Hubert van Humbeeck

Terug uit Toscane hield Guy Verhofstadt begin september alle verzoeken voor een rentreegesprek af. Hij wou eerst nadenken. Een houding die navolging verdient. De premier kreeg nog net voor de zomer twee forse tikken te verwerken. Eerst leed zijn paarse coalitie bij de regionale verkiezingen een veel zwaardere nederlaag dan verwacht. Bijna tegelijk greep hij naast het voorzitterschap van de Europese Commissie, dat hij zo graag wilde. Nu hij zich nog een keer voor een match op het Belgische politieke toneel kan opladen, mag hij zijn terugkeer niet missen.

Verhofstadt staat voor een moeilijke oefening. Hij moet communautair overleg verzoenen met een blik op de sociaal-economische problemen die heel Europa in hun greep houden. Het verleden leert dat op die combinatie geen zegen rust. De Wetstraat is er nooit in geslaagd op die twee terreinen tegelijk efficiënt werk te verrichten. Ofwel werden de communautaire verlangens in de koelkast gestopt, waar ze toch lagen te verrotten. Ofwel ging het land economisch en budgettair uit de bocht. Leo Tindemans, Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene hebben met dat dilemma geworsteld. En zij hadden dan nog de steun van de machtige christelijke arbeidersbeweging, die achter de schermen klaarstond om een CVP-premier bij te springen.

Dat de verschillende regeringen na de regionale verkiezingen anders zijn samengesteld, maakt de situatie nog wat ingewikkelder. In de Vlaamse regering beleeft de christen-democratie een opmerkelijke terugkeer. De partij mat zich tijdens de campagne ook een communautair profiel aan. In de federale regering krijgt de premier te maken met nukkige Franstalige liberalen, die door PS-baas Elio Di Rupo uit de Franstalige regionale regeringen werden gewipt. Conflictstof genoeg om de federale coalitie uit elkaar te trekken. Verhofstadt moet laten zien dat hij meer kan zijn dan een eerste minister voor als de zon schijnt. Slaagt hij daar niet in, dan riskeert hij zelfs dat zijn levenswerk de VLD, zijn eigen carrière niet overleeft.

In een poging om het initiatief in de Wetstraat weer in handen te krijgen, spreekt de premier zijn jaarlijkse beleidsboodschap al volgende dinsdag uit – eind september en niet, zoals gebruikelijk, begin oktober. Voor de goede verstaander: er is geen tijd te verliezen. Het Vlaams bestuursakkoord verwacht dat er ‘onverwijld’ met de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wordt begonnen. Maar vooral moet de regering werk maken van een hervorming van de arbeidsmarkt.

Die dient ervoor te zorgen dat de Belgen langer werken, zodat de sociale zekerheid over enkele jaren niet onder het gewicht van de vergrijzing bezwijkt. Er moet ook worden voorkomen dat meer bedrijven België verlaten. Het probleem ligt sinds vorig jaar bij Verhofstadt II op tafel. Onder meer in Duitsland blijkt het dezer dagen een discussie waarmee politici zich niet populair maken. Want er moet wellicht aan ons comfort en onze welvaart worden geraakt.

Het is ook merkwaardig. Ons bruto binnenlands product laat dit jaar een fraaie groei van ruim 2,5 procent zien. Het ene na het andere Belgische bedrijf publiceert riante halfjaarlijkse resultaten. Er zit eindelijk enige vaart in de economie en toch overheersen kommer en kwel. Veel bedrijven geloven namelijk dat ze goedkoper moeten produceren om op de wereldmarkt overeind te blijven. In Azië bijvoorbeeld, of in de Oost-Europese landen die op 1 mei lid werden van de Europese Unie. In de Europese ministerraad voor Financiën gingen vorige week niet zomaar stemmen op dat lidstaten elkaar geen concurrentie mogen aandoen met de aanslagvoet van de vennootschapsbelastingen.

Het lidmaatschap van de Europese Unie leidde er tot dusver altijd toe dat de armere landen geleidelijk op het niveau van de rijkere werden getild. De kans bestaat dat nu het omgekeerde gebeurt: dat de bestaande welvaart zich door een spel van communicerende vaten over de hele Unie verdeelt. Daarmee komt een einde aan de tijd dat politici het zich konden veroorloven om genereus te zijn. Er zal koelbloedig en vastberaden moeten worden bestuurd om de welvaartsstaat min of meer overeind te houden. Guy Verhofstadt is dus niet te benijden. Want niemand weet wat die hardere politiek zal doen met de burgers die er nu al zo nors bij lopen.

Hubert Van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content