Meisjes achtergesteld in hongerperiodes

In hongerperiodes krijgen jongens meer te eten dan meisjes.

Niet alle culturen in de wereld aanvaarden het biologische dogma dat meisjes belangrijker zijn dan jongens. Meisjes dragen meer bij tot de voortplanting dan jongens.

Toch worden in vele – vooral door mannen gestuurde – maatschappijen jongens als belangrijker ervaren. Dat komt onder meer omdat vele maatschappijen uitsluitend door mannen bestuurd worden, en dat vele familiale situaties steunen op mannelijke lijnen, van vader op zoon meestal. Een te veel aan dochters wordt dikwijls als een probleem ervaren.

Patrick Kolsteren van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen meldt met een aantal collega’s in het vakblad Pediatrics dat in Ethiopië in omstandigheden met een chronisch voedseltekort meisjes dikwijls minder eten krijgen dan jongens, met grotere gezondheidsproblemen tot gevolg. De conclusie volgt uit onderzoek waarin voor het eerst de kinderen zelf werd gevraagd naar hun wedervaren. Dubbel zoveel meisjes als jongens vertelden dat ze ziek waren geweest als gevolg van voedseltekort. Terwijl ze biologisch gesproken taaier zijn dan jongens. Cultuurverschillen geven hier de doorslag.

Bij kinderen in gezinnen zonder hongerproblemen rapporteerden jongens en meisjes evenveel gezondheidsperikelen. Hulpverleners zouden er dus over moeten waken dat meisjes niet achtergesteld raken bij de opvang van hongerperiodes.

Dirk Draulans