Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Zou een algemene staking, zoals die van de socialistische vakbond ABVV van afgelopen week, waarbij belangrijke verkeerswegen door stakersposten worden afgesloten en het openbaar vervoer wordt verlamd, een regering echt onder druk zetten? Of is die staking, zoals de Duitse socioloog Ulrich Beck het ooit zei, ‘een greep uit de mottenballen, waarmee de stakers zelf het vonnis van de multinationals voltrekken’.

In de media was de antivakbondsstemming de voorbije weken overheersend. Een krant, ooit met de fondsen van de arbeidersbeweging overeind gehouden, zette zich aan de spits van de ABVV-verguizers. Op liberale websites viel zelfs het woord maffieus als de vakbonden ter sprake kwamen en werden vakbondsleiders voor conservatieven uitgekreten, als ze al niet werden vergeleken met Al Capone. Ook academici als de Leuvense emeritus Roger Blanpain roerden opnieuw de oorlogstrom.

Een groot deel van het publiek toonde zich – en dat gebeurt de laatste tijd wel vaker – veel genuanceerder dan de media en hun spraakmakers. Uit peilingen van enkele kranten bleek dat de staking van het ABVV zeker niet door de meerderheid van de bevolking werd afgewezen. Er leefde daar blijkbaar nogal wat begrip voor en zelfs solidariteit met de vakbondsacties.

En dat is ook uit te leggen, zegt onderzoeker Mark Elchardus verderop in het blad, want de angst voor de toekomst is, vooral bij jongeren, erg groot. Die angst wegwerken wordt een hele opgave. De nationale politiek, die niet meer weet hoe te reageren op beslissingen van bedrijven die supranationaal opereren, is daar niet meer voor toegerust.

Het geloof dat vakbonden wel een evenwichtiger en rechtvaardiger hervorming van de welvaartsmechanismen tot stand kunnen brengen, lijkt veel minder te zijn aangetast dan algemeen gedacht. Want, zo leert studiewerk van Maarten de Schryver van de Universiteit Gent, precies het geloof dat een betere verdeling van de welvaart mogelijk blijft, verklaart de vakbondsbetrokkenheid die, ondanks het gebeuk vanuit de politiek en de media, vrij belangrijk blijft.

Onze sociale systemen kwamen tot stand na de Tweede Wereldoorlog, in een tijd dat zieken nog thuis werden verzorgd en thuis stierven, en de familie de eerste ring van solidariteit vormde. Ondertussen kloppen de oude vooruitgangsgedachten niet meer. Vandaag weten ouders dat hun nochtans uitstekend geschoolde en opgeleide kinderen het wellicht met minder sociale voordelen zullen moeten doen. Die vaststelling komt harder aan in Europa dan in de Verenigde Staten, waar de sociale ongelijkheid altijd al veel groter was.

Geen van de EU-landen heeft een sluitend antwoord op de toenemende concurrentie vanuit China en India. Toch kunnen we niet blijven discussiëren over de pro’s en contra’s van de globalisering, schreef een columnist van de Financial Times. ‘De regering kan net zo goed een discussie beginnen over de vraag of de herfst wel na de zomer moet komen.’

Want dagelijks rollen de effecten van die globalisering dwars over al onze politieke, economische en sociale afspraken heen. Een belangrijke groep binnen de vakbondswereld is er zich van bewust dat een juistere spreiding van kennis belangrijker zal worden dan de krampachtige instandhouding van een aantal verouderde sociale systemen.

Voor een antwoord op de vraag hoe dat op een rechtvaardige manier kan gebeuren, kijken die miljoenen leden blijkbaar nog altijd naar hun vakbonden – of ze dat in de Wetstraat nu prettig vinden of niet.

Rik Van Cauwelaert

De oude vooruitgangs-gedachten kloppen niet meer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content