Van de 136 keer dat hij tegen Ierland in balbezit kwam, kwamen er 127 passes goed aan.
Vicente Del Bosque loofde na het duel tegen Ierland (4-0) zijn twee centrale verdedigers (sic). De internationale pers focuste op de twee goals van Fernando Torres, herboren na zijn misser tegen Italië, terwijl de nationale pers lof had voor de twee offensieve vleugelbacks, Arbeloa en Jordi Alba, die steun gaven zonder verdedigend risico’s te nemen .
Maar indruk bij La Roja maakte op ons Xavi, die in de statistieken een record brak. Van de 136 keer (!) dat hij tegen Ierland in balbezit kwam, kwamen er 127 passes goed aan. Oké, soms tikt hij eenvoudig breed, maar het is toch indrukwekkend.
Hij brak daarmee een record: Ronald Koeman kwam in 1992 in de wedstrijd tussen Denemarken en Nederland 117 keer in balbezit. Spanje, dat tegen de Ieren 78 procent balbezit had, speelde de bal in totaal 860 keer rond. Ook al een record.
Xavi (32) blijft bij La Roja de draaischijf. En, anders dan de vorige jaren, zit hij nog relatief fris, ‘dankzij’ een scheenbeenletsel dat hem vorig seizoen geregeld parten speelde.
Andere jaren eindigde Xavi, vier jaar geleden op het EK nog door UEFA uitgeroepen tot beste speler van het tornooi, een seizoen met meer dan 50 wedstrijden op de teller, nu kwam hij naar het EK met ‘amper’ 38. Minder minuten, maar wel méér efficiëntie, 13 doelpunten bij Barça, dat is voor hem een zeer goed cijfer.
In een interview met El País in maart 2011, naar aanleiding van zijn honderdste interland, legde hij onder meer het verschil uit tussen een Catalaans en een Madrileens voetballer, na de match tegen Italië nog een topic bij La Roja.
“We komen zeer goed overeen, maar er zijn verschillen. Een Catalaan, of iemand die bij Barça is opgeleid, zal altijd meer aandacht besteden aan verzorgd spel. Een Madrileen is competitiever ingesteld, mentaal sterker, hij zal nooit de armen laten zakken.” (PTK)
