Khaddafi: “VN-sancties zijn waardeloos”

© reuters

De Libische leider Muammar Khaddafi is niet onder de indruk van de sancties die de VN-Veiligheidsraad opstelde. Na 14 dagen opstand, vielen in zijn land al duizenden doden.

De resolutie van de VN-Veiligheidsraad met sancties tegen het Libische regime is “waardeloos”. Dat heeft de Libische leider Khaddafi zelf gezegd in een telefonisch interview met de Servische televisiezender Pink TV.

Volgens Khaddafi is de resolutie ook niet conform het Handvest van de VN zelf. “Hoe is het mogelijk dat de VN-Veiligheidsraad een resolutie aanneemt die gebaseerd is op artikels van buitenlandse persagentschappen? Dat is onaanvaardbaar en strijdig met het gezond verstand”, aldus de Libische leider.

De VN-Veiligheidsraad keurde zondag een resolutie goed met sancties tegen Libië. Zo wordt een totaal wapenembargo opgelegd en de gewelddadige manier waarop de Libische leider de protesten in zijn land onderdrukt doorverwezen naar het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. De resolutie voorziet verder in een reisverbod voor Khaddafi en zijn naasten en het bevriezen van buitenlandse banktegoeden.

Militaire interventie

Catherine Ashton, de Europese hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid, toonde zich tevreden over de beslissing van de VN: “Straffeloosheid voor de gepleegde misdrijven zal de internationale gemeenschap niet tolereren”.

Ook de Europese Unie is klaar met een pakket gelijkaardige sancties tegen het Libische regime en gaat zelfs nog een stap verder. Zo beslisten de 27 EU-lidstaten – naast een visumverbod en de bevriezing van tegoeden voor Khaddafi en zijn entourage – om elke wapenlevering aan Libië te verbieden, alsook “elke uitrusting die de repressie zou kunnen dienen”.

In De Ochtend op Radio 1 zei ontslagnemend minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) maandag dat hij een internationaal militair ingrijpen in Libië niet uitsluit. De minister benadrukt wel dat “een transitie van binnenuit in Libië de meer wenselijke optie is” en wijst er op dat zo’n militair ingrijpen niet vanzelfsprekend is. Er is immers “een heel concreet engagement van concrete landen nodig en de vraag dringt zich op wie er in dat geval bereid zou zijn om troepen te leveren”.

Tweede luchthaven overmeesterd

Ondertussen meldde de Arabische nieuwszender al-Jazeera dat de tweede grootste militaire luchthaven van Libië in handen is gevallen van de oppositie. Het gaat om de luchthaven al-Banin, niet ver van de oostelijke havenstad Benghazi. Militair personeel zegt zich aan de zijde van de tegenstanders van het regime te hebben geschaard.

Tegenstanders van het regime hebben ook de controle verworven over de stad Zawiya, 50 kilometer ten westen van de hoofdstad Tripoli. Ze zijn gewapend met jachtgeweren, mitrailleurs gestolen uit legerdepots of politiekantoren, en zelfs met luchtafweer-kanonnen, konden journalisten vaststellen.

Overgangsregering

Tussen de gevechten door werkt de oppositie aan een overgangsregering in het oosten van het Noord-Afrikaanse land. De voormalige minister van Justitie, Moestafa Abdel Jalil, die ontslag nam om te protesteren tegen de repressie van de protesten, wil een overgangsregering oprichten die zich hoofdzakelijk moet bezighouden met het voorbereiden van de verkiezingen.

Onder de oppositiegroepen bestaat er echter onenigheid over de rol van Jalil in deze transitregering. De door Jalil samengestelde overgangsregering vertegenwoordigt volgens sommigen het Libische volk niet. Anderen vinden het te vroeg om al een overgangsregering samen te stellen.

Duizenden doden

Bij het protest in Libië van de afgelopen dagen zouden al duizenden doden zijn gevallen. Dat heeft de tweede man bij de VN voor Libië, Ibrahim Dabbashi, gezegd.

Kolonel Khaddafi toonde zich vrijdag alweer strijdvaardig op het Groene Plein in de hoofdstad Tripoli en vroeg zijn medestanders zich voor te bereiden op “de verdediging van Libië”. Dat blijkt uit beelden die de staatstelevisie uitzond. “We zullen vechten en hen verslaan”, zei hij tegen de menigte.

Humanitaire hulp

Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn de afgelopen week zo’n 100.000 mensen gevlucht uit Libië. De meesten zijn gevlucht naar buurlanden Tunesië en Egypte. “We roepen de internationale gemeenschap op om de betrokken landen snel en genereus te helpen in de aanpak van deze humanitaire noodsituatie”, zo zegt António Guterres, de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen bij de VN.

De Europese Commissie maakte vrijdag een schijf van drie miljoen euro vrij voor humanitaire hulpverlening aan de slachtoffers van het geweld in Libië. Deze Europese fondsen dienen voor de levering van onder meer medisch materiaal, voedsel, tenten en dekens aan Libiërs en buitenlanders die de grens met Tunesië en Egypte zijn overgestoken om te vluchten voor het geweld.

Vrijdag bleek dat verschillende hulpverleningsteams van Artsen Zonder Grenzen (AZG) moeilijkheden ondervonden om Libië binnen te raken. Ondanks de acute behoefte aan medische hulpverlening werd een team met medisch materiaal al twee dagen de toegang tot het land geweigerd aan de Tunesische-Libische grens, zegt de organisatie. Een ander team landde per vliegtuig in hoofdstad Tripoli, maar kreeg geen toestemming om van daaruit het land binnen te gaan en moest terugkeren. Nog een ander team raakte donderdag wel het land binnen via de Egyptische grens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content