ook dat toe. In het geval van de verkeerde illustratie in Experimental Hematology spreekt ze zelf van een ‘domme vergissing waar ze alle verantwoordelijkheid voor neemt’. Ze heeft ondertussen de correcte illustratie naar het blad opgestuurd, dat vervolgens liet weten geen verdere maatregelen te overwegen.

Maar met de Nature-fout ligt de zaak gevoeliger, omdat het om een fundamenteler probleem gaat, waar geen logische verklaring voor bestaat. ‘Ik kan absoluut niet meer achterhalen wat er toen is misgelopen’, zegt Verfaillie. Ze overlegt nu met de redactie van Nature over wat er moet gebeuren. Het blad zou haar artikel teruggestuurd hebben naar de wetenschappers die het indertijd vóór publicatie onderzochten, en die de (blijkbaar nogal opvallende) fout ook over het hoofd zagen. Op basis van hun advies zal de redactie beslissen of het artikel al dan niet (eventueel gedeeltelijk) geschrapt dient te worden. Het verdict zou nog deze maand vallen.

VERLOREN SCHAAP

Coördinator Marc Boogaerts van het Leuvense Stamcelinstituut verwijst nu voor commentaar fijntjes naar Verfaillie zelf. Eind 2005 had hij Knack nog van laster en grove leugens beschuldigd, omdat wij voorzichtige bedenkingen rond problemen met Verfaillies werk hadden geformuleerd. Vlaams minister van Wetenschapsbeleid Fientje Moerman (Open VLD), die Verfaillie in 2006 met veel tromgeroffel als een verloren schaap uit de Verenigde Staten naar de Vlaamse stal terughaalde, wijst op het feit dat de keuze voor Verfaillie als boegbeeld van de terugkeercampagne werd gemaakt door de universiteiten en een speciale commissie van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).

Vlaanderen pompt tussen 2006 en 2010 6,9 miljoen euro, een smak geld voor wetenschappelijk onderzoek, in de uitbouw van Verfaillies stamcelwerk.

Het is moeilijk in te schatten wat de gevolgen van de fouten voor Verfaillies reputatie zullen zijn. ‘Er is geen enkele aanwijzing voor het feit dat ze iets bewust verkeerd zou hebben gedaan’, stelt Peter Marynen van de pas opgerichte Commissie voor de Wetenschappelijke Integriteit van de K.U. Leuven. ‘Misschien had een laborant die met een pipet stalen van cellen in proefbuisjes moest brengen, gewoon een slechte dag. Maar men had dat moeten zien. Zulke slordigheden zijn op dit niveau onaanvaardbaar. Toch blijf ik ervan overtuigd dat de belangrijke conclusies van Catherines werk overeind blijven.’

Verfaillie zelf blijft ook geloven in de kracht van haar MAP-cellen en in het vertrouwen van de wetenschappelijke wereld. ‘Ik krijg veel steunbetuigingen van collega’s, en ik wéét dat mijn resultaten nog altijd staan als een klok. Mijn cellen worden geidentificeerd op basis van hun functie, van wat ze kunnen, en niet op basis van de eiwitten op hun oppervlak. Het is alleen met dat laatste dat er iets is misgegaan in het Na- ture-artikel. We hebben achteraf trouwens in ander werk voldoende kunnen aantonen dat onze resultaten correct zijn, dat onze cellen doen wat we toen rapporteerden.’

Ze ontkent ook dat de problemen die andere wetenschappers hadden (en hebben) met het herhalen van haar bevindingen, met deze fout te maken hebben, hoewel een Amerikaanse stamcelbiologe in New Scientist onomwonden stelt dat ze ‘uiterst boos’ zou zijn geweest, mocht ze zich voor haar werk op het ‘recept’ uit Verfaillies artikel hebben gebaseerd.

‘Het zijn gewoon heel moeilijke cellen om mee te werken’, poneert Verfaillie. ‘Ze zijn heel zeldzaam, en ze leven maar eventjes, zodat het moeilijk is ze te pakken te krijgen en lang genoeg te bewaren om ze te kweken. Maar eens je ze in cultuur hebt, kun je er wel goed mee uit de voeten. Ze zijn natuurlijk ook wat minder flexibel dan embryonale stamcellen.’

Verfaillie beweert trouwens dat er veel meer wetenschappers succesvol met haar cellen werken dan wordt toegegeven: ‘Ze geven de cellen een andere naam, waardoor ze meer kans hebben op een octrooi op eventuele resultaten die ze behalen. Er woedt een scherpe competitie rond het octrooieren van stamcellen.’ Verfaillie vermoedt niet dat een eventueel negatief resultaat van de Nature-enquête de wettelijke claims op haar cellen zal hypothekeren: ‘Het bedrijf dat de licentie verworven heeft om met mijn cellen te werken, ziet geen enkel probleem.’

DOOR DIRK DRAULANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content