Tom Vandyck

Amerika wordt wereldkampioen (maar niet dit jaar)

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Als er ooit één moment is geweest dat de supermacht Amerika de daver op het lijf gehad heeft voor het nietige België, dan is het nu wel. Geniet ervan, want het komt misschien nooit meer terug. Ook in het voetbal wordt Amerika geheid een grootmacht.

Jawel, de Amerikanen zijn bang voor ons. Dat wil niet zeggen dat ze niet kunnen winnen. Amerikanen geloven altijd dat ze kunnen winnen. Dat zit in de cultuur ingebakken. Toen bondscoach Jürgen Klinsmann zich voor aanvang van het WK liet ontvallen dat Amerika wellicht geen wereldkampioen zou worden, werd hij net niet met pek en veren uit het trainingskamp gesleept. Dat doé je hier niet, zoiets zeggen.

Afgelopen weekend herpakte Klinsmann zich toen hij de families van de spelers aanmaande om hun ticket naar huis niet te boeken voor de finale. Iedereen weer blij. Dat plan van Klinsmann gaat natuurlijk niet door, want de Amerikanen gaan verliezen tegen België. Maar, eerlijk: tegen eender welke andere tegenstander zou je de Amerikanen de kwartfinale gunnen.

De sfeer van de grote dagen

Het voetbal kent met dit WK een doorbraak in de VS. Dat betekent niet dat het zo meteen koning football van de troon gaat stoten, en ook niet de NBA, het baseball of het ijshockey, maar wel dat de tijd dat soccer werd weggelachen als een sport voor meisjes en softies nu echt wel voorbij is.

Ik woon sinds tien jaar in de VS en ik zeg u: het voelt anders deze keer. De dijk is gebroken. Het voetbal dient zich met aandrang aan als de vijfde grote sport in de VS.

Voetbal is al jaren hip in bepaalde kringen en je voelt het bij elk WK groeien, maar deze keer gaat het niet alleen meer om hipsters die zelfs met hun favoriete sport dwangmatig origineel moeten zijn. Iedereen is mee. En dus zie je volle pleinen met reuzenschermen, afgeladen cafés en duizenden mensen in de nationale kleuren. De sfeer van de grote dagen, quoi.

Zelf volgde ik de wedstrijd VS-Duitsland in de Nomad Pub in Minneapolis, waar ik woon. De parking was herschapen in een mini-stadion waar vijf-zeshonderd mensen waren samengetroept. Het terrein was versierd met de vlaggen van alle deelnemende landen. Die van België hing pal boven de mobiele bankautomaat. Dat wil wellicht iets zeggen, als je bijgelovig bent, al weet ik niet zo meteen wat. Dat de Belgen cash money zijn, of zoiets, gok ik.

Soortgelijke taferelen speelden zich af over het hele land. De handel op Wall Street draaide tijdens de wedstrijd op een veel lager pitje dan normaal. De kijkcijfers voor VS-Duitsland waren hoger dan die van de net afgeronde NBA Finals. En dat zonder dat er een LeBron James of een Tim Duncan meedeed.

Om maar te zeggen: deze keer lijkt het echt ernst te gaan worden met het voetbal in de VS. Zonde dat de Rode Duivels daar een domper op moeten zetten.

Los Angeles Galaxy versus Zulte Waregem

Dat Amerika ook in het voetbal een supermacht wordt, staat in de sterren geschreven. Nee, de VS is Brazilië nog niet, maar stilaan gaat de wet van de grote getallen spelen. Een land met 318 miljoen inwoners dat collectief beslist dat het van voetbal houdt, hou je niet onder de knoet.

Om dat te illustreren: op de parking van de Nomad stond ook een standje Minnesota United FC, de lokale profclub uit de North American Soccer League (NASL), zeg maar de Amerikaanse tweede klasse. United verkocht er sjaals, shirts en abonnementen. De club heeft namelijk grote plannen. Het Major League Soccer, de Amerikaanse eerste klasse, wil de komende jaren uitbreiden. Er zijn vier licenties uit te delen. Eén daarvan is wellicht voor Minneapolis en United wil die met alle geweld hebben.

Dat de MLS uitbreidt, spreekt vanzelf. De liga wordt steeds populairder en komt sinds een paar jaar nationaal op televisie. Steeds meer clubs verlaten de veel te grote American football-stadions waar ze begonnen, bouwen hun eigen voetbalstadions, laten die vollopen en verdienen geld. Adidas heeft zich met 150 miljoen dollar (110 miljoen euro) achter de competitie geschaard. David Beckham, die op het einde van zijn carrière bij de Los Angeles Galaxy speelde, begint met een nieuwe club in Miami.

Tussen haakjes: dat lui als Beckham, Thierry Henry en vanaf 2015 ook David Villa hier komen uitbollen, wil ook al wat zeggen. Namen als New York, Miami of Los Angeles spreken nu eenmaal meer tot de verbeelding dan Racing Genk of Zulte Waregem. Ook dat speelt mee als je aan je populariteit wil bouwen.

Voetbal is busine$$

In ieder geval: om die MLS-licentie wordt hier in Minnesota dus gevochten. United heeft de handen in elkaar geslagen met de Minnesota Twins uit het baseball en de Minnesota Timberwolves uit de NBA. Die willen samen een heus voetbalstadion bouwen in de stad.

Aan de andere kant staan de Minnesota Vikings uit het American football. Die zijn sowieso al een nieuw stadion aan het bouwen. Dat wordt een kolos van 65.000 plaatsen, maar wel met kunstgras en helemaal overdekt, wat niet bevorderlijk is voor voetbal.

Wie die MLS-club uiteindelijk mag opstarten, zal u allicht een zorg wezen. Mar het zegt wel iets over de staat van het voetbal in de VS dat er om de licentie gebikkeld wordt door de zwaargewichten uit de traditionele Amerikaanse sporten. Dat geeft aan dat voetbal hier nu business is en niet langer een spelletje voor sufferds die elders niet mee kunnen.

Geld is natuurlijk niet alles, maar koppel dollars aan de Amerikaanse winnaarsmentaliteit, de weergaloze sportinfrastructuur in dit land en het eindeloze talentreservoir en je weet: het is een kwestie van tijd voor de Amerikanen ook een keer wereldkampioen worden.

Dream Team

Is dat van de pot gerukt? Misschien, maar er zijn precedenten. Op de Olympische Spelen van 1992 pakten de Amerikanen in het basketbal voor het eerst uit met NBA-sterren en speelde het Dream Team met Magic Johnson, Larry Bird en Michael Jordan de rest van de wereld compleet aan gruzelementen. De kloof was zo groot dat velen dachten dat het dertig, veertig, misschien wel vijftig jaar zou duren om ze te overbruggen.

Dat was dus helemaal fout gerekend. Al in 2002, op het WK basketbal in Indianapolis, gingen de Amerikanen voor de bijl. Ze verloren eerst tegen Argentinië en daarna ook nog eens tegen Joegoslavië en Spanje. Uiteindelijk werden ze beschamend zesde.

Sindsdien blijven de Amerikanen uiteraard nummer één in het basketbal, maar op de internationale tornooien moeten ze hard hun best doen, want anders krijgen ze slaag. De NBA loopt nu vol Europese, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse spelers. Zelfs Europese clubteams beginnen met enige regelmaat tegen NBA-ploegen te winnen.

Zeg dan nog maar eens een keer dat de Amerikanen binnen vier, acht of twaalf jaar geen wereldkampioen voetbal kunnen worden. In het voetbal is de kloof veel kleiner dan ze destijds in het basketbal was. Niet vergeten: de Amerikanen zijn aan hun zevende opeenvolgende WK bezig. Op die zeven deelnames hebben ze vier keer de tweede ronde gehaald. Dat is meer dan wat België voor die zelfde periode kan voorleggen.

De Amerikaanse Maradona

Wat voor een laatste zetje hebben de Amerikanen nog nodig? Hoe gaan ze van vaste klant tot legitieme kanshebber? Even kijken naar een ander voorbeeld: België.

Pijnlijk kort geleden waren wij een deerniswekkend zwak voetballand. We deden niet eens meer mee op EK’s en WK’s. We waren een schim van onszelf. Vandaag zijn we bij de outsiders voor de wereldtitel, hoewel we die rol tot nog toe wel in cijfers waargemaakt hebben, maar nog niet in geboden spektakel.

Hoe is dat zo snel gegaan? We hebben ons jeugdbeleid omgegooid. Spelers die daar als eerste de vruchten van plukten, zijn uitgezwermd naar buitenlandse topclubs en hebben daar leren winnen tegen topconcurrentie. En we hebben ook hoerensjans gehad, natuurlijk. Of een gouden generatie. Hoe je dat ook wil noemen.

Welnu, als een landje met elf miljoen inwoners op die manier op minder dan vijftien jaar een stuk of 25 topvoetballers kan opkweken, wie zegt dan dat de VS dat niet zou kunnen met meer dan 300 miljoen inwoners? Dertien miljoen actieve voetbalspelers hebben we hier. Dertien! Verrek als daar geen kleine Hazard, Fellaini of Kompany tussen loopt, als het al geen Zidane of Maradona is. Je moet ze alleen zien te vinden en trainen.

Winnen is alles

Jamaar, België heeft een rijkere voetbaltraditie dan de VS zegt u? Da’s waar, maar dat garandeert niks. Amerika had ook een rijkere basketbaltraditie dan de rest van de wereld, maar nu is het pompen of verzuipen.

Bovendien heeft Amerika een grotere traditie van winnen. Voetballen kunnen ze op dit niveau allemaal en goeie atleten zijn het ook stuk voor stuk. Wat vaak het verschil maakt, is wat in het kopje zit: de rotsvaste overtuiging dat je goed genoeg bent om elk varkentje te wassen. Dat je het verdiént om een kampioen te zijn.

Als er aan onze eigen zwakke nationale competitie één goeie kant zit, dan is het wel dat goeie spelers verplicht zijn om naar het buitenland te gaan. Daar zitten ze ver weg van de Belgische mentaliteit van alles wat boven het maaiveld uitsteekt meteen een kopje kleiner maken en mensen verplichten om zich te schamen voor hun ambitie.

In België wordt iemand die luidop durft te zeggen dat hij gaat winnen bij de eerste gelegenheid met de grond gelijk gemaakt. Een arrogante windbuil heet je dan. In de VS is dat andersom: daar moet je je schamen als je niet gaat om te winnen. Wat meteen al voor een groot deel verklaart waarom de Amerikanen ook daadwerkelijk zoveel winnen. Ze weten niet beter.

België? You gotta be kidding me!

Vandaar dat je uit Amerika de laatste dagen een vreemde mix van vertwijfeling en hilariteit ziet komen als het over de achtste finale tegen de Belgen gaat. Jawel, ze zijn bang van ons. De Champions League en de Engelse competitie komen hier volop op televisie. Kompany, Hazard en Courtois zijn ook hier klinkende namen. Daar hoor je ontzag voor te hebben.

Maar België, een land dat zo groot is als de ministaat Massachusetts, met even veel inwoners als Ohio? Alleen al in New York wonen meer mensen dan in België. Dat je respect hebt voor grote landen als Duitsland, Brazilië of Nigeria, dat tot daar aan toe. Maar België? You gotta be kidding me, dude.

Waarmee dus niet gezegd is dat we per definitie gaan winnen tegen de VS. Die Amerikanen zijn geen kleine jongens en in dit stadium van het WK kan je altijd tegen de Platt du jour aanlopen, als u begrijpt wat ik bedoel. Maar we liggen dus boven, daar is geen twijfel over.

Als halve Amerikaan van dienst zeg ik dus: ons moment is nu. Geen valse bescheidenheid, niet speculeren op het EK van 2016 of het WK van 2018 – gáán! Die Amerikanen komen later wel weer eens aan de beurt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content