In afwachting van de verkiezingen op 29 mei, die over de toekomst van de vrede moeten handelen, inventariseert Israël de problemen.

EEN BERICHT UIT HEBRON

BUS 160 in Jeruzalem is speciaal, net als bus 161, die naar Goesj Etzion rijdt. Bus 160 is gepantserd, ze heeft dubbele ruiten van kogelvrij glas, een metaaldraadwerk voor de voorruiten en een gewapende soldaat op de eerste bank. Bus 160 rijdt naar Kiriat Arba en Hebron, waar de harde kern van de radicaal rechtse kolonisten huist. Ze zijn een schande voor Israël en een gevaar voor de staat en de vrede volgens één kamp ; een niet te grote collectie vrome en doodsbange joden volgens een ander. Door het pantserglas ziet men een stuk Jeruzalem voorbijglijden : de wit-met-blauwe verkiezingsaffiches van een zich wel zéér mat aandienende campagne. De affiches zijn praktisch identiek, het enige verschil dat de Hebreeuwsonkundige passant merkt, zit in de koppen die erop staan : die van premier Shimon Peres, die van Benyamin Netanyahu, genaamd Bibi, van het oppositievoerende Likoed-blok. Van ver lijken ze zelfs wat op elkaar.

Ze hebben elkaars propagandathema’s geruild. Shimon Peres, de bewerker van de vrede met de Palestijnen, de antithese van de vermoorde Yitzhak Rabin, de man die nooit in het leger is geweest of het scheelt niet veel, voert campagne in het teken van Kracht en Veiligheid. Bibi Netanyahu, die weliswaar aangekondigd heeft dat hij ?bestaande akkoorden? zal respecteren (hij zei er niet bij wannéér), wil naar de Ware Vrede met de Likoed. De angstdroom van velen in het vredeskamp is dat hij, als hij zou winnen, de bestaande situatie in de ?Gebieden? zal bevriezen voor onbepaalde tijd, wat een in de Palestijnse Gebieden onleefbare situatie zou geven, en een waarschijnlijk letterlijke tijdbom onder Israël zou steken.

Maar zelfs dààr wordt de campagne niet levendiger mee. Er zijn zelfs aanwijsbare pogingen om de opwinding nog wat te drukken, alsof men bang is een vuur te doen oplaaien dat men achteraf (als er coalities gemaakt moeten worden) niet meer zou kunnen blussen. Israël test immers een nieuw kiessysteem uit. Voor het eerst worden er rechtstreekse verkiezingen voor de eerste-minister gehouden : wie die wint, vormt de regering. De parlements- of Knesset-verkiezingen daarnaast gaan dan over zetels, regeringsmeerderheden, mogelijke coalities. Aangezien de race weer nek aan nek lijkt te verlopen, verwacht men veel van de stemmen van de Israëlische Arabieren, en van de pas ingeweken Russische joden : als die voldoende zetels halen, en daarmee dan naar Peres gaan, heeft die misschien de inbreng van de Nationale Religieuze Partij niet nodig. Zoniet… Vroeger bepaalden de kleine religieuze partijen op de wip niet slechts de coalitie, maar ook de premier : dàt fenomeen beoogt de vernieuwing teniet te doen.

SETTLERS.

Kiriat Arba is een nederzetting een paar kilometer buiten Hebron. Er is op het oog niets aan te merken, behalve een nadrukkelijke aanwezigheid van het leger, en het feit dat de meeste mannen er gewapend bijlopen. Een nederzetting : bomen en bloemen rond doosvormige huisjes, het soort wijk dat Israëli’s automatisch lijken te maken als ze zich ergens inplanten. Achterin, achter het parkje bij de bushalte en de twee cafetaria’s, het graf van de Moordenaar : Baruch Goldstein, arts van zijn beroep, die in Hebron in de moskee van het Graf van de Patriarchen 29 of meer biddende Palestijnen doodschoot. Hij was van Kiriat Arba en werd hier door sommigen gevierd werd als een held en een martelaar. Zijn marmeren graf kijkt uit op de vlakte, en heeft plaats rondom zich om veel bezoek te ontvangen.

Het contrast met het oude, morsige Hebron treft. Hebron is de oudste joodse stad, een der oudste plekken in het Midden-Oosten, een mini-uitgave waar alle problemen, tragedies, contradicties van joden en Arabieren in het klein geconcentreerd zitten. In 1929 werd hier een pogrom georganiseerd waarbij 67 joden vermoord werden, de overlevenden werden door het Britse bestuur ?geëvacueerd?. De vijfhonderd militante joden die de oude joodse wijk van Hebron nu bevolken, de harde kern onder de harde kernen, zijn na de Zesdaagse Oorlog in 1967 hier gekomen, als een soort voortrekkers van wat nu het settlers-probleem is. Ze hebben schoongemaakt, gebouwd, gerestaureerd. Een cultureel centrum gemaakt, schooltjes, kindertuinen en appartementen. Ze kunnen niet méér mensen huisvesten dan er nu al zijn. Om bij te bouwen dat is hun grote ambitie , hebben ze een vergunning nodig, die kunnen ze in het beste geval eerst na de verkiezingen verwachten.

Want Hebron is Palestijns gebied. De harde kern van vijfhonderd man is omringd door een Palestijnse bevolking, op de hellingen rondom, van rond de 120.000 man. In Kiriat Arba wonen nog eens een zesduizend joden, daarbuiten is er alleen nog Tsahal. Het leger. En nu wil het noodlot toch dat de vredesakkoorden van Oslo II voorzien dat Hebron aan de Palestijnse Autoriteit wordt overgedragen ook al mogen de vijfhonderd er blijven wonen , en dat het leger er wordt teruggetrokken. Dat moest de vierde mei gebeuren, en meteen zagen de vijfhonderd zich in het middelpunt van een rampenscenario geplaatst : het leger weg en zij omringd door tot de tanden gewapende Palestijnen Palestijnse politie dan wel, maar dààr moeten de niet van racisme gespeende vijfhonderd maar wat mee lachen.

Dat ze zichzelf wetens en willens in die situatie gemanoeuvreerd hebben om onbeperkt chantage te kunnen plegen op de Israëlische regering die ze willen dwingen, in naam van hùn veiligheid, de vredesakkoorden te verbreken en het proces op de helling te zetten ze zullen het niet ontkennen, maar dan grijpen ze weer terug naar de drieduizend jaar joodse geschiedenis in Hebron, die niet zomaar weggeveegd mag worden omdat Yasser Arafat het vertrek van alle kolonisten uit de stad eist (sinds de moordpartij van Dr. Goldstein zijn ook de Palestijnse gemoederen hier witheet gestookt, Hamas en de Islamitische Djihad moeten veel aanhang hebben in Hebron). En dààrmee hadden ze Shimon Peres dan weer in de tang, aangezien die aan de Palestijnen beloofd had zijn militaire ?redeployment? dadelijk uit te voeren toen zij hun Palestijnse Charter gewijzigd hadden. En die al onmiddellijk zijn woord moest opeten, omwille van de verkiezingen, en nu al laten weten heeft er tot na 29 mei, de verkiezingsdatum, mee te zullen wachten.

VREDELIEVEND.

In deze gespannen atmosfeer lijken wel ongelukken te moéten gebeuren. Zelfs de harde rechtervleugel van de Likoed zal tot die conclusie gekomen zijn : de vorige dag nog is de dikke superhavik generaal Ariël Sharon hier zijn getrouwen komen toespreken. Ze hebben een optocht gehouden in Hebron, ze hebben goed laten zien met hoeveel ze waren. Wat Sharon gezegd heeft, vertellen ze niet. Maar ze zijn ineens gematigd en vredelievend geworden. Ze dragen hun wapens om zichzelf en hun vrouw en kroost te verdedigen als de Arabieren met bijlen en messen komen. En ze zijn opvallend welgemanierd tegen de pers. Het gerucht ging al dat Sharon op ronde was om olie op de golven te gieten met het oog op de grotere inzet bij de verkiezingen.

Zullen ze blijven ? Uit zichzelf zullen ze niet weggaan en ze hebben hun laatste pijlen nog niet verschoten, na deze voorlopige overwinning : het leger is daar nog, ondanks alle beloften van Peres. Men ziet ook niet in hoe de regering hen kan dwingen weg te gaan dat durfde ook Rabin niet, na de moord van Goldstein. Maar eigenlijk kunnen ze ook niet blijven. Hebron oplossen, hoort men al eens, is hetzelfde als het probleem van het hele Midden-Oosten oplossen. Momenteel heeft hard rechts daar het initiatief, en gaat de gemeenschap er lijnrecht op nieuwe conflicten af. En links heeft er bitter weinig ideeën over. (Anders zouden we die wel te horen gekregen hebben.)

Want ?de Israëlische linkerzijde?, zei ex-minister Shulamit Aloni bars in haar telefoon, ?heeft nog nooit bestaan. Wat er was, dat was een vredesbeweging, en die ligt nu in duigen. Een echt links programma, van sociale rechtvaardigheid en emancipatie en wat niet al, dat moet hier allemaal nog gemaakt worden.?

Eens men het één keer gehoord heeft, komt het van alle kanten tegelijk. Ook voor Daphna Golan, die met de organisatie Jerusalem Link aan vrouwenwerking doet : ?We waren zo bezig te ageren voor vrede,? zegt ze, ?dat we de linkse dingen voor na de vrede gelaten hebben. En nu is alles zoveel ingewikkelder geworden…?

Want wat voor een vrede dat moest zijn, daar had die vredesbeweging zich eigenlijk óók niet mee beziggehouden. Dat de Palestijnen een staat moesten, dat was gemakkelijk. Maar nu, wàt voor een staat ? Nu beseft men, dat men geen plan voor de vrede heeft. Toen Oslo er aankwam, voor vrede, was er ineens de vraag : wàt voor vrede ? ?We weten niet goed meer wat eisen,? zegt Daphna Golan, ?het is nu ook moeilijker de mensen te organiseren?. De vredesbeweging, indertijd, was niet ?links?, al was het maar omdat ze de steun van de Amerikaanse joden nodig had. En nu is er een bijzonder klein verschil tussen de verkiezingsprogramma’s van Peres en Netanyahu, als men de vredesproblematiek buiten beschouwing laat : het is geen toeval dat die affiches zo op elkaar lijken. Meretz, voor de ogen van de wereld de radicale linkervleugel van de travaillistische regering, is volgens ingewijden grotendeels (want Meretz is zélf een coalitie) niet meer dan een ?liberale? partij. En het electoraat komt vaak in de buurt van de absolute onverschilligheid : ?Geef die Palestijnen hun staat maar,? klinkt het vaak, ?geef ze maar wat ze willen, zo lang wij ze niet hoeven te zien.?

Toch ontbreekt het niet aan sociale en maatschappelijk thema’s voor een linkse beweging in Israël. Het verschil in afkomst tussen diverse groepen joden zelf leidt tot regelrechte discriminatie en klassenverschillen : tussen de Ashkenazi’s en de Sefardische joden gapen kloven van inkomsten, onderwijs, toekomstkansen. Het wordt nodig voor de partijen een ?sefardische jood van dienst? te hebben, zo weinig zijn er in de leidingen doorgedrongen. Van de Ethiopiërs spreken we niet, de Russen zijn nog steeds goedkope (hooggeschoolde) arbeidskrachten aan het leveren, en helemaal beneden op de sociale ladder staan de Israëlische Arabieren, de tweederangsburgers bij uitstek. Het lijkt wel dat al die groepen en problemen gewacht hebben tot de kwestie met de Palestijnen uit de voeten was, eer ze zelf de aandacht kwamen eisen die hun toekwam. Dat wil zeggen : nu, na de komende verkiezingen. Het belooft boeiend te worden, met een vrede in wording, een Palestijnse staat in de steigers, en een gigantische Israëlische identiteitscrisis.

Sus van Elzen

De rol van de Israëlische

Arabieren.

Israël maakt zich klaar voor de verkiezingen van 29 mei : welke toekomst voor welke vrede ?

Een yeshiva-student met bijbel en geweer : het gevaarlijke Israël ?

Gewapende soldaten bij de halte van bus 160

Het monumentje op de plaats waar Yitzhak Rabin vermoord werd.

Avram Burg : midden in een diepe identiteitscrisis.

Benny Begin : het vredesproces is nooit begonnen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content