Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Eind augustus: eerste aflevering van een nieuwe reeks De Pfaffs. Voor meerwaardezoekers die dit docudrama niet zouden kennen: camera’s volgen het dagelijkse leven in de familie van Jean-Marie Pfaff. Starring: den Bompa, Jean-Marie en zijn vrouw Carmen, en hun drie dochters met partners en kroost. In volgorde zijn dat Kelly en de Mechelse zanger Sam Gooris, met hun kinderen Shania en Kenji, de zwangere Debby en Nicolas, en Lyndsey en Dave. Op Debby en Nicolas na wonen ze allemaal in de ouderlijke villa.

Dave is nieuw. Hij heeft ruzie met zijn vader, een restauranthouder die het niet meer kon aanzien hoe zijn zoon gepusht werd om overhaast te trouwen met Lyndsey, die hij nog maar pas had leren kennen. Dit alles om de interesse voor het programma wat op te krikken. De productiemaatschappij was bereid het hele trouwfeest te betalen, desnoods voor achthonderd man. Deze pijnlijke twist zal vermoedelijk niet op het scherm te zien zijn, maar via de dagbladen weet elke kijker hoe de vork in de steel zit. En waarom, eens het zover is, de vader van Dave niet op het feest zal zijn en de moeder van Dave met den Bompa ‘in de suite’ moet gaan. Toestanden…

Maar dat is voor later, we beginnen bij aflevering één. Sam is goedgemutst wakker geworden (‘Kelly, aafdoep me ma te likken, of ik zal oe is afsteken’), maar zoals gewoonlijk duurt dat niet lang. Hij moet samen met Kelly en Shania naar Sint-Niklaas, om een bad te gaan kiezen voor hun nieuwe woning. Onderweg belanden ze in een file waarin ze meer dan een uur vast staan. Het humeur van Sam nadert snel het vriespunt, zeker wanneer Shania begint te zeuren.

In de zaak toont de verkoper enkele baden die meer aan een zwembad dan aan een badkamerkuip doen denken, én een geluidsarme wc waar, dixit Kelly, ‘de Sam kan in geubbelen zonder het hele huis wakker te maken’. Plots telefoon. Carmen! Angie is zwanger!!

Angie is de dobermann, mét stamboom, van Sam. En ze heeft zich blijkbaar te grazen laten nemen door Casper, de bastaard-rottweiler die Lyndsey van de straat heeft opgeraapt. Volgens een voorzichtige schatting van de veearts zou Angie acht tot twaalf puppy’s in zich dragen.

Een oscar voor de verbolgen blik waarmee Sam in de camera kijkt: ‘Na da nog oep man dak!’ Kelly neemt het als wel vaker filosofisch op: ‘Schat, als ze vol zit, zit ze vol. Niets aan te doen. Maak tegen Lyndsey van uw oren.’ Voor Sam is elk woord nu te veel. Zeker wanneer hij bij het wegrijden van de badkamerzaak opnieuw in een monsterfile terechtkomt. Deze keer in de andere richting. Hij dwingt Kelly de veearts op te bellen, neemt de gsm over, en spreekt met een stem die het midden houdt tussen bevelen en smeken: ‘Kunde gij die kleintjes niet meer laten weghalen?’

Tot zijn ontzetting verneemt Sam dat abortus in België wel is toegelaten, zij het via een niet door de koning ondertekende wet, maar dat dit niet geldt voor dobermanns.

Op hetzelfde moment breken Lyndsey en Dave zich in hún auto het hoofd over de vraag hoeveel zeven maal acht is. Zesenvijftig, gokt Lyndsey, maar Dave, autoverkoper en dus vertrouwd met rekenkunde, aarzelt. Zeven maal zeven is negenenveertig, als je daar nóg eens zeven bijtelt heb je toch vijfenvijftig? Of moet je er acht bijtellen als je zeven maal acht doet? Dan heb je zevenenvijftig. Bij nader inzien vermoedt Lyndsey dat het drieënvijftig is, maar via weer een andere methode komt Dave uit op drieënzestig.

Het is belangrijk, want om de leeftijd van een hond te vergelijken met die van een mens moet je hem maal zeven vermenigvuldigen. Casper is acht jaar, hij moet dus naar mensennormen ergens in de vijftig zijn, tussen drie- en zevenenvijftig. Angie is nog maar twee en als je dat maal zeven doet, daarover zijn Dave en Lyndsey het eens, heb je veertien.

‘Ene van in de vijftig met een van veertien’, roept Lyndsey nu oprecht geschokt uit. ‘Wat voor een pedofiel is dat?’ ‘Het is uw hond’, oppert Dave. Op het scherm zal het pas eind september te zien zijn, maar in werkelijkheid ís hij dus al getrouwd met Lyndsey. Toch zouden wij hem de raad geven op zijn tellen te passen. Hij spreekt haar wat veel tegen, en men ziet dat ze dat niet graag heeft. ”t Is mijn hond, ja. Maar wie had nu gedacht dat die ouwe zak dat nog kon? Hij heeft ferm zaad blijkbaar, voor iemand van in de vijftig.’

In aflevering twee gaat Lyndsey er zo luchtig niet meer overheen. Sam en Kelly zijn na anderhalf uur aanschuiven aan de Kennedytunnel en een ongeval ter hoogte van Borgerhout, eindelijk thuis in Brasschaat geraakt, en Sam is al woedend naar boven gelopen. Als hij Angie, met haar stamboom, door een andere dobermann had laten dekken, had hij die puppy’s ten minste voor veel geld kunnen verkopen. Maar nu ze door een rottweiler is bezwangerd, zit hij niet alleen met een nest vervelende en waardeloze hondjes, god weet hoe ze eruit zullen zien, maar bovendien is de stamboom voorgoed naar de knoppen.

Bij Kelly is de goede luim er ook uit: ‘Voor de eerste keer dat ik bomma word, is het van twaalf bastaarden. Gij had uwe viezerik van ons Angie moeten afhouden.’

Lyndsey besluit de arme Casper te verdedigen en bijt van zich af: ‘Ze moet maar niet altijd met haar gat zo in de lucht lopen. Ze heeft het van geen vreemden.’ Kelly is dicht bij de razernij, trekt met slaande deuren naar haar appartement op de eerste verdieping, en laat verstaan dat ze niet naar het huwelijk van Lyndsey zal komen: ze moet op de hondjes letten.

Aan de hoek van de keukentafel trekt den Bompa een nieuw flesje bier open en zucht tegen de camera: ‘Als iedereen hier weg is, dan heb ik een goed leven zie.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content