Terug van nooit helemaal weggeweest

brussel 'In het Waals Parlement geloven wij dat we beter af zouden zijn met een eigen diplomatie. Op Belgisch niveau zijn de Vlamingen oververtegenwoordigd.' © isopix

In het vooruitzicht van een nieuwe staatshervorming hopen Waalse regionalisten dat de stem van Wallonië opnieuw meer zal worden gehoord.

Jarenlang jammerden Vlaamse politici dat ze voor hun communautaire plannen geen gesprekspartners vonden aan de overkant van de taalgrens. Franstalige politici bedankten voor een gesprek over institutionele aanpassingen en verdedigden het status-quo. De gevolgen zijn bekend. Boosheid en frustratie bij Vlaamse toppolitici, een geradicaliseerde publieke opinie, en een separatistische partij die 30 procent van de stemmen behaalt.

Na die volgehouden weigering belijden de Franstalige partijen nu toch, althans met de mond, een opvallende bereidheid om onderhandelingen over een staatshervorming aan te vatten. ‘En zo hoort het ook’, zegt Philippe Destatte, directeur van het gerenommeerde Institut Jules Destrée, dat wetenschappelijk onderzoek verricht rond Wallonië en de Waalse identiteit. ‘Weigeren te onderhandelen is strijdig met de kern van federalisme.’

Die nieuwe institutionele welwillendheid voelt voor regionalisten in het Waals Parlement als een intellectuele bevrijding, vertelt Waals Parlementslid Christophe Collignon – lange tijd een van de weinige PS-verkozenen die zich publiekelijk als regionalist durfde te uiten. Hij is de zoon van gewezen Waals minister-president Robert Collignon, die bekendstaat om zijn rattachistische credo, maar zelf ziet hij de toekomst van Wallonië nog altijd in een Belgisch kader – zij het een België waarin de regio’s de koers bepalen.

Collignon junior: ‘Waalse regionalisten zijn nooit helemaal weggeweest, hoor. Maar onze ideeën en manifesten, denk aan ons voorstel voor een Waalse grondwet, vonden nauwelijks weerklank. Anders dan in Vlaanderen worden wij niet gesteund door opiniemakers en krantencommentatoren. Er heerste ook een soort omerta aan de top van de Franstalige partijen. On est demandeur de rien was het richtsnoer. Wallonië kon het zich volgens de officiële partijlijn financieel niet veroorloven om extra bevoegdheden te vragen.’

De afwijkende stem van Waalse regionalisten werd daardoor niet of nauwelijks gehoord. ‘Wij zeggen in het Waals Parlement al lang dat we ons moeten voorbereiden op onvermijdelijke onderhandelingen met de Vlamingen. Vandaag hebben wij gelijk gekregen’, vertelt Collignon.

Met name in de PS-fractie van het Waals Parlement vind je nogal wat geestelijke erfgenamen van André Renard, de wallin-gantische vakbondsleider die in de jaren zestig ijverde voor economische autonomie. Behalve Christophe Collignon is er bijvoorbeeld ook Waals Parlementslid Paul Ficheroulle, vaak genoemd als de volgende burgemeester van Charleroi. In de top van de PS geldt Anne Poutrain, rechterhand van Di Ripo en hoofd van de PS-studiedienst, als een uitgesproken regionalist, naast Waals minister-president Rudy Demotte en Waals minister van Economie – monsieur marshallplan – Jean-Claude Marcourt.

Dat marshallplan, dat stilaan vruchten begint af te werpen, heeft mede gezorgd voor herwonnen zelfvertrouwen bij de Waalse elite. Hoe broos ook het economische herstel, het Waalse Marshallplan laat zien dat wat de Walen zelf doen niet noodzakelijk slechter is. ‘Onze stijgende exportcijfers bewijzen dat we overschot van gelijk hadden om buitenlandse handel te regionaliseren’, aldus Christophe Collignon. ‘Kijk ook naar de buitenlandse investeringen. Wallonië heeft vandaag een aantrekkelijker investeringsklimaat dan Vlaanderen.’

Nog een reden voor mensen zoals Collignon om zoveel mogelijk economische bevoegdheden naar Namen, de hoofdstad van Wallonië, te halen, is de vaste overtuiging dat Vlaanderen binnen België onevenredig veel invloed heeft. ‘Vlaanderen heeft de federale staat volledig ingepalmd’, zegt Collignon. ‘Daarom moet Wallonië de controle verwerven over zijn economische beleid. Ook alles wat te maken heeft met buitenlandse vertegenwoordiging gaat beter naar de gewesten. In het Waals Parlement geloven wij dat we beter af zouden zijn met een eigen diplomatie. Op Belgisch niveau zijn de Vlamingen oververtegenwoordigd.’

Lange tijd leek het erop dat het eisenprogramma van de Waalse beweging helemaal was verwezenlijkt – een eigen gewest, nogal wat economische hefbomen – maar vandaag bepleit Waals minister-president Rudy Demotte extra bevoegdheden voor zijn gewest, zij het met aangepaste financiering en zonder fiscale autonomie. Gevreesd wordt dat fiscale concurrentie met Vlaanderen Walloniës prille economische remonte in de kiem zou kunnen smoren.

Wallonie-Bruxelles

Maar die Waalse (sociaaleconomische) verzuchtingen lijken in de politieke retoriek van Franstalige partijen nog altijd ondergeschikt aan Brusselse institutionele zorgpunten zoals de uitbreiding van Brussel, de aanpassing van de taalgrens, of het behoud van de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.

‘Terwijl die typisch Brusselse vragen van de Franstaligen nergens op slaan’, zegt Philippe Destatte van het Institut Jules Destrée. ‘Wie een beetje historisch besef heeft, weet dat de taalgrens destijds ge-zamenlijk door Vlamingen en Walen is getrokken en vastgelegd.’ De taalgrens is niet een door de Vlamingen aan de Franstaligen opgedrongen artefact, en zeker geen sociologische dwaling, zoals CDH-voorzitster Joëlle Milquet in de verkiezingscampagne wist te melden. ‘De taalgrens vormt de grondslag van ons federale acquis. Daar moet je zonder meer afblijven’, aldus Destatte.

Het probleem is volgens Destatte dat veel Franstaligen (nog) niet goed snappen wat federalisme precies inhoudt. ‘Federalisme gaat per definitie over grenzen. Wie in de Brusselse periferie woont, moet dus beseffen dat hij zich in Vlaanderen bevindt en Nederlands moet leren. Veel Franstaligen hebben dat niet door.’ De RTBF speelt op dat vlak een kwalijke rol, vindt Destatte. ‘De RTBF richt zich tot een Franstalig België dat niet meer bestaat, het België van vóór de federalisering en de gewestvorming.’

De belangen van Wallonië en Brussel lopen ook niet gelijk, hoe hard Franstalige politieke kopstukken ook op beider lotsverbondenheid mogen hameren. ‘De meerderheid van de Walen heeft lak aan Brussel-Halle-Vilvoorde’, zegt Philippe Destatte, voor wie B-H-V ‘vanzelfsprekend’ moet worden gesplitst. Christophe Collignon noemt B-H-V weliswaar ‘een symbooldossier’, maar ook een dossier waar ‘geen enkele Waal van wakker ligt’.

Destatte en Collignon verdedigen een federaal België dat steunt op de gewesten. Zijn dat er bij Destatte vier – een Vlaams, een Waals, een Brussels en een nog op te richten Duitstalig Gewest -, dan zien Collignon en zijn partij in België ‘drie gelijkwaardige regio’s, met ruime bevoegdheden’. Daar ligt volgens Collignon de sleutel voor een nieuw communautair evenwicht. Bij Destatte worden de gemeenschappen gewoon opgedoekt, bij de PS van Collignon en Waals minister-president Demotte wordt de Franse Gemeenschap omgevormd tot de federatie Wallonie-Bruxelles, een biregionaal samenwerkingsverband dat de Franse Gemeenschap op termijn overbodig moet maken. Ideaal krijgt de federatie Wallonie-Bruxelles ook een territoriale eenheid, via een zogenaamde corridor die Brussel met Wallonië moet verbinden.

Met of zonder corridor vindt Destatte ‘Wallo-Brux’ een onzalig idee, contraproductief om het België van de gewesten tot stand te brengen. ‘Je kunt niet verlangen dat de Vlamingen Brussel als een volwaardig derde gewest aanvaarden en financieren, en tegelijk een ‘Wallo-Brux’ maken, waarbij Brussel wordt opgevat als een tweede Franstalig gewest. Brussel is niet Franstalig maar tweetalig en multicultureel. Bovendien vind ik als Waal goede relaties met Vlaanderen minstens even belangrijk als goede relaties met Brussel’, zegt hij.

De recente verkiezingsuitslag biedt in elk geval het voordeel van de duidelijkheid. Het lijkt gewettigd te dromen van een nieuw compromis des Belges, waarbij Vlamingen en Walen elkaar vinden in een nieuw groot communautair vergelijk. Destatte waarschuwt voor overdreven optimisme. ‘Het is bon ton te beweren dat de Belgen, met hun talent voor compromissen, er uiteindelijk altijd vreedzaam uit raken. Maar we zijn een paar keer goed weggekomen. In Voeren destijds hadden er doden kunnen vallen. Laten we dus ophouden met vuur te spelen en laten we snel beginnen te onderhandelen.’

Een federale kieskring – ‘een stommiteit’ – maakt volgens Christophe Collignon alvast geen deel uit van zo’n nieuw Belgisch compromis: ‘Wat moet Elio Di Rupo in godsnaam gaan vertellen in Oostende over een partijprogramma geschreven op maat van Wallonië?’

DOOR HAN RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content