‘Al in 2012 wilde Oekraïne via het EK aansluiting bij het Westen’

Geert Foutré, die dertig jaar als journalist voor Sport/Voetbalmagazine werkte, blikt terug op zijn bezoek aan Kiev in mei 2012.

‘Oost noch West’ luidt de vandaag nog altijd veelzeggende titel bij het verhaal over voetbal in Oekraïne begin juni 2012 in Sport/Voetbalmagazine, net voor de start van het EK in Polen en Oekraïne. Tot vandaag het laatste grote voetbaltoernooi waarop de Rode Duivels ontbraken.

Het is het relaas van een vierdaags bezoek aan Kiev, de hoofdstad van een land dat op dat moment nauwelijks gekend is in het Westen.

Met het organiseren van dat toernooi wil het land niet alleen zijn povere infrastructuur moderniseren, voor het eerst sinds de onafhankelijkheid 21 jaar eerder in 1991, maar ook zijn visitekaartje afgeven in de rest van Europa. Toernooiorganisator Markian Loebkivski, in een vorig leven Oekraïens ambassadeur in het buitenland, geeft er een woordje uitleg bij.

Het gaat niet alleen om voetbal, blijkt in een interessant en bij momenten emotioneel gesprek dat een eyeopener is voor een gast uit het Westen. Dat die voor weinig geld (250 euro) met een rechtstreekse vlucht en zonder visum op drie uur van Brussel in Kiev staat, zorgt bij Markians assistente voor een bijtende, bitter klinkende repliek: ‘Voor ons, Oekraïners, is het niet zo eenvoudig om een EU-land binnen te geraken.’

Loebkivski voert via het EK ook een strijd tegen de oude Sovjetmentaliteit die op dat moment nog vastgeroest zit in het land. ‘Euro 2012 is niet alleen een sportevenement maar ook een geopolitiek project dat ons dichter bij Europa moet brengen. Voor het eerst zullen veel Oekraïners met Europeanen in contact komen. Wij zijn nog altijd een post-Sovjetstaat. Dat krijg je er niet uit in twintig jaar. Maar ik wil dat Oekraïne een land wordt zoals Zweden of Finland. Mijn kinderen hebben al een andere mentaliteit. Ik wil dat ze opgroeien in een meer open Oekraïne.’

Makkelijk wordt dat niet, beseft hij, want aan de overkant van de rivier de Dnjepr, die door Kiev stroomt, in het Oosten, vindt men anno 2012 dat nieuwbakken Oekraïens nationalisme maar niets. Daar voelt men zich nog altijd verwant met Rusland en de Russische taal en cultuur.

Ten westen van de rivier lonkt men naar de EU en wordt gelachen met toenmalig president Viktor Janoekovitsj. Die praat als Russisch sprekende zo slecht Oekraïens dat het komische filmpjes op YouTube oplevert.

Markian verheugt er zich op dat westerse bezoekers zullen zien dat de doorsnee-Oekraïner aardig is. ‘That we are not eating children.’ En dat het contact zaadjes zal achterlaten die de Oekraïners tot nadenken zullen stemmen, over de waarden in het Westen. ‘Een eerste stap opdat we op een dag ook een Europees land zullen zijn, ook qua mentaliteit.’

Een proces dat inderdaad langzaam op gang kwam, en waarover ene Vladimir Poetin not amused is, zo bleek de afgelopen dagen.

De vraag is of die klok nog kan teruggedraaid worden, en of de doorsnee-Oekraïner dat ook nog wel wil.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content