Alejandro Pozuelo: ‘De stap naar Genk was de belangrijkste van mijn leven’

© BELGAIMAGE
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Op zijn tocht van Sevilla naar Genk moest hij passeren via Wales en randje Madrid. Een ontmoeting met Alejandro Pozuelo over zijn opmerkelijke parcours en het voetbal van Genk, waar hij tot leider is uitgegroeid.

Natuurlijk was zijn blessure een zware klap voor Genk in de eindsprint van de voorbije play-off 2 en liet zijn afwezigheid zich ook voelen in het begin van dit seizoen. Maar het leidde er ook wel toe dat het Belgische publiek nog enkele maanden langer kan genieten van Alejandro Pozuelo, die ongetwijfeld andere oorden zou hebben opgezocht, mocht hij deze zomer over al zijn mogelijkheden hebben beschikt.

Net van onder de douche en als de meeste van zijn ploegmaats de parking van het stadion al hebben verlaten, legt de maestro van het Limburgse voetbal zijn telefoon en tatoeages op tafel om zijn carrière achterstevoren over te doen, tussen voetbal op zijn Spaans en onverwachte bestemmingen.

Hoe belandt een Spaanse speler in Genk, na geproefd te hebben van de Liga en de Premier League?

ALEJANDRO POZUELO: ‘Ik kwam uit een heel moeilijk seizoen bij Rayo Vallecano. En dan volgden bijna drie maanden vakantie, in Sevilla. Misschien wel de beste vakantie van mijn leven. Maar behalve dat begon ik wat nerveus te worden. Mijn plan was om in Spanje te blijven, maar er kwam geen enkel echt interessant bod. De mercato liep naar zijn einde en ik kreeg de kans om naar hier te komen. Uiteindelijk draaide dat allemaal goed uit. Ik begin aan mijn derde jaar bij de club, en ik realiseer me dat die stap de belangrijkste van mijn leven was.’

Wat is het moeilijkst: je aanpassen aan België of aan het Belgische voetbal?

POZUELO: ‘Het voetbal was in het begin niet makkelijk. Door die drie maanden vakantie. Ik was uiteraard blijven trainen, maar dat is niet hetzelfde als trainen met de ploeg. Ik herinner me dat er al vier of vijf wedstrijden gespeeld waren toen ik tekende, ik voelde me wat uit mijn lood bij mijn aankomst. De aanpassing verliep moeilijk de eerste maanden, maar ik trainde goed, ik kon spelen met de reserveploeg en zodra ik mijn kans kreeg, in november, speelde ik de ene match na de andere en ben ik niet meer uit het team gehaald. Ik had ook het geluk te kunnen terugvallen op Erwin Lemmens, die Spaans sprak, en ik voelde meteen dat het klikte met hem en met Peter Maes. Dat hielp allemaal om mij aan te passen. Uiteindelijk vind ik die ervaringen buiten Spanje erg leuk: mijn vrouw, mijn zoon en ikzelf passen ons heel snel aan de omstandigheden aan.’

Het moet gezegd dat je al ervaring in het buitenland had opgedaan, in de Premier League. Je maakte deel uit van het Swansea van Laudrup, een ware Ligaclub in Engeland.

We hebben een ploeg om bij de eerste drie te eindigen

POZUELO: ‘We waren met zeven of acht Spaanse spelers in een elftal in de Engelse competitie, dat was iets ongewoons. We weten hoe het voetbal daar is: erg fysiek, met veel lange ballen… Maar we zijn daarnaartoe gegaan in de wetenschap dat het plan van onze trainer anders was: hij wilde voetballen, met de mentaliteit van de Spaanse trainers om het spel van achteruit op te bouwen. Dat was echt een heel goed seizoen. Ik speelde 32 wedstrijden, we speelden goed in de Europacup, met een 0-3-zege in Mestalla tegen Valencia… Dat was een fantastisch jaar.’

Hoe is het Engelse voetbal?

POZUELO: ‘De aanpassing verliep moeilijk. Ik was negentien, twintig, mijn lichaam was fysiek niet voorbereid om te vechten in Engeland. Dat lag me niet heel goed, maar heeft heel erg geholpen om te leren, om te weten dat ik beter moest worden om te kunnen uitgroeien tot de speler die ik vandaag ben. Laudrup heeft me echt geholpen, hij gaf me vertrouwen, pushte me om te spelen. Maar op het veld had ik niet het gevoel honderd procent te zijn.’

Waarom lukte het niet bij Rayo Vallecano, bij je terugkeer in de Liga?

POZUELO: ‘Dat was een slecht jaar voor mij. Ik werd door veel dingen beïnvloed, ook op extrasportief vlak. Op voetbalvlak heeft dat jaar me niet veel bijgebracht, maar ik heb andere waarden geleerd, zoals het respect van de coach, van mijn ploegmaats, weten dat het de trainer is die de baas is. Ik denk dat ik mijn lesje geleerd heb en dat zo’n jaar me nooit meer zal overkomen, het was een seizoen om snel te vergeten.’

Bij je komst naar Genk heerste er een debat over jouw beste plaats: je bent begonnen als nummer 10, maar sommigen zagen je liever een stapje lager.

POZUELO: ‘In het begin had Peter me als aanvallende middenvelder gezet. Dan was er de blessure van Roeslan Malinovsky en ben ik wat lager beginnen spelen, met Wilfred Ndidi. Ik denk dat ze mij daar hebben gezet omdat we een speler misten die bekwaam was om de bal weg te werken. Het is duidelijk dat ik me beter voel op de nummer 10. Als ik op de 8 speel, moet ik meer verdedigend werk opknappen, meer lopen… Op de 10 ben ik vrijer om de bal te pakken en aan te vallen.’

Wat je nu zegt, versterkt het imago van de luie Spaanse speler, die maar voetbalt als hij de bal in de voeten heeft.

POZUELO: ‘Spanjaarden hebben de reputatie talentvolle spelers te zijn die niet werken, en ik denk dat dit ten dele ook waar is. (lacht) Maar ik ben een speler die niet bang is om te lopen, ik ben de eerste om druk te zetten als dat mijn ploegmaats kan helpen. Maar je moet ook weten dat je frisheid moet hebben om het verschil te maken zodra je de bal verovert, en als je voordien in alle richtingen hebt gelopen, ben je daar niet meer toe in staat. Je moet het evenwicht vinden.’

Genk is ongetwijfeld de ploeg met de meest Spaanse stijl in onze competitie, ik kan me voorstellen dat jou dat heeft helpen openbloeien?

POZUELO: ‘Ik weet dat de club en de trainer een vergelijkbare filosofie hebben met wat in Spanje gebeurt. Ze bouwen graag van achteruit op, ze domineren graag de wedstrijden, en de ploeg wordt klaargestoomd om op die manier te spelen. Hoog druk zetten en balbezit hebben, dat ligt ons.’

Het publiek mooie wedstrijden bieden, is dat belangrijk voor jullie?

POZUELO: ‘Voor mij is het belangrijkste te winnen. En ik denk dat dat voor de supporter hetzelfde is. De supporter komt naar het stadion om te genieten, en het klopt dat ze graag genieten van aangenaam voetbal. Maar mochten we goed spelen en al onze matchen verliezen, denk ik niet dat de supporters dat zouden appreciëren.’

De spelopvatting bestaat er dus in om het toeval uit te sluiten veeleer dan spektakel te bieden?

POZUELO: ‘Ja, da’s duidelijk! Ik heb het altijd gezegd: als je in balbezit bent, verklein je de kans dat de tegenstander scoort. Dat is niet iets doms, dat is logisch. En ja, je kunt altijd een goal slikken die uit de lucht komt vallen na een lange bal. Voor één match kan verdedigen succesvol zijn, maar op tien matchen ga je er acht verliezen. En ik denk dat de filosofie van Genk is jonge spelers te hebben met veel talent. De club voetbalt graag, met technisch goeie spelers.’

De spelers van het opleidingscentrum helpen die heel uitgesproken identiteit te versterken?

De rol van Berge is vergelijkbaar met die van Busquets bij Barcelona

POZUELO: ‘Ja, het zijn erg jonge spelers, die moeten blijven bijleren maar die enorm veel indruk op me maken. Dat is ook de verdienste van de club, die ze snel een kans geeft. Wanneer een basisspeler niet kan spelen, doen ze een beroep op hen.’

Balbezit hebben en domineren tegen Anderlecht of Club Brugge, zelfs buitenshuis, maakt je dat trots?

POZUELO: ‘In de wedstrijden tegen hen, of tegen Gent, had ik nooit het gevoel dat we minder waren. We hebben altijd met open vizier gespeeld en hen in moeilijkheden proberen te brengen door ze op hun helft terug te dringen. En dat is het belangrijkste voor ons: na de match kunnen zeggen dat we het veld zijn opgestapt om te winnen, en niet met knikkende knieën.’

Jullie spel is erg gemechaniseerd. Sommigen vinden dat gevaarlijk, omdat het makkelijker te lezen valt door de tegenstander.

POZUELO: ‘Tijdens de match is het aan ons om minder voorspelbaar te zijn. We kunnen iets uitwerken tijdens de week, maar in een wedstrijd is het aan de spelers om het verschil te maken.’

De driehoek met jou, Malinovsky en Sander Berge is erg goed gerodeerd. Jullie maken heel vaak het verschil op het middenveld.

POZUELO: ‘Naast het veld hebben we ook een enorm goeie band, en daardoor vinden we elkaar ook op het veld zo goed. We helpen elkaar, lopen voor diegene die de bal verliest, en vanaf de eerste dag is die feeling ook op het veld te zien.’

Waar ben je het meest van onder de indruk bij Berge?

POZUELO: ‘Hij is erg snel gerijpt. De aanpassing aan de competitie heeft hem wat tijd gekost, maar hij heeft zijn plaats in de ploeg gevonden door een rol op te nemen die wat vergelijkbaar is met die van Sergio Busquets bij Barcelona: een verdedigende pivot die ook technisch heel goed is met de bal aan de voet. Hij is al een belangrijke man in de ploeg.’

Maar de sleutelspeler van Genk blijft Pozuelo. De tegenstanders geven je soms zelfs een voorkeursbehandeling, met individuele mandekking. Een lastige eer?

POZUELO: ‘Nee, het is geen eer. Het maakt je wedstrijd veel moeilijker. Maar uiteindelijk, voor het geheel van de ploeg, is het beter. Als er één man mij voortdurend volgt, hebben de anderen meer ruimte om te voetballen. Het is een tweesnijdend mes voor de tegenstrever, want als ze zich alleen maar op mij concentreren, verslaan we ze op een andere manier. Voor mij persoonlijk zijn dat moeilijke wedstrijden. Ik probeer terug te zakken op het middenveld om de bal te krijgen, of op een flank te lopen om mijn zone vrij te maken voor een medespeler, maar dat is niet eenvoudig.’

In het begin van het seizoen moest de ploeg zich behelpen zonder jou, vanwege je blessure, en je hebt hen in moeilijkheden gezien vanaf de tribune…

POZUELO: ‘Dat was erg moeilijk. Ik was al zo lang niet meer geblesseerd geweest. Ik voelde dat de pijn niet wegging, kon niet spelen, zat op de tribune en kon mijn ploegmaats niet helpen… Maar onze prestaties verbeteren sinds enkele weken.’

In die mate dat jullie een outsider voor de titel zijn, zoals je vaak hoort?

POZUELO: ‘Ons oorspronkelijke doel was om play-off 1 te halen. En vanaf daar denk ik dat we een ploeg hebben om bij de eerste drie te eindigen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content