Review | Nieuws

Barokke Opera herontdekt

De Vlaamse Opera waagde het om een zeventiende eeuwse Venetiaanse opera nieuw leven in te blazen. Maar of dat lukte is zeer de vraag.

Claudio Monteverdi was pas zes jaar dood toen Feancesco Cavalli in 1649 zijn “Giasone” schreef. Hij schreef dit voor een operahuis in Venetië dat zich niet in de eerste plaats tot de edelen en potentaten richtte, maar tot een betalend publiek. In Venetië waren er meerdere concurrentiële operahuizen, je zou de situatie bijna kunnen vergelijken met filmzalen tegenwoordig. Alle op zoek naar de grootste publiekstrekkers. Dat heeft natuurlijk zo zijn gevolgen voor het soort opera’s dat gespeeld worden. Geen verhalen meer over de goedwillendheid der goden- als vermomd eerbetoon aan de broodheer, maar eerder commercieel rendabele platte scherts. Vertoningen voor tijdens het carnavalseizoen. De goden en de mythische figuren worden belachelijk gemaakt. Dikwijls is het een parodie op de feitelijke politieke toestanden of plaatselijke schandaaltjes. Hier wordt het verhaal van Jasoon en zijn argonauten dunnetjes gevolgd. De personages kloppen niet met de mythische, er zijn verhalen door mekaar gemengd en toegevoegd. De afloop wat bijgewerkt. Jasoon keert naar de huiselijke haard terug. Maar wie bekommert zich daarover. Pikant detail is natuurlijk dat de mythische Jasoon Medea uit Colchis naar Griekenland heeft gebracht. Wat dan aanleiding gaf tot nog een reeks opera’s over deze vurige en jaloerse tovenares.

“Giasone” is bij wijze van spreken zelfs de perfecte opera. Of wat opera zou moeten zijn. Muziek en verhaal houden mekaar nog perfect in evenwicht. De muziek dient het verhaal en houdt het vooral niet op. Later zou het belang van de muziek almaar groter worden en zal opera verworden tot slechts een vehikel voor virtuozen. In zijn tijd was Giasone dan ook een hit, één van de populairste van zijn tijd. De opera brak internationaal door. Toch is hij in deze tijden nog nauwelijks gespeeld. De Vlaamse Opera nam de uitdaging aan. Wat we te zien en te horen kregen, was een ten onrechte vergeten meesterwerk. Met de prachtigste muziek. Die bij momenten, vooral in de erotisch langoureuze liefdesduetten aan Monteverdi deed denken. De muziek is zes jaar jonger dan Monteverdi’s “L’incoronazione di Poppea”. De muziek werd gezongen door prachtige jong solisten. Christophe Dumaux, de Giasone, is een contratenor die stevig op zijn benen staat, trefzeker en met een zekere koelheid die zijn stem eigen is. De Amerikaanse Robin Johannsen als de wettige echtgenote van Giasone, Isifile, heeft een warme sopraan, expressief en eenvoudig. Feeks van dienst was Medea, hier gezongen door Katarina Bradic, we zagen haar geregeld in de Vlaamse Opera. Een vrouw met talent, temperament en dynamisme.

Slechter nieuws uit de orkestbak. Voor deze gelegenheid werd geen beroep gedaan op één van de talloze barokensembles die Vlaanderen rijk is. Om economische redenen speelde het orkest van de Vlaamse opera. Aangevuld door gespecialiseerde barokinstrumenten. Wat er misging is onduidelijk. Maar er was duidelijk geen samenhang tussen de strijkers (van de opera) en de continuo en de blazers (barokinstrumenten). Er werd vals gespeeld, ook ongelijk. Zelden dat we zo’n slechte prestatie te horen kregen. Lag het aan de dirigent Frederico Marco Sardelli, die nochtans duidelijk dirigeerde, lag het aan een slecht huwelijk tussen de instrumenten? Hier werd duidelijk bespaard op kwaltiteit.

De regie was in handen van de jonge Parijse regisseur Mariame Clément. In een decor van Julia Hansen maakte ze van deze opera een groteske. Het hele podium stond vol. Vol met zaken die open konden gaan, van waaruit figuren of zaken te voorschijn konden worden getoverd. De moderne versie van de theatermachinerieën uit Cavalli’s tijd. Modern, want de deurtjes zaten in vaten, containers, kelderluiken. Bij iedere actie ging er een deurtje open, een antieke deurenkomedie als het ware. Al dat materiaal neemt veel plaats in beslag en de zangers stonden daardoor op een kluitje. Door een groteske er van te maken, mikte Clément op een gulle lach. Het libretto geeft daar aanleiding toe. Totaal political oncorrect wordt er gelachen met een stotteraar (overigens mooi uitgecomponeerd). Jasoon is een dubbelzinnige opportunist. Commedia del’ arte, grand guignol. Poppenkast. Soms grappig, soms er ver over. Clément zal nog wel leren om ook het midden tussen vinden tussen echte emoties en boertigheid. Onderhoudend theater, maar het duurde wel lang. Enkele knippen hadden “Giasone” misschien meer gediend.

Lucas Huybrechts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content