Analyse: wat maakt dit Liverpool zo sterk?

© Belga Image
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Liverpool Football Club is op weg naar de titel. Zijn negentiende. Na 30 jaar wachten en lijden. Waarom zijn The Reds dit seizoen zó sterk?

De 60.000 fans van Tottenham Hotspur hadden zich 45 minuten lang de ogen uitgekeken. Een helft lang was hun ploeg weggespeeld door Liverpool FC, dat meer dan 75 procent balbezit had. Zelden gezien. Het stond maar 0-1 aan de rust en met een beetje meeval was de nonchalance van de bezoekers na de pauze nog afgestraft, maar zelfs de grootste Noord-Londense diehard moest het met tegenzin toegeven: ze hadden net de nieuwe kampioen aan het werk gezien. In geen enkele van de vijf sterkste competities in Europa was een ploeg er ooit eerder in geslaagd om 20 van zijn 21 competitiewedstrijden te winnen. Liverpool tekende voor de Europese primeur en liet dit seizoen, in oktober, alleen twee punten liggen op bezoek bij Manchester United (1-1).

Wij bereiden ons team voor op wat Jürgen Klopp georganiseerde chaos noemt. Zo kunnen we de beste teams ter wereld verslaan.’ Pepijn Lijnders

De laatste keer dat het in de competitie verloor, dateert al van 3 januari 2019: 2-1 op Manchester City, toen The Citizens de titelstrijd nieuw leven inbliezen. Liverpool stoomde zonder nederlaag nog door tot 97 punten, maar het strandde op een puntje van het zwarte beest uit Manchester en bleef nog maar eens met een zware kater achter.

Sinds die nederlaag in het Etihad Stadium, meer dan een jaar geleden, pakten The Reds 104 punten uit 33 overwinningen en 5 gelijke spelen en wonnen en passant ook de Champions League, UEFA supercup en FIFA Club World Cup. En straks ook de Premier League, na een droogte van dertig jaar. ‘Al het gegoochel met cijfers en statistieken interesseert me niet. Je krijgt geen prijs na 21 matchen, alleen de stand na 38 speeldagen is van belang. Als we vorig seizoen iets hebben geleerd, dan is het dat wel’, benadrukte Jürgen Klopp na de 0-1 in Noord-Londen. Een tussentijdse verklaring voor het succes.

Jürgen Klopp
Jürgen Klopp© Belga Image

DE ARCHITECT: JÜRGEN KLOPP

‘Wij zijn niet het beste team in de wereld, maar we kunnen wel het beste team verslaan’, legde Jürgen Klopp (52) in de zomer van 2018 de lat nog wat hoger. De Duitse manager, die in oktober 2015 Brendan Rodgers opvolgde, had net de finale van de Champions League verloren, maar mocht voor het tweede opeenvolgende seizoen zwaar uitpakken op de transfermarkt. Om en bij de 182 miljoen voor vier nieuwelingen: Alisson (AS Roma, 62,5 miljoen), Naby Keïta (RB Leipzig, 60), Fabinho (AS Monaco, 45) en Xherdan Shaqiri (Stoke City, 14,7). Nog iets meer dan de 173 miljoen het seizoen ervoor, toen Virgil van Dijk (Southampton, 84,5 miljoen), Mohamed Salah (AS Roma, 42 miljoen), Alex Oxlade-Chamberlain (Arsenal, 38 miljoen) en Andy Robertson (Hull City, 9 miljoen) neerstreken op Anfield.

Liverpool is geen arme club, maar in Europa en de Premier League zijn er grotere spenders. Alleen: als de portefeuille wijd opengaat, dan wordt dat vaak een succesverhaal. Niet altijd direct, maar toch. Toeval? Neen. Klopp en de Amerikaanse eigenaar, John W. Henry, hebben een heilig geloof in statistieken en analyses, in een persoonlijk gesprek mag de Duitser de knoop doorhakken: alleen wie elke dag bereid is om het maximale te geven en zichzelf ondergeschikt vindt aan het team, komt in aanmerking voor een transfer. ‘Wij geloven in ontwikkeling en in iedere dag beter willen worden. Voor ons is de enige manier om te winnen in iedere training boven onszelf uitstijgen. Wij bereiden ons team voor op wat Jürgen georganiseerde chaos noemt. Zo kunnen we de beste teams ter wereld verslaan’, omschreef Pepijn Lijnders, na het vertrek in juni 2018 van Zeljko BuvacHet Brein – zijn Nederlandse eerste assistent, in Voetbal International het Project Klopp: in elke training(svorm) de juiste prikkels geven om het dynamische pressingvoetbal te perfectioneren. ‘We trainen op de hoogste intensiteit, omdat agressief verdedigen en kansen creëren altijd centraal staat.’

Er wordt geschaafd aan het team óp het veld, maar ook ernaast. Team Klopp bestaat dit seizoen uit… 23 mannen en een vrouw: voedingsdeskundige Mona Nemmer die in de zomer van 2016 werd weggekaapt bij Bayern München, waar hij ook conditietrainer Andreas Kornmayer tot een overstap kon verleiden. Met andere teamleden gaat zijn band dieper: met Peter Krawietz, de tweede assistent die door zijn analytische vermogen in The Eye werd herdoopt, werkt hij al samen sinds zijn trainersdebuut in 2001 in Mainz. Teamwork, met aan het hoofd de meester die waakt over de tactische flexibiliteit. Lijnders: ‘Jürgen geeft nooit één oplossing. Hij legt de spelers uit wat we willen doen en waar we de bal willen winnen, maar geeft ze daarna verschillende opties over hoe ze dat kunnen doen.’

Virgil Van Dijk
Virgil Van Dijk© Belga Image

DE TANK: VIRGIL VAN DIJK

De vraagtekens waren groot toen Liverpool in januari 2018 iets meer dan 84 miljoen aan Southampton betaalde voor Virgil van Dijk. Daarmee werd hij in één ruk de duurste verdediger ter wereld én duurste Nederlander in de voetbalgeschiedenis, maar de meedogenloze centrumverdediger uit Breda ontgoochelde nog geen moment en voegde een nieuw element aan het voetbal van Klopp toe. ‘Fantastisch aan de bal – hard inspelen over de grond, goed in dribbelen, een goede wisselpass – en waardevol bij het verdedigen van ballen door de lucht, maar hij geeft ons ook de mogelijkheid verder van ons doel te spelen’, benadrukte Lijnders.

Voor de komst van de Nederlandse verdediger schoof de achterste rij tijdens het aanvallen niet ver genoeg door, waardoor de ruimtes bij balverlies te groot waren en de ploeg op tegenprikken bijzonder kwetsbaar bleek. Het scoorde zelf veel, maar incasseerde gemakkelijk. In Klopps eerste twee seizoenen 50 en 42 tegendoelpunten, in het eerste volledige seizoen (2018/19) met Van Dijk amper 22.

De twee centrale verdedigers moeten met grote ruimtes in de rug kunnen spelen, waardoor Klopps voorkeur voor twee snelle en atletische sterke centrumverdedigers – de voorbije matchen werd Van Dijk gekoppeld aan Joe Gomez – niet verrassend is. Maar dat ze de ploeg blijvend naar voren proberen te duwen, is het resultaat van urenlange trainingen. ‘Dat ze niet ver genoeg doorschoven, konden we veranderen. Door in onderlinge wedstrijdjes bijvoorbeeld de regel in te stellen dat een doelpunt alleen telt als het hele team over de middenlijn staat.’

GEVAAR OP DE FLANKEN: TRENT ALEXANDER-ARNOLD EN ANDY ROBERTSON

Trent-Alexander Arnold, geboren en opgegroeid in Liverpool, voetbalde al sinds zijn zesde bij The Reds, waar hij op zijn 18e onder Klopp in het eerste elftal debuteerde. Vorig seizoen werd de rechtsback de jongste speler die twee opeenvolgende finales van de Champions League speelde en rondt hij nog dit seizoen, net 21 geworden, de kaap van 150 matchen.

Onwaarschijnlijk voor een jeugdproduct dat vijf jaar geleden nog bij de U16 voetbalde, op dat moment getraind door Lijnders. ‘Hij was een back, maar ik heb hem in de 3-4-3 op het middenveld gezet om zijn ontwikkeling te forceren. Op die plek voor de verdediging, de zes, heb je een enorme verantwoordelijkheid. Elke aanval gaat door die positie. En je hebt maar drie man achter je, dus je kan geen foutje maken. Bij het eerste heeft hij dankzij de steun, de ogen en het vertrouwen van Jürgen grote stappen gemaakt.’

In de Premier League heeft alleen Kevin De Bruyne (14) meer assists dan de jonge rechtsback (9), aan de andere zijde van het veld staat de teller van Andy Robertson ook al op 6. In de zomer van 2017 met de goedkeuring van Klopp bij degradant Hull weggeplukt, maar in zijn eerste seizoen mocht de Schot (25) tot begin december slechts twee keer starten in de Premier League. Met zijn drive en drang naar voren een echte speler van Klopp, klinkt het nu, maar ook de linksback moest wennen aan de hoge eisen. ‘Ik zei hem dat hij snel was en een goede voorzet had, maar hij moest geduldig zijn en vooral werken aan zijn verdedigende kwaliteiten. Dat is waarom er geen 500 clubs in de rij stonden voor hem. Niemand zei toen: wow, Andy Robertson, een geweldige deal’, blikte Klopp terug op hun gezamenlijk parcours.

Andrew Robertson (l) en Trent Alexander-Arnold
Andrew Robertson (l) en Trent Alexander-Arnold© Belga Image

HET HART EN DE LONGEN: JORDAN HENDERSON EN GEORGINIO WIJNALDUM

Jordan Henderson (29) is bezig aan zijn negende seizoen bij Liverpool, dat hem in de zomer van 2011 – op zijn 21e – voor 18 miljoen bij Sunderland wegkocht. Hij mocht in de lente van vorig jaar, als vijfde kapitein uit de geschiedenis, de Champions League – de zesde uit de clubgeschiedenis – in de lucht steken. De controlerende middenvelder in de 4-3-3, met de punt naar achteren, is door de blessure van Fabinho en Keïta de puinruimer van het team: helpen wanneer de vijf spelers voor hem steken laten vallen én bijspringen in de verdediging.

En: hij is het, in tegenstelling tot Fabinho bij Monaco, gewend om in een systeem met één controleur te spelen. Ook de Braziliaan mag, net als Robertson een paar jaar geleden, op cursus bij Team Klopp. Lijnders: ‘Met twee verdedigende middenvelders reageer je op situaties door de bal aan te vallen en in duels te komen. Als wij met één controleur spelen, dan gaat het juist om het dichtlopen van ruimtes. Als mensen niet begrijpen dat het tijd kost om dat aan te leren, dan snappen ze niet hoe gecoördineerd ons team werkt. Hoe alles samenhangt.’

In de verbinding tussen aanval en verdediging speelt Georginio Wijnaldum (29), in juli 2016 voor 27,5 miljoen weggekocht bij Newcastle, een sleutelrol. Dé exponent van het Gegenpress-voetbal van de Duitser. Hij ziet als geen ander wanneer de val moet dichtklappen en de ploeg met hoge intensiteit druk op de bal moet zetten. ‘ An absolute monster in midfield‘, analyseerde ex-Liverpoolverdediger Jamie Carragher ( Sky Sports) de Nederlandse international, van wie het contract in de zomer van 2021 afloopt. Verrassend. Daarmee is Gigi de enige ‘basisspeler’ die niet langdurig vastligt.

Giorginio Wijnaldum (l), James Milner (m) en Jordan Henderson (r)
Giorginio Wijnaldum (l), James Milner (m) en Jordan Henderson (r)© Belga Image

DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID: ROBERTO FIRMINO, SADIO MAN EN MOHAMED SALAH

Een Braziliaan, een Senegalees en een Egyptenaar: een sterrentrio dat elkaar sinds 2017 perfect aanvoelt. Roberto Firmino verkaste in de zomer van 2015 voor 41 miljoen van Hoffenheim naar Liverpool, een jaar erna werd flankaanvaller Sadio Mané – voor hetzelfde bedrag weggekocht bij Southampton – de eerste grote transfer van Klopp. ‘Een no-brainer’, vertelde Lijnders. ‘Kwaliteit en creativiteit van de zijkant, gekoppeld aan rendement.’

Ook de komst van Mohamed Salah (2017) was een godsgeschenk voor Firmino, de valse nummer negen die geregeld naar de zijkanten uitwijkt om ruimte te maken voor de twee snelle sluipschutters. Met zijn werklust, technisch vernuft en inzicht is Firmino meer dan ooit de motor van het elftal en het eerste station in de vaak dodelijke counters. En: in de race naar de negentiende titel is Mané (11 goals, 8 assists) momenteel iets belangrijker dan Salah (11 en 5) en Firmino (7 en 4)

Klopp, over die omschakeling: ‘Hoe ik onze counters coach? Dat is niet zo gecompliceerd. We hebben de juiste spelers. Daarmee doel ik niet alleen op hun snelheid, maar ook op de wil om afstanden te overbruggen. Iedereen weet dat Firmino niet zo snel is als Salah of Mané, maar op het juiste moment is hij waar hij moet zijn. Dat komt omdat hij daar wil zijn. Maar natuurlijk trainen we hierop. We zouden gek zijn om dat niet te doen.’

Herhalen én innoveren, elke dag weer. En met meer zin voor realisme dan in zijn eerste seizoenen op Anfield, toen hij vertelde dat hij slechts één ambitie had: ‘Voetbal spelen dat we later graag willen herbekijken om het opnieuw te beleven. Ik denk dat dit is wat je moet doen in het leven. Onze tijd samen benutten om momenten te creëren waar we van kunnen genieten.’

Analisten hadden het over Heavy Metal Football, Vollgasfussball of F1-voetbal, maar de Duitser werkte aan tactische varianten met twee verdedigende middenvelders, zet het blok soms iets lager en wil tegenstanders niet altijd meer over de volledige lengte van het veld opjagen. ‘Ik heb in het verleden gezegd dat spektakel bieden het belangrijkste is, maar om eerlijk te zijn: wedstrijden winnen is nóg belangrijker.’

Met dank aan Voetbal International.

16,5

Afgezien van Manchester City – een ploeg die het gewend is om hoog op het veld balbezit uit te oefenen – is er geen enkel team dat zo vaak de bal recupereert op het voorste derde deel van het veld. De Scousers recupereren daar 16,5 ballen per wedstrijd en zijn daarmee een toonbeeld van de pressing die hun coach predikt. Een systeem waarin de aanvallers de eerste verdedigers zijn. Met 28 fouten dit seizoen voert Sadio Mané trouwens dat klassement aan.

103

Amper enkele jaren geleden, toen het balbezit van Barcelona het voetbal domineerde, was de bal verliezen bijna een teken van incompetentie. Een klein decennium later zijn de Reds, die nochtans de Premier League domineren, de ploeg die op één na het vaakst balverlies lijdt, namelijk gemiddeld 103 keer per negentig minuten. Waar het hier om gaat is de bal op de juiste plaats te verliezen: slecht 15 procent van het balverlies vindt plaats in de defensieve zone van de ploeg. Zo’n laag percentage is dan weer ongezien in Engeland.

61,6%

Liverpool wordt vaak afgeschilderd als een ploeg van de snelle omschakeling, maar de ploeg van Jürgen Klopp heeft geleerd om met de bal om te gaan. Soms is dat ook noodzaak, vanwege tegenstanders die zich terugplooien voor hun goal om te vermijden dat ze uitgecounterd worden. Gevolg: alleen Manchester City heeft in Engeland een hoger gemiddeld percentage balbezit dan de Reds.

2

Omdat uitzonderlijke seizoenen altijd wel een beetje vergezeld worden van een dosis geluk, heeft Liverpool vaak wat meeval met zijn doelpogingen. Sinds het begin van het seizoen schoten de Reds slechts twee keer op paal of lat. Hun grote rivaal Manchester City overkwam dat daarentegen al veertien keer. Een verschil dat de mannen van Pep Guardiola onmiskenbaar punten kost in hun achtervolging op een recordbrekend Liverpool. Een achtervolging die bij voorbaat al verloren lijkt.

143

Zal de transfer van Virgil van Dijk, in januari 2018, in de geschiedenis geboekstaafd blijven als de transfer die het lot van Liverpool heeft bepaald? Sinds de Nederlander naar Anfield kwam, is de brokkelige verdediging van de Reds in beton veranderd. De mannen van Jürgen Klopp incasseren in de Premier League de voorbije twee jaar gemiddeld 1 goal om de 143 minuten. Van de 73 matchen die Van Dijk speelde, verloren de Scousers er maar vier. In die 73 matchen incasseerden ze maar 46 goals en hielden ze 36 keer hun netten ongeschonden.

52,6%

Om in Engeland de baas te kunnen zijn moet je het luchtruim beheersen. In een land waar het kick-and-rushvoetbal nooit verdwenen is, heeft dominantie in het kopspel natuurlijk zijn voordelen. Met het hoogste aantal gewonnen kopduels van de hele competitie, laat Liverpool daar niks aan het toeval over. De topper op dat vlak is Virgil van Dijk, die defensief wonderen verricht maar evengoed in de backlijn van de tegenstander, waar hij dit seizoen al drie goals met het hoofd scoorde. Alle Reds samen hebben al elf kopbalgoals gemaakt dit seizoen, een record.

Roberto Firmino, Mohamed Salah en Sadio Mane.
Roberto Firmino, Mohamed Salah en Sadio Mane.© BELGAIMAGE

8+6

In een voetbal waar de ruimtes steeds schaarser worden vindt Liverpool zijn geluk op de flanken, in zones die opgegeven worden door defensieve blokken die zich hergroeperen om centraal alles dicht te metselen. Het zijn dus Andy Robertson en Trent Alexander-Arnold, de twee flankverdedigers, die zich kunnen uitleven. Met succes: na de ongenaakbare Kevin De Bruyne hebben de Schotse linkervleugelspeler (6) en de Engelse rechtervleugelspeler (8) de meeste assists van de hele competitie op hun naam staan. Als verdedigers dus!

55,39

Liverpool schrikt er niet voor terug om de bal weg te werken. Met een gemiddelde van 55,39 lange ballen per match zijn de mannen van Anfield de ploeg die in Engeland het vaakst de lange bal hanteert. Met name de beruchte kruispasses slagen erin om de flankverdedigers af te zonderen en dat zijn sleutelspelers in het voetbal van de Reds. Met 12,4 lange ballen per match is Trent Alexander-Arnold op dit vlak trouwens de recordhouder in de Premier League. Zelfs de doelmannen doen minder goed dan hij.

En een Belgische joker

In de zomer van 2014 kocht Liverpool Divock Origi, toen 19 jaar, voor 12,5 miljoen in Rijsel en liet hem nog een seizoen rijpen in Noord-Frankrijk. Na twee seizoenen op Anfield (21 goals en 7 assists) en een matige uitleenbeurt aan VfL Wolfsburg speelde de jonge Belg tot begin december 2018 geen minuut, tot hij in een korte invalbeurt van zes minuten voor het enige doelpunt in de derby van de Merseyside tekende en ook voor de late 2-3 in Newcastle zorgde.

Drie dagen erna zette Jürgen Klopp hem in de basis tegen Barcelona, om als breekijzer een 3-0 uit de heenwedstrijd op te halen. De Belg bedankte na 7 minuten met het openingsdoelpunt én de beslissende 4-0. In de finale bezegelde hij een paar minuten voor tijd met de 2-0 het lot van Tottenham Hotspur, waarmee hij – na Yannick Carrasco (Atlético Madrid, 2016) – de tweede Belg werd die scoorde in de finale van de Champions League. ‘Toen hij terugkwam uit Wolfsburg dacht Div aan vertrekken. En kijk nu’, lachte Klopp, waarna de Belg met vijf seizoenen (tot 2024) kon verlengen. En ook dit seizoen, in invalbeurten, belangrijk blijft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content