Beeldende kunst overtroeft poëzie in Watou

Onder de noemer “Herinnering” is het Kunstenfestival Watou aan zijn derde editie toe. Losgeworsteld uit de schaduw van de vroeger Poëziezomer, kan het kunstenfestival in 2011 bogen op zijn sterkste editie tot nu toe.

Onder de noemer “Herinnering” is het Kunstenfestival Watou aan zijn derde editie toe. Losgeworsteld uit de schaduw van de vroeger Poëziezomer, kan het kunstenfestival in 2011 bogen op zijn sterkste editie tot nu toe. Drie jaar na de laatste oldskool Poëziezomer onder Gwij Mandelinck heeft het kunstenfestival duidelijk een eigen stem gevonden.

Een tikje vaudeville moet er toch altijd zijn, in het slaperige grensdorp dat zich al zo’n dertig jaar de zomerse invasie van ‘de kunste’ moet laten welgevallen. Ook dit jaar: in de aanloop naar deze editie was commotie ontstaan over het gedenkteken voor de in 2002 overleden dichter Eddy Van Vliet. De nieuwe eigenaars van het weiland waarop Van Vliets as jaren geleden werd verstrooid, waren niet gediend van pottenkijkers die het memoriaal wilden bezoeken en haalden het zelfs weg. Na palavers mag het dan toch in het Watouse akkerland blijven staan, zij het enkele meters verwijderd van het privéterrein waarop het gedenkteken tot dusver stond. Iedereen herust.

Over naar de orde van de dag. Een poëziezomer is het Watouse festival al lang niet meer. “De formule met een beeld, gecombineerd met een gedicht is niet meer van deze tijd,” klinkt het bij Willy Tibergien van het Gentse Poëziecentrum, die ook dit jaar voor de selectie (en de verkoop) van de poëzie zorgt.

Dat wil niet zeggen dat er langs het 10 locaties tellende parcours geen poëzie meer te rapen zou zijn, wel integendeel. Rosalie Hirs, Ann Veronica en Bart Jansen bezetten bijvoorbeeld het voormalige gemeentehuis met een poëtisch taalbad, Eric Spinoy cureert de locatie Rooden Hoed. In het klooster slaan dichter Peter Theunynck en tekenares Lies Van Gasse de handen in elkaar. Een verademing om Van Gasses tekenwerk eens in it’s own right te zien, en niet als snel passerende backdrop bij de teksten of optredens van anderen – zie ook Nacht Van de Poëzie en Felix Poetry.

De poëzie wordt op de meeste locaties echter overvleugeld door de opvallend sterke selectie beeldende kunst. De schreve, de grens met Frankrijk die steeds een beetje speelt in Watou, wordt dit jaar letterlijk overgestoken voor een samenwerking met het Noord-Franse museum FRAC Nord- Pas De Calais. FRAC-directrice Hilde Teerlinck brengt stukken uit haar collectie onder in het oude rusthuis, een locatie waar de sporen van het verval langzaam door beginnen te dringen – tot drie jaar geleden werden hier nog bejaarden verzorgd. Nu woekert er werk van Pierre Huyghe, Belinde De Buyckere en de prozaische foto’s van Elina Brotherus. Drie totems met teksten uit de selectie voor de Provinciale Prijs voor de Poëzie – uitreiking in Watou op 9 juli – staan wat verweesd in de tuin van het rusthuis.

Hondsdag

Als “herinnering” het thema vormt, kan Hugo Claus in Watou niet op het appèl ontbreken. Bij leven was Claus er een graaggeziene gast en ook de laatste ‘oldskool’ poëziezomer in 2008 droeg duidelijk het stempel van Claus’ recente overlijden. Anno 2011 speelt de Meester een hoofdrol in de Douviehoeve, een locatie die na enkele jaren afwezigheid opnieuw deel uitmaakt van het parcours. De werken die Claus samen met de Kortenbergse kunstenaar Albert Pepermans maakte, vinden een stemmige stek in een voormalige landbouwloods.

Claus is overigens in goed gezelschap. In de grote loods van de Douviehoeve draait immers alles om de Duitse dichter Rainer Maria Rilke. Schilder Gerolf van de Perre ging aan de slag met De aantekeningen van Malte Laurids Brigge, Rilkes enige roman. De vroeg- 20-eeuwse Parijse werdegang van de dichter en zijn fascinatie met de dood op industriële schaal worden door Van de Perre in de verf gezet met indringende schilderijen die nadrukkelijk verwijzen naar de visuele taal van die jaren. Er hangt een wereldoorlog in de lucht, een massaal sterven en een laatste glimp van de belle époque. Douvie is bij uitstek de meeste indrukwekkende locatie van het parcours.

Gimmick

Verderop, in het Blauwhuys, ligt toch even de gimmick op de loer. Wat te denken van de ‘poëtische’ ligbank in de tuin, waaruit gecanoniseerde klassiekers opklinken? Of het werk van kunstenares Maria Roosen, die op de zolder van datzelfde Blauwhuys bowlingbalgrote kralen aan elkaar rijgt tot een -jawel- Roosenkrans. Gelukkig maakt het werk van Elke Boon hier veel goed.

Het huisje naast de parochiezaal is dan weer omgetoverd tot een soort poppenhuis: hier houdt de jonge kunstenares Sarah Bomans huis. Een dramaatje in huiselijke kring, verwijten in witte lakens geborduurd met mensenhaar. Spijtig van de studentikoze twitter- en facebookwijsheden die Bomans etaleert aan de muur van een opkamertje.

Maar wanneer de frivoliteit al te nadrukkelijk op de loer ligt, volgt een afscheid met een mokerslag: de plasticinebeelden van Anno Dijkstra in de kelder van de brouwerij. Dijkstra gaat aan de slag met beelden uit een collectief geheugen: Vietnam, Ethiopië, Tienanmen. Ook dàt is herinnering, de haast vertrouwde gruwel van die iconisch geworden beelden aanwezig stellen. Dijkstra’s werk zet aan het einde van het parcours de puntjes op de i.

Voorts belooft Watou 2011 een uitgebreid aanbod aan randactiviteiten. Poezië – en boekenmarkten, een poetryslam, auteurslezingen en theatervoorstellingen, maar ook een heus kunstendebat. Watou 2011 zit met andere woorden tjokvol. Een blik op de catalogus is geen overbodige luxe. Een zeetje van tijd om het allemaal te gaan bekijken evenmin.

Michiel Leen

Kunstenfestival Watou 2011

Van 9 juli tot en met 11 september 2011

Maandag en dinsdag gesloten

Meer info: Watou2011.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content