Turkije maakt zich op voor de komende oorlog tegen buurland Irak en voor wat daarna moet komen.

Er is een tijd geweest, en oude Arabieren herinneren zich die nog, dat Istanbul de hoofdstad was van het Ottomaanse Rijk en met respect werd aangeduid als ‘de Sublieme Poort’. Later keerden de Arabieren zich af van Istanbul, het Rijk werd Turkije – veel kleiner – en Kemal Atatürk verhuisde zijn hoofdstad van Istanbul naar het nu veel centraler gelegen Ankara. Dat interesseerde de Arabieren niet, en de desinteresse was wederzijds.

Met de Koude Oorlog neigden de Arabieren, net gedekoloniseerd, naar de niet-gebonden-landen of zelfs naar de Sovjet-Unie, en Turkije koos voor het Westen. Het werd lid van de NAVO, een frontlijnstaat tegen Moskou. Een lekenstaat met een islamitische bevolking, de enige in een islamitische oceaan. Na de eerste Golfoorlog tegen Irak, die Turkije een hele hap uit zijn kwetsbare economie kostte en waarin het, uiteraard, aan de kant van de westerse coalitie stond, knoopte het een strategische ‘entente’ aan met Israël. Die ging over economische samenwerking, ook in de bewapeningsindustrie, tot en met militaire samenwerking en gezamenlijke manoeuvres met Amerikaanse en Israëlische troepen.

Vanuit Israëlisch oogpunt gezien was dit een logische alliantie met een niet-Arabisch moslimland dat groot genoeg is om de Arabische landen te beïnvloeden. Een soortgelijke alliantie had Israël ook onderhouden met Iran ten tijde van de sjah, destijds eveneens een VS-bondgenoot. Vanuit Turks oogpunt gezien was het een verdieping van zijn verankering in het Westen en militair, politiek en economisch een versterking van zijn positie op de wip tussen Europa, Amerika, en de islamitische wereld waar de aardolie zit.

Maar nu de tweede Golfoorlog tegen Saddam Hoessein in alle ernst wordt voorbereid en de Turken net een nieuwe regering verkozen hebben die het islamisme als vage achtergrond heeft, beginnen de dilemma’s voor Ankara zich een beetje op te stapelen. Turkije heeft immers in de eerste plaats belang bij de status-quo, en de oorlog tegen Irak dreigt die te verstoren. Turkije heeft ook helemaal geen zin in een oorlog met Irak. Het land mag dan ogenschijnlijk vol Amerikaanse vlaggen hangen, alle manifestaties die gehouden worden, zijn tegen de oorlog, niet tegen Saddam. De Turkse bevolking is bijna unaniem tegen de oorlog. Economisch is het land zich net uit een verschrikkelijke recessie aan het worstelen en een oorlog dreigt de regering meer dan tien miljard euro te kosten. De handel met Irak – legaal en illegaal – die zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld heeft, zou er wellicht door worden weggeveegd. Stijgende olieprijzen – en Turkije heeft zo goed als geen eigen olie -, buitenlandse investeringen die klappen zouden krijgen, het toerisme dat zou stilvallen, plus de te verwachten gewone schade en ellende van een oorlog, het zijn allemaal aanslagen op de Turkse economie. De Amerikanen, die Turkije bij het voeren van hun oorlog nodig hebben, zouden de pijn wel willen verzachten, maar hebben het naar verluidt slechts over een financiële hulp van vier à vijf miljoen euro.

KOERDISTAN

En dan is er nog niets gebeurd: Irak dat, als buurland, Turkije zeker nog kan treffen, heeft nog geen raketten met chemische of andere boosaardige producten afgevuurd op het dichtstbijzijnde NAVO- land dat banden heeft met Israël. Gevechten en/of bombardementen in Iraaks Koerdistan hebben nog niet, zoals in 1991, een massale beweging van Koerdische vluchtelingen richting Turkije op gang gebracht. Ook die 500.000 vluchtelingen hebben na de eerste Golfoorlog een hap uit de Turkse economie genomen, en van de beloofde hulp uit het Westen is toen niets in huis gekomen.

De oorlog zelf, en het in elkaar stuikende regime in Bagdad, hebben in het grote maar onsamenhangende Irak nog niet de middelpuntvliedende krachten in werking gesteld waar heel de regio nu bang voor is – niet alleen Turkije – maar die bepaalde haviken in de Amerikaanse rechterzijde lijken te zoeken. Het is verre van zeker dat de Iraakse sjiieten, ongeveer 55 procent van de bevolking, aansluiting zouden zoeken bij hun geloofsgenoten in Iran (waarom de ene dictatuur ruilen voor een andere?). Het is wel waarschijnlijker dat de Iraakse Koerden een en ander in beweging zouden zetten. Ze zouden wellicht niet anders kunnen, als ze hun relatieve autonomie willen bewaren. Die lijkt nu toch succesrijk genoeg, sinds de broederoorlog tussen de Barzani- en de Talabani-clans is stopgezet, om ook op de andere Koerden inspirerend te gaan werken. Op de Koerden in Iran bijvoorbeeld, en op de Koerden in Turkije.

Ankara, dat pas uit een jarenlange dure en bloedige oorlog tegen de ‘Koerdische Arbeiderspartij’ PKK komt, laat gaarne horen dat het desnoods militair zal optreden tegen elke poging van de Iraakse Koerden om zich af te scheuren en een eigen onafhankelijke Koerdische staat op te richten. Dat wordt des te geloofwaardiger door rapporten dat Turkije nu al meer dan 5000 soldaten in Noord-Irak heeft. Daarmee wordt Ankara natuurlijk kwetsbaar voor beschuldigingen uit de regio dat het eigenlijk zijn eigen stuk Irak wil inpalmen, met name de olievelden van Mossoel en Kirkuk – nu in Iraaks Koerdistan – die ten tijde van de verdeling van het Ottomaanse rijk door een verstrooide Britse kaartentekenaar bij Irak werden ingedeeld. Turkije wordt bedreigd met een militaire reactie als die beschuldigingen juist zouden blijken te zijn. Een reden te meer dus, voor de Turken, om de status-quo te verkiezen boven een oorlog die de VS niet kan verliezen, maar Turkije bij nader inzien op verschillende manieren wél.

WEIGEREN KAN NIET

Maar weigeren mee te doen aan de Amerikaanse oorlog behoort in de huidige omstandigheden niet meer tot de mogelijkheden. De banden met de VS zijn cruciaal voor Turkije, zeker nu de Europese Unie het land alweer geen toetredingsdatum tot de Unie heeft willen geven en het alleen zichzelf en de Amerikanen heeft om te weerstaan aan de zuigkracht van het radicaal islamisme, dat ook door de oorlog weer meer wind in de zeilen moet krijgen. Het enige wat de Turkse regering kan doen, is op twee fronten tegelijk strijden: inschikkelijk zijn voor de VS, én alle mogelijke diplomatieke inspanningen doen om de oorlog alsnog te vermijden. Dus gaf ze vorige vrijdag haar toestemming voor Amerikaanse militaire inspecties van de Turkse havens en luchtmachtbasissen die de VS in de oorlog zou moeten gebruiken. Gebruik van het Turkse luchtruim was eerder al toegezegd. Het stationeren van Amerikaanse troepen in Turkije zelf, wat de VS wil om een greep te hebben op de olievelden in Noord-Irak, moet door het parlement worden goedgekeurd. Daarmee is samenwerking en het gebruik van de cruciale basis van Incirlik eigenlijk toegezegd.

Maar tegelijk is een Turkse handelsmissie naar Irak gegaan met een boodschap voor Saddam Hoessein en met het dringende verzoek te gehoorzamen aan de eis van de Verenigde Naties om te ontwapenen. En de Turkse premier Abdullah Gül bezocht tijdens een rondreis in de regio onder meer Syrië, Egypte en Jordanië, om te overleggen. Als de oorlog er komt, zal Turkije immers moeten meedoen, en het zou dan liever niet als een handlangertje van de VS worden gezien, maar evenmin als een nieuwe imperialistische macht.

De inzet is enorm en Ankara heeft er zowel veel bij te verliezen als bij te winnen. Want loopt het goed af, dan krijgt het enige moderne land in de islamitische wereld wellicht de kans om opnieuw een leidende rol te spelen. Maar Turkije heeft het lot nu niet in eigen handen. En het zit er dik in dat het slecht afloopt.

Sus van Elzen

Turkije heeft in de eerste plaats belang bij de status-quo, en de oorlog tegen Irak dreigt die te verstoren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content