De belegering van Isabelle Huppert

© Michiel Hendryckx

Bijna kwam de Franse filmster Isabelle Huppert zaterdag Arthur Rimbaud voordragen: Guido Lauwaert projecteert alvast de film van de komende Nacht.

‘Je suis désolée mais Isabelle Huppert ne peut pas répondre favorablement à votre invitation de “La nuit de la Poésie” le 2 avril prochain, elle a déjà des engagements à cette date. Nous vous remercions en son nom.’

Met dit bericht, vorige donderdag, kwam er een einde aan een lange belegering. In alle stilte is gewerkt om de Franse steractrice Isabelle Huppert naar de Nacht van de Poëzie te krijgen en haar gedichten te laten voordragen van Arthur Rimbaud. De prachtige vertalingen van Paul Claes zouden dan boven haar schattig ros hoofdje met sproeten geprojecteerd worden.

Ik had haar al benaderd in november vorig jaar, toen zij Un tramway speelde tijdens de Berliner Festpiele. Na afloop van de Duitse première was er een diner. Dankzij de persdame mocht ik niet mee aanzitten. Ik heb haar toen een persmap van de NvdP bezorgd, samen met een folder van de Vooruit. We zullen zien, was haar antwoord. April is nog een half jaar. De dag daarop was er na de voorstelling een perspraatje. Ik zat op de eerste rij, pal voor haar en nadien was er een tweede kort gesprek. ‘Rimbaud! C’est le plus grand. Un copain.’ Het ijs was gebroken. De weken en maanden daarop werd zij via haar agent bestookt met mails en telefoontjes, de ene zakelijk, de andere hartelijk. Als je als man wat wil bekomen van een vrouw moet je haar als een dame behandelen, zelfs al is ze viswijf [sweet Molly Malone].

Tijdens de veldslag werden de verhoudingen losser. Begin dit jaar bleek haar komst af te hangen van haar agenda. Met de Franse cinema is het niet anders gesteld dan met de Belgische. Het binnenhalen van budgetten is een harde strijd, die véél langer duurt dan het draaien + de montage van de film. Maar eenmaal de budgettering rond is wordt er meteen gedraaid. En dat is nu precies wat ons allen parten heeft gespeeld. Ze is momenteel ‘en tournage’ in en rond Parijs. Dat viel desnoods te omzeilen, zo bleek uit een van de laatste mails. Maar er was ook nog de geplande première van een film waarin zij participeerde. De datum lag nog niet vast. Een paar weken geleden viel het verdict: 1 april, in Istanbul. Twee april viel met de beste wil niet meer te halen. Einde van de strijd.

Geen mademoiselle Isabelle. We zullen het dus ‘onder ons’ houden, het grootste poëtisch familiefeest van Europa en omliggende straten. Maar niet getreurd. De dis ziet er eerlijk gekeurd en heerlijk gekleurd uit. Veel dichters, veel muziek en andere lollekens. Van porno tot Adorno. Naar verluidt heeft de dichter Dirk van Bastelaere vier extra tickets gevraagd, die ook toegang verlenen backstage ‘noodzakelijk voor een goed verloop van mijn bijdrage’ zoals hij schreef. Voor zijn bodyguards veronderstel ik. En een wasmachine vroeg hij ook. De vuil onderbroeken die hij verwacht wil hij wel meenemen, maar dan gewassen. Jan Bucquoy heeft gesmeekt dat hij wasman mocht zijn. Wat werd geweigerd. Hij is in staat om de broekjes te strijken, niet met stijfsel maar met urine van eigen blaas.

Een vaste gast van de NvdP was Drs P, pseudoniem van Heinz Polzer. Door slijtage kan hij niet aanwezig zijn, wat hij betreurt. Maar niet getreurd. Jan De Smet [De Nieuwe Snaar], samen met Arne van Dongen en Fay Lovski, brengt levensliederen van de hand en tand van de droogste humeurus van de lage landen. Toen ik vorig jaar via het goeie ouwe telefoonapparaat een afspraak met hem maakte, stelde hij een plaats voor waar we rustig konden keuvelen. Halverwege zijn routebeschrijving pauzeerde hij voor iemand die op de achtergrond stond in te breken. Toen zij uitgesproken was zei Heinz klaar en duidelijk in de hoorn, maar ook voor haar oor bestemd: ‘Mijn vrouw probeert mij raad te geven, maar wij hebben haar advies niet nodig, hé Guido!’

Andere spoel op de projector. Kortfilm. Kent u de covergroep De Alzheimers? De zanger is Marc Ruyters, hoofdredacteur van ART. Met veel inzet bonken, schreeuwen ze erop los. Toen ik hen een keer bezig zag moest ik denken aan het bandje van de Muppett Show. Wie bedenkt nu in godsnaam zulke naam voor een bandje, vraagt u zich terecht af. Wel, tis simpel, Marc Ruyters himself. Het is een liefdesverklaring aan zijn vriendin, niemand minder dan professor dokter Christine van Broeckhoven. Marc, de schat, brengt ene altere vriend mee, om te zorgen voor interludia. De bekende journalist, essayist en kunstkenner Jef Lambrechts. Benieuwd wat hij uit zijn Venitiaanse mouw zal schudden.

Derde kortfilm. Het Poëziecentrum verzorgt de Nachtwinkel. De nieuwste bundels van de optredende dichters. Elders in het gebouw zijn er standjes van bibliofiele uitgevers. Curiosa à volonté te koop. Laaggeprijsd. Sla toe, want over 25 jaar zijn sommige goud waard. Ik was in 1984 bij een bankier van de Bank van Parijs en de Nederlanden, om te bedelen voor geld voor de NvdP. Hij beet niet. Kwaad wees ik naar beelden en schilderijen die zijn kantoor versierden. Een veelvoud bevond zich in de kantoren van zijn secondanten, de inkomhal, de gangen. Er hingen en stonden er zelfs in de toiletten. ‘Pfff!,’ zei hij. ‘Het grootste deel is brol, maar enkele zijn al meer waard dan de aankoopprijs van het geheel.’ Ik voelde mij vernederd, in naam van de kunstenaars, maar in wezen had hij gelijk. Niet iedereen breekt door… en zeker niet wanneer het je goed uitkomt. Bij het buitengaan deed ik wat ik meermaals heb gedaan wanneer ik mijn zin niet kreeg. Ik opende een pocketfles met de Gebottelde Gedichten van Marcel van Maele. Korte tijd later begon het te stinken, te stinken in zijn kantoor. De man kreeg het benauwd, ontdekte de fles en liet mij roepen. Hij vroeg me hem te verlossen. ‘Dat kost 100.000 frank,’ zei ik. Hij belde een kassier en even later kon ik cash het bedrag op zak stoppen. Toen las ik een gorgelrijm voor van Cees Buddingh en werd hij op slag beter. De dichter stierf een jaar later. Ja, de ene zijn brood is de andere zijn dood.

Volgende filmspoel. Praatprogramma. Op de poëziezolder wordt rond half tien het eerste nummer van de negende jaargang van Het Liegend Konijn voorgesteld. Hoofdredacteur Jozef Deleu is de gastheer en Gerrit Komrij, Leonard Nolens, Pieter Boskma, Bo Vanluchene en Bart Vander Straeten lezen hun bijdrage voor. Je ziet, sommige dichters treden meer dan eens op. Esmé Bos en Bart Voet zorgen voor een muzikaal aardigheidje. Als de boel schoongeveegd is wordt de zolder ingenomen door Jelle Van Riet en Piet Piryns. Als twee oudgedienden van de Stasi verhoren zij Michael Horovitz, Leonard Nolens, Remco Campert, Jules Deelder, Ingmar Heytze, Menno Wigman, Benno Barnard en al wie hun voor de voeten loopt. Wie van SMS houdt weet waar hij moet zijn between ten pm en 1 am.

Kortste van de kortfilms. Documentaire. Maud Vanhauwaert, de Venus van de Olympos, net bevallen van haar eerste bundel,’ Ik ben mogelijk’, registreerde via een wonderlijk computerspel het schrijfproces van een aantal dichters. In het foyer van de Concertzaal wordt het resultaat vertoond en herhaald tot de laatste toeschouwer gezien heeft wat een dichter te lijden heeft bij het schrijven van een gedicht. Jelle Van Riet discussieert met Maud over deze martelpraktijken ten bate van kunst en wetenschap.

Pauze. Even de stad in geweest. Zag Inge Braeckman. Ze is doodzenuwachtig. Nadat ze haar koffie op had kroop ze weer haar fiets op. ‘Weet je wat’, zei ik. ‘Je rijdt met je fiets over de catwalk, houdt een surplasse bij de microfoon en hup je braakt je gedichten. Vervolgens demitour en vlam, een spurt naar catacomben.’

Volgende filmspoel. Televisieserie. Ik ben helemaal weg van Dennis Potter. De series die hij voor de televisie schreef zitten vol met liedjes uit de jaren 20, 30, 40. Amerikaanse, Engelse liedjes. Teddybeers Picknick. We’ll meet again. Aan Potter en zijn serie denk ik als ik zie dat het 18-koppig orkest Score Man rond pianist en arrangeur Thomas De Prins de NvdP zal openen. Een ballroomorkest, heerlijk! Voor zulke serie blijf je thuis, voor zulke orkesten ga je zitten bij een goed glas wijn, een prachtvrouw aan je zij, ze slaat geen lulkoek uit, ze praat op zachte toon, nipt aan haar glas, blik naar je mond gericht. A rose is a rose is a rose. Have a right or have a right? [Michael Gambon in The Singing Detective].

Ook Roland is een serie voor mij. Die nooit verveelt. Hij was er al bij op Kazuno [nu Nekka]. Eén verzoek vroeg ik hem. Zijn bluesversie van Pieter Breughel in Brussel, naar muziek en tekst van Wannes van de Velde. Roland zal er zijn met Eric Andersen. Wie dat is. Ga googlen, man. Ik heb geen tijd om in details te treden. Ik moet voort. De Nacht komt eraan. Dé Nacht. En vóór of na hem Vitalski. Hij zal chansons brengen met aan de vleugel Martin Jansen.

Wat ligt er nog op het schap? A! Hier, een spoel. Ontdekkingsreizen. Ben ik een beetje blij dat er ook voor mij nieuwe dingen te ontdekken vallen. Als je wat ouder wordt, en je gezondheid je een paar maal flink parten heeft gespeeld, ga je niet meer ’s nachts snuffelen in kroegen en clubjes. Het zal daarom deugd doen kennis te maken met Marino Punk, Phazon One, Ellen ten Damme die Mulisch zingt, The Nits zingen Reve uit het graf in Machelen a/d Leie, Tom Pintens kust met veel noten op zijn zang Remco Campert in onze oren, Les Oiseaux de Moqueurs, Mr. Jaynickel, Wouter Buyst, Spinvis. Allemaal in het nest bij de rest van de Nacht gedropt door curator Michaël Vandebril. Hij vertelde me dat afsluiter Spinvis op z’n minst 20 minuten moet opstellen. In de wachttijd zullen filmfragmenten van vroegere Nachtedities vertoond worden. En als Spinvis zijn laatste noot gezongen heeft, is het tijd voor napraten, laatste bestellingen, de laatste kus, een Russische knuffel, het wachten op de dag.

Voorlaatste spoel. Stills. Fotograaf Andy Huysmans ontvangt in zijn studio alle dichters van de NvdP. Het publiek kan toekijken. Versmelting van fotograaf en dichter in momentopnames. Een seconde verschil kan een heel ander beeld geven. In een tweede studio kan u zichzelf laten fotograferen, met uw favoriete dichter, in een doodskist, boven een doopfontein, als communicantje… met uw favoriete vriend, vrienden, mannen links, vrouwen rechts. De foto wordt geprint en kan u wat later ophalen. Souvenir. Loop ook eens langs op de stand van het Poëziecentrum. Het boek van de NvdP, heerlijk werk van het trio Harold Polis, DOOREMAN en Michaël Vandebril, zal te koop zijn aan bodemprijs, 8.45 euro. Enkel op de NvdP!!!!! Van alle dichters 1 gedicht en een katern foto’s. Allen Ginsberg, Hugo Claus, Jules Deelder, Herman de Coninck, William Burroughs, et cetera. Ook publiekfoto’s van vorige edities. Misschien herkent u zichzelf als zuigeling.

Laatste spoel. Trailer. Of is het een reclamespot? De NvdP is een reis rond de wereld van zonsondergang tot zonsopgang. Kijk op uw scheurkalender en u weet wanneer hij begint, wanneer hij eindigt. Alles kan, niets moet. Vrees nooit de vrijheid. Tem haar niet maar toon haar, uw eigen vrijheid en vrede. En om de vrede van de Nacht zijn maar één soort mensen niet welkom op de NvdP. Oorlogsmisdadigers. Zoals Pieter De Crem.

Het doek valt met een gedicht. Over de stad van de Nacht. Van een dichter die er ongetwijfeld graag bij zou zijn geweest moest hij nog leven, René De Clercq.

Gent Gent! Vol klinkt uw naam, kort als een daad, vast als ’t ciment van Vlaanderens wezen en zijn faam. Vechtstad, in heel de wereld staat, voor goed en kwaad, geen burcht van koppigheid opeen als in uw oud stout steen. Eeuwen zijn meêgeperst door elken muur, door elk gewelf. Als ooit dit harde, harte berst, sterft Vrijheid zelf. In Gent heb ik geleefd, in Gent heb ik geloofd. Daarom draag ik zoo hoog mijn hoofd als een die kop en schouders heeft. Kort als een daad, vast als ’t ciment van Vlaanderens wezen en zijn faam, vol klinkt uw naam, Gent! Wees erbij. Op 2 april. In Gent. De Vooruit. Want de Nacht van de Poëzie wordt niet jaarlijks georganiseerd. Deze theaterproductie waarvan maar 1 voorstelling is, wordt opgevoerd als tijd en plaats geschikt zijn. Men zal echter wel weten, net zoals dat nu het geval is, lang vooraf, het hoe en het waarom de nacht kantelt in de plooien van de poëzie.

Beste jongens en meisjes! Wij verlaten in stilte maar met gestrekte rug de klas en begeven ons nu naar de kapel voor de jaarlijkse mis van de patroon van onze school: Paul van Ostaijen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content