Een spektakelrijk toernooi, dat is wel het minste wat we kunnen zeggen van het WK 2014 in Brazilië. Tien dingen die we onthouden.
Het dramatische einde van een generatie
Drie grote toernooien op rij had Spanje gewonnen (de EK’s 2008 en 2012 en het WK 2010, nvdr.) en ook voor dit WK gold het als een van de favorieten voor de wereldtitel, maar het draaide helemaal anders uit. De ‘Gouden Generatie’ – met onder anderen Iker Casillas, Andrès Iniesta, Sergio Ramos en Xavi – ging in Brazilië af als een gieter. In de eerste groepsmatch werden de Spanjaarden vernederd door Nederland (1-5), in de tweede was Chili te sterk (0-2), zodat de derde wedstrijd tegen Australië er al niet meer toe deed. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat een titelverdediger zo vroeg wordt uitgeschakeld.
Robben heeft de snelste sprint
Een van dé spektakelmomenten op dit WK was de fenomenale sprint van de Nederlander Arjen Robben op weg naar de 1-5 tegen Spanje. De aanvaller van Bayern München haalde volgens verschillende media een topsnelheid van maar liefst 37 km/u. Ter vergelijking: de Jamaicaanse topsprinter Usain Bolt liep zijn wereldrecord op de 100 meter met een topsnelheid van ruim 44,5 km/u. Toch houdt de FIFA het er in zijn statistieken op dat Robben ‘slechts’ 31 km/u haalde, wellicht rekening houdend met het gemiddelde van de hele sprint.
Afrika stelt wéér teleur
Het WK in Zuid-Afrika vier jaar geleden moest het voetbal op het zwarte continent een nieuwe impuls geven, maar daar is niets van in huis gekomen. Van de vijf Afrikaanse teams in Brazilië – Kameroen, Ghana, Ivoorkust, Nigeria en Algerije – haalden enkel die laatste twee de achtste finales (verlies tegen Frankrijk en Duitsland). Absoluut dieptepunt was de 4-0-nederlaag van Kameroen tegen Kroatië. In die partij pakte Alexandre Song rood na een elleboogstoot en was er zelfs een opstootje op het veld tussen Kameroense spelers onderling. Er wordt rekening mee gehouden dat de match mogelijk vervalst werd.
Veel en mooie doelpunten
Het WK in Brazilië heeft geen nieuw doelpuntenrecord opgeleverd, wel een evenaring. In de 64 matchen werden in totaal 171 goals gemaakt, dat zijn er evenveel dan het record bij het WK van 1998 in Frankrijk. Een getal waar gastland Brazilië met zijn 1-7 nederlaag tegen Duitsland overigens flink aan meegeholpen heeft. De fans kregen bovendien heel wat treffers van mooie makelij te zien. Wat ons betreft, kwamen de drie mooiste van de Nederlander Robin van Persie tegen Spanje, de Australiër Tim Cahill tegen Nederland en de Colombiaan James Rodriguez tegen Uruguay.
Spektakel in Salvador de Bahia
Maar liefst 24 van die goals vielen in de eerste vijf wedstrijden in de Arena Fonte Nova in Salvador de Bahia, dat zijn er net geen vijf per wedstrijd. Spanje – Nederland 1-5, Duitsland – Portugal 4-0, Zwitserland – Frankrijk 2-5, Bosnië-Herzegovina – Iran 3-1 en België – Verenigde Staten 2-1. In de kwartfinales bleek de magie van het stadion uitgewerkt, want Nederland – Costa Rica eindigde op een saaie 0-0, waarna Oranje de strafschoppen won.
De eerste ‘doellijntechnologiegoal’ ooit
De Hondurese doelman Noel Valladares gaat de geschiedenisboeken in als maker van het eerste doelpunt ooit in het voetbal dat werd toegekend met behulp van doellijntechnologie, een own goal dan nog. In de groepsmatch tegen Frankrijk kaatste een bal van Karim Benzema via de paal terug in het veld in de richting van Valladares, die niet kon verhinderen dat het leer via zijn grabbelende armen heel even over de doellijn ging. Niemand in het hele stadion die er 100 procent zeker van was, maar de doellijntechnologie bevestigde het oordeel van de scheidsrechter die de melding op zijn horloge had gekregen: geldig doelpunt.
Brazilianen ontroeren met a capella-volkslied
Kippenvelmoment nog vóór de eerste bal rolde op dit WK: de Brazilianen die in de Arena Corinthians van Sao Paulo hun volkslied a capella bleven verderzingen nadat de muziek al gestopt was. Indrukwekkend, zeker als het hele stadion enthousiast meezingt. Het heeft de Goddelijke Kanaries helaas niet voldoende sterke vleugels gegeven om de felbegeerde Wereldbeker te veroveren. Het tegenovergestelde gebeurde bij Frankrijk – Honduras in Porto Alegre: daar kregen de spelers door een technisch mankement het volkslied niet te horen.
Luis Suarez laat Uruguay in de steek
Wekenlang bad heel Uruguay dat Luis Suarez speelklaar zou geraken om te schitteren op het WK. De eerste groepsmatch moest de spits van FC Liverpool (komend seizoen FC Barcelona?) nog vanaf de bank toekijken en zag hij zijn team verliezen met 1-3. De tweede wedstrijd werd hij met twee doelpunten matchwinnaar tegen Engeland (2-1) en ziet iedereen in Uruguay plots weer een podiumkandidaat. Helaas voor de Zuid-Amerikanen: in de derde wedstrijd tegen Italië beet Suarez Giorgio Chiellini in de schouder. Het antwoord van de FIFA: einde WK en vier maanden schorsing. Uruguay strandde al in de achtste finales.
De doelmannenwissel van ‘Van Geniaal’
Gewiekst als hij is, haalde de Nederlandse bondscoach Louis van Gaal in het slot van de tweede verlenging tegen Costa Rica in de kwartfinales eerste doelman Jasper Cillessen naar de kant voor reservekeeper Tim Krul. Gefronste wenkbrouwen in de tribunes en voor de buis, maar het plannetje pakte goed uit: strafschopspecialist Krul stopte twee Costaricaanse strafschoppen, waardoor Oranje zich kwalificeerde voor de halve finales. Ook tegen Argentinië in de halve finales kwam het tot strafschoppen, maar toen had Van Gaal zijn drie wissels al opgebruikt. Cillessen pakte geen enkele penalty, Oranje werd uitgeschakeld.
Het bloedbad van Belo Horizonte
Op dinsdagavond 8 juli om 22.30 uur (Belgische tijd) zaten heel voetbalfans over de hele wereld met open mond naar hun televisietoestel te staren. Na amper 29 minuten spelen in Brazilië – Duitsland, een halve finale op het WK, stond het al 0-5 voor de Mannschaft. Het werd uiteindelijk 1-7, de Duitsers namen duidelijk gas terug in de tweede helft. Een historische vernedering die voor eeuwig in het geheugen van de Brazilianen gegrift staat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier