Christian Eriksen is, negen maanden na zijn hartstilstand tijdens het EK voetbal van 2020, voor het eerst terug opgeroepen voor de Deense nationale elf, voor de oefeninterlands van eind deze maand tegen Nederland en Servië.
Dat maakte de Deense federatie dinsdag bekend.
De beelden van het EK-duel tussen Denemarken en Finland van vorige zomer in het Parkenstadion in de hoofdstad Kopenhagen staan nog steeds op het netvlies gebrand. Vlak voor rust zeeg Eriksen neer.
De ernst van de situatie was meteen duidelijk. De technisch begaafde middenvelder gaf geen teken van leven en moest op het veld gereanimeerd worden, om vervolgens met spoed te worden overgebracht naar een nabijgelegen ziekenhuis. Ongeveer een uur later bleek dat Eriksen stabiel was en werd de wedstrijd uitgespeeld. Wat volgde was een lange revalidatie.
Contract ontbonden
De dertigjarige Eriksen liet eind vorig jaar zijn contract bij Inter ontbinden omdat hij niet met een defibrillator mag voetballen in Italië. Hij trainde even mee met Jong Ajax en tekende vervolgens een contract bij Brentford.
Eriksen speelde eerder in de Premier League bij Tottenham Hotspur, waar hij zijn beste dagen als voetballer kende.
Opgeroepen
Ook Club Brugge-nieuwkomer Andreas Skov Olsen werd opgeroepen door bondscoach Kasper Hjulmand. Daarnaast is er in de selectie ook plaats voor ex-Genkenaar Joakim Maehle (Atalanta) en Jacob Bruun Larsen (ex-Anderlecht).
