Over het Leerproject voor daders van seksueel geweld: het verhaal van Bert.

Bert is pedofiel. Hij volgt een individuele behandeling bij een therapeut van Leerproject voor daders van seksueel geweld. Dit initiatief van de Centra voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding wordt ook als groepsvorming aangeboden. Het gerecht kan bekennende plegers van zedenfeiten hiernaar doorverwijzen.

Bert: “In eerste instantie kwam ik in de gevangenis terecht bij het uitkomen van de feiten. Maandenlang, in feite zodra ik de grens tussen seksuele fantasie en daad overschreden had, hoopte ik op een oplossing voor mijn probleem. Ik hou van kinderen: hen belasten is het laatste dat ik wil. Ik zat dus danig in de knoei met mezelf. De gevangenis was niet direct de oplossing waarop ik hoopte. Door toedoen van justitieel welzijnswerk kon ik contact leggen met een therapeut van het Leerproject. Een advocaat heeft me na enkele weken voorwaardelijk uit de gevangenis kunnen pleiten, en ik ben onmiddellijk begonnen met een individuele behandeling bij die therapeut. Dat mijn probleem nu bespreekbaar is bij iemand die hiermee vertrouwd is, betekent een grote opluchting. Voor ik begon aan de gesprekken, had ik weinig hoop. Ik dacht dat ik vastzat aan mijn seksualiteitsbeleving. Ik ga nu een keer per week naar mijn therapeut, en heb vertrouwen gekregen dat ik mijn gedrag kan beheersen.

Maar ik besef wel dat het niet hervallen in feiten, niet wil zeggen dat alles is opgelost. Er zijn zoveel lagen aan deze problematiek, dat zal op een jaartje niet geklaard zijn. Momenteel vertel ik mijn therapeut hoe de feiten juist in zijn werk gegaan zijn. Hij pakt mij onverbiddelijk op mijn “goedpraters”: momenten dat ik nog te weinig verantwoordelijkheid opneem of geneigd ben iets te minimaliseren. Ik wil hiervan afgeraken. Uit bezorgdheid en wroeging ben ik onlangs spontaan naar de ouders van een van die kinderen gegaan. Ik wilde weten hoe het ging met dit kind, wilde ook dat de ouders op de hoogte waren zodat ze hun kind, indien nodig, konden helpen de feiten te verwerken. Het bleek een gevaarlijke stap te zijn. Iemand in de omgeving van de geshockeerde ouders vond het blijkbaar nodig alarm te slaan, en het scheelde maar een haar of ik zat op terug achter de tralies. Dankzij de interventie van mijn therapeut is dit niet gebeurd.

Misschien was het naïef van mij om naar die ouders te stappen, maar toch ben ik blij dat ze het weten. Daarmee is de stilte rond dit kind doorbroken. Zoals die kinderen die ermee zaten en geen kant opkonden, zo zat ik er eveneens mee. Er was niemand die ik dacht in vertrouwen te kunnen nemen. Dat is nu tot mijn opluchting doorprikt.”

FINANCIEEL HAALBAAR

En hoe moet het nu verder? Bert: “Ik hoop dat ik de therapie kan blijven verderzetten, ook na het proces. Dat ik het dan uit mijn eigen zak moet betalen? Akkoord, als ik dat financieel kan opbrengen. Ik heb nu opnieuw werk, nog iets om dankbaar voor te zijn. Toen ik in de gevangenis terechtkwam, was ik immers onmiddellijk mijn vorig werk kwijt. Met mijn huidige werkgever heb ik open kaart gespeeld. Gelukkig heeft hij niet afgehaakt. Voor het proces wil ik voorstellen dat ik eventuele therapie betaal van de kinderen met wie ik over de schreef gegaan ben, in de mate dat het financieel haalbaar is voor mij. Indien nodig, kan ik vrede nemen met een gespreide betaling. Als een herstelbetaling onrealistisch hoog zou liggen, dan zou ik makkelijk denken foert, waarvoor doe ik nog de inspanning? Maar als hetrealistisch is, wil ik niets liever dan mijn verantwoordelijkheid opnemen.”

Wat betaling betreft, geldt in België het principe van individuele schadevergoeding aan de betrokken slachtoffers. Er wordt wel eens geopperd dat dit een verdere, ongezonde binding tussen dader en slachtoffer kan teweegbrengen en dat een verplichte bijdrage aan een anoniem slachtofferfonds een betere zaak zou zijn. Bert: “Betaling aan slachtoffers is niet evident, en stel dat ze eerst na vier jaar therapie zouden nodig hebben: hoe ga je uitmaken of het dan nog met deze feiten te maken heeft? Zo’n slachtofferfonds lijkt me een goed idee, als het dan inderdaad ook toegankelijk is voor mensen. Als de kinderen waarmee ik te maken had, of hun ouders, er niet aan zouden kunnen, dan zou ik mij met zo’n slachtofferfonds in de zak gezet voelen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content