Frank Van Laeken

Voetbal in Antwerpen: niets te zien op het veld, des te meer achter de schermen

Frank Van Laeken Freelance journalist en auteur

Bart De Wever kan een stunt zoals tegen alle verwachtingen in toch nog eerste klasse-voetbal in Antwerpen krijgen, wellicht zéér goed gebruiken met het oog op de verkiezingen van volgend jaar.

Bij heel wat Antwerpenaren zal het avondeten maandagavond in het verkeerde keelgat zijn geschoten toen de regionale zender ATV meldde dat het stadsbestuur, samen met een handvol media- en zakenmensen, de ambitie heeft om volgend seizoen toch eersteklassevoetbal naar de metropool te brengen. Menige voetballiefhebber zal gedacht hebben aan een late aprilgrap of een nieuw initiatief: practical jokes op Pinkstermaandag. Of hadden de heren politici en bedrijfsleiders misschien te lang in het reuzenrad rondgedraaid op de Sinksenfoor?

De realiteit is hoe dan ook schrijnend in het Antwerpse voetbal. Om in de sfeer van de Sinksenfoor te blijven: het is een Spookhuis geworden. Zoals bekend is Beerschot AC eerst sportief gedegradeerd en daarna extra-sportief in een terminale fase aanbeland (geen licentie, vereffening, faillissement, in die volgorde), terwijl FC Antwerp enkele kilometers verderop aankijkt tegen een tiende opeenvolgend seizoen in tweede klasse, ook wel ‘het kerkhof van het Belgische voetbal’ genoemd. Het hoongelach en het leedvermaak met de aartsrivaal op het Kiel zullen op en om de Bosuil snel verstommen als straks blijkt dat de financiële toestand daar al even dramatisch en uitzichtloos is.

Relocatie

Als de stad Antwerpen deze onbegrijpelijke situatie – geen eerste klasse-voetbal in de grootste stad van Vlaanderen – wil aanpakken, dan moet het wel buiten de stadsgrenzen kijken. En zo hoor en lees je dan dat er wordt gedacht aan het naar Antwerpen brengen van KV Oostende, Lokeren, Waasland-Beveren, Westerlo of… vice-kampioen Zulte Waregem. Op het eerste gezicht klinkt dat absurd. Klinkklare nonsens. Wil het pas gepromoveerde Oostende 119 kilometer verhuizen om in het Olympisch Stadion te komen spelen? Zullen de supporters volgen? Idem dito voor Waregem (86 km), Westerlo (52 km) of Lokeren (37 km). Van de Freethiel naar het Kiel klinkt al minder wereldvreemd, je bent er op een dik kwartier. En dan hebben we het nog niet over de naam en de clubkleuren gehad. Sporting A in het appelblauwzeegroen?

Als er in dit land gefuseerd wordt, gaat het doorgaans om clubs uit dezelfde stad of gemeente, waar de afstand tussen de twee stadions maximaal tien kilometer bedraagt. Moeskroen-Péruwelz is de uitzondering op de regel, want die twee Henegouwse gemeenten liggen in vogelvlucht op 37 kilometer van elkaar. Onze kerktorenmentaliteit vloekt met dit soort scenario’s. Belgen zijn gehecht aan stamnummers, clubkleuren en stadions, het verval nemen we er desnoods bij.
In de Verenigde Staten, een oneindig veel groter land waar de mensen van nature veel mobieler zijn en waar de sportwereld economisch en rationeel wordt gerund, kan het wel. Relocatie heet het, met een duur woord. Zo verhuisden de Grizzlies nog niet zo heel lang geleden van Vancouver naar Memphis, een afstand van meer dan… 3.000 kilometer. En toen de Hornets van Charlotte naar New Orleans trokken, moesten ze 1.147 kilometer overbruggen. Zo gaat dat daar: clubs verhuizen naar een plek waar nog geen concurrenten zijn, bouwen daar een nieuwe aanhang op en starten from scratch. Er is geen plaats voor sentiment in de Amerikaanse profsport.

Zou het kunnen dat er nu ook in Vlaanderen vanuit een economische logica wordt geredeneerd? Neem nu KV Oostende, een… fusieclub die in 1982 ontstond door het samengaan van AS en VG Oostende. KVO werd met ruime voorsprong kampioen in de tweede klasse. Het speelde zijn thuiswedstrijden voor gemiddeld 2.640 toeschouwers, een stijging met 800 tegenover het seizoen voordien. Als het op eigen kracht naar de Jupiler Pro League komt, weet het bestuur dat het aantal toeschouwers wel zal stijgen (misschien halen ze zelfs de vierduizend), maar ze moeten ook zwaar in de portemonnee tasten om het stadion aan te passen aan eerste klasse en een competitieve spelerskern samen te stellen. Bovendien: de concurrentie in West-Vlaanderen is moordend met Club en Cercle Brugge, zeer nabij, Zulte Waregem en KV Kortrijk. Zelfs Moeskroen-Péruwelz en AA Gent zijn niet veraf.

Westerlo speelde zijn thuiswedstrijden afgelopen seizoen voor iets meer dan drieduizend toeschouwers, maar zit nog met een kostenstructuur die het heeft overgeërfd van al die jaren in eerste en is nu al zeker van een extra jaar tweede klasse. Dat is een onhoudbare situatie. Eersteklassers Waasland-Beveren en Lokeren bereiken op respectievelijk Freethiel en Daknam iets meer dan zesduizend fans per wedstrijd. Ook dat is op termijn amper leefbaar.

En onze collega’s van Sport/Voetbal Magazine stelden formeel dat het om Zulte Waregem zou gaan en dat de deal tegen eind deze week beklonken moet zijn. Reden: de club zit aan haar plafond. Dat is ook zo. Zelfs in dit ‘boerenjaar’ blijft Essevee steken op een gemiddelde van ongeveer 7.500 toeschouwers, da’s grosso modo één derde van het aantal bezoekers dat Club Brugge, Standard, Anderlecht of RC Genk tweewekelijks verwelkomen.

Vanuit financieel-economisch standpunt klinkt het dus allemaal veel minder gek dan het op het eerste gezicht wel lijkt. De genoemde clubs waren overigens heel snel in hun reactie: de geruchten kloppen niet. Maar op zich heeft zo’n ontkenning niets te betekenen. Hoe vaak is het al niet gebeurd dat geruchten die worden ontkend achteraf wel de waarheid bleken te zijn? Bovendien is het nuttig om de eigen achterban gedeisd te houden, want de supporters zien zo’n relocatie-scenario uiteraard niet zitten.

Quo vadis Beerschot & Antwerp?

Er is nog een ander scenario dat in het licht van de vorige paragrafen opdoemt. Een stad als Antwerpen kan het zich niet veroorloven om achterop te hinken. De zakenwereld aarzelt al jaren om zich volop te engageren in het Antwerpse voetbal, omdat bedrijfsleiders niet wilden kiezen tussen Beerschot en Antwerp. In de aanloop naar Euro 2000 en ook de jongste jaren werd er heel veel gepraat over de bouw van een nieuw stadion, maar altijd was er wel minstens één dwarsligger die die plannen naar de prullenmand verwees. Het prestigeverlies voor de stad was telkens enorm. In de coulissen groeide het verzet tegen de eigengereide clubbestuurders.

Nu Beerschot op sterven na dood is en Antwerp blijft slabakken, zou er wel eens een merkwaardige entente kunnen ontstaan zijn tussen het stadsbestuur en de zakenwereld, die beiden al een tijdje dromen van één grote club. Dat moest dan idealiter een fusie worden tussen Antwerp en Beerschot, maar op een paar uitzonderingen in de bestuurskamers na zag geen van beide traditieclubs zo’n fusie tot nog toe zitten. Bij de supporters was zo’n Grote Fusie al helemaal een doemscenario. Maar de vorige burgemeester, Patrick Janssens (SP.A), een Beerschot-fan, toonde zich een voorzichtige voorstander en zijn opvolger, Bart De Wever (N-VA), die persoonlijk niets met voetbal heeft, wil dat nu ook.

Door de hand te reiken aan een externe club wringt het stadsbestuur de arm om van het Antwerp-bestuur, want zo’n nieuwe concurrent in éérste klasse, die wel volop de steun van ’t stad en de Haven geniet, zou de doodsteek betekenen voor de club met stamnummer 1. Dat verklaart ook waarom de Antwerpse schepen van Sport, Ludo Van Campenhout (N-VA), in dit dossier nauwelijks vernoemd wordt. Van Campenhout is een fervente Antwerp-supporter (twee jaar geleden verstuurde hij nieuwjaarskaartjes met de veelzeggende tekst ‘Antwerp till I die’, rode letters op een witte achtergrond, en dat had heus alleen maar zijdelings met de stad te maken!).

Maar zowel Van Campenhout als Philippe Muyters (N-VA), Vlaams minister van Sport en nog iemand met rood-witte sympathie, kunnen hun partijgenoot-burgemeester nu achter de schermen helpen om Antwerp (waar de grote man achter de schermen, Jos Verhaegen, al jaren droomt van één sterke club) te overhalen.
En Beerschot? De NV is failliet verklaard, het is nu aan ex-bestuursleden en supporters om na het debacle-Vanoppen te proberen een oplossing uit de paarswitte hoed te toveren. Maar welke? Toekomstige derdeklasser SK Sint-Niklaas en huidige derdeklasser Rupel-Boom lieten al weten een fusie niet te zien zitten. KFCO Wilrijk eventueel wel, maar die spelen volgend jaar in het beste geval in vierde klasse, mogelijk zelfs in eerste provinciale. Voor de supporters, zowel die van Antwerp als Beerschot, is het overleven van de eigen club, met eventueel wat hulp van buitenaf, prioritair. Hun hoop gaat dus lijnrecht in tegen de visie van het stadsbestuur.

Verkiezingen

Komt daar nog bij dat De Wever zo’n stunt (tegen alle verwachtingen in toch nog eerste klasse-voetbal in A) wellicht zéér bruikbaar acht met het oog op de verkiezingen van volgend jaar. Behalve bij de die hard-supporters van Antwerp en Beerschot zou het zijn imago van visionair leider flink versterken. En als die nieuwe club dan ook nog eens, met de financiële hulp van stad en bedrijfsleven, goed kan blijven meedraaien bij de Belgische elite, zal dat ook stemmen opleveren bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018: tel uit je winst!

Het klinkt in theorie als een win-win-scenario voor de Antwerpse burgemeester, maar de tijd dringt. Op 1 juni wil de voetbalbond weten welke club in welk stadion zal spelen en zal het de kalendercommissie de opdracht geven om de speelkalenders voor volgend seizoen op te stellen. De Wever & co hebben dus exact tien kalenderdagen om dit ‘wonder’ te realiseren: een externe club overhalen om naar Antwerpen te komen, de gemoederen in de stad zelf bedaren en, als bonus, mogelijk ook Antwerp en Beerschot dwingen om in dit avontuur te stappen. Mission Impossible? Zou best kunnen. Er wordt dan ook al gezegd dat er een plan B klaarligt: Antwerp en Beerschot (indien die laatste club dan nog in één of andere vorm bestaat) volgend seizoen verder laten sukkelen en pas in 2014 uitpakken met een fusie of een relocatie.

Voetbal in A: niets te zien op het veld, des te meer achter de schermen!

Frank Van Laeken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content