André Gomes: de Barça-speler die zijn hart luchtte

© Belga
Aitor Lagunas Journalist Panenka

André Gomes gaf onlangs een opmerkelijk interview aan Panenka, een Spaans voetbalblad. In een wereld waarin kwetsbaarheid een taboe is, komt de 24-jarige Portugese middenvelder van FC Barcelona naar buiten met zijn twijfels en angsten.

André Gomes is een stilist, een fijnbesnaarde voetballer met vista. Dat werd duidelijk bij Benfica en later bij Valencia. Het was dan ook geen wonder dat hij al op 19-jarige leeftijd voor het eerst werd opgeroepen voor de nationale ploeg van Portugal. Op het EK in 2016 startte hij in de eerste wedstrijd als basisspeler, maar kwam hij in de finale tegen Frankrijk niet van de bank. Toch was tijdens dat toernooi de interesse van tal van topclubs gewekt. Uiteindelijk betaalde FC Barcelona 35 miljoen euro voor hem aan Valencia. Bij de Catalaanse club speelt hij met mondjesmaat, maar kon hij zich nog steeds niet helemaal doorzetten. In dit openhartig gesprek legt hij uit hoe dat komt.

Het stoort me vaak dat ze me zeggen dat ik veel in mijn mars heb. Dan vraag ik mezelf af: waarom laat ik het dan niet zien?

André Gomes

Hoelang is het geleden dat je nog een interview gegeven hebt?

André Gomes: ‘Al een aantal maanden. Het vorige gaf ik in Portugal, aan A Bola.’

Hoe komt dat?

Gomes: ‘Omdat ik me niet goed voel. De situatie waar ik nu door ga, heeft zelfs invloed op mijn dagelijks leven. Ik vind het moeilijk om van de werksfeer over te stappen naar de privésfeer. Ik kruip in mijn schulp. Het komt er uiteindelijk op neer dat ik niet wil praten, dat ik de wonde niet wil aanraken.’

Voordat we het over die wonde hebben, maken we even een reis. Je komt uit Grijó in het noorden van Portugal. Daar voetbalde je vader tot zijn 39e. Maar je was niet het soort supporter dat niet meer kon eten als zijn ploeg verloren had.

Gomes: ‘Als kind was ik supporter van FC Porto, omdat iedereen in mijn familie dat was. Het lijkt me heel goed dat mensen passie voelen, maar ik ben niet het type dat ’s ochtend slechtgezind opstaat als mijn ploeg verloren heeft. Natuurlijk ben ik dan wat verdrietig, maar het leven gaat verder.’

Dus die avond in 2004 dat Portugal de EK-finale van Griekenland verloor, kreeg jij nog een hap door je keel? Je was toen elf jaar.

Gomes: ‘Ik herinner me dat nog heel goed. Er heerste een enorme droefheid, maar we wisten dat we het moesten blijven proberen. Uiteindelijk heb ik het geluk gehad om dat moment mee te maken en jaren later het tegenovergestelde gevoel te ervaren met winst op het EK 2016. Toen ik nog niet in het voetbalwereldje zat, vond ik het gemakkelijker om met dat soort emoties om te gaan. Nu ik er middenin zit, vind ik dat moeilijker.’

Wanneer speelde je bij de jeugd van FC Porto?

Gomes: ‘Ik begon er bij de U9 en bleef er tot de U16. ‘

Daarna kreeg je te horen dat je mocht vertrekken. Hoe kwam dat?

Gomes: ‘Dat weet ik nog altijd niet. Ik was er toch jarenlang kapitein geweest. Ik had er de nodige moeite mee, want ik was niks anders gewend. Voor een tiener is dat heel moeilijk, het is alsof de grond onder je voeten wegschuift.’

Daarna ging je naar Boavista, de andere club uit de stad.

Gomes: ‘Ja, maar ze leenden me één jaar uit aan Pasteleira. Dat heeft me veel deugd gedaan.’

Na twee seizoenen Boavista werd je weggeplukt door Benfica. Daar kwam je al snel in de eerste ploeg terecht. Na het EK 2016 had je verschillende mogelijkheden, ook Real Madrid was daarbij?

Gomes: ‘Ja, maar mijn droom was altijd om als middenvelder bij Barcelona te voetballen. Veertig jaar geleden was mijn vader al eens in Camp Nou geweest en hij zei dat dat de beste voetbalervaring was die hij ooit had gehad in zijn leven. De dag dat ik hem vertelde dat ik bij Barça getekend had, werd het hem even te machtig.’

Hoe zou je Ernesto Valverde omschrijven?

Gomes: ‘Hij is heel rustig en heel intelligent. Luis Enrique geloofde vaak meer in mij dan ik zelf – wat eigenlijk niet goed is – en hetzelfde kan ik zeggen van Ernesto. Hij heeft honderd procent vertrouwen in mij. Hij geeft me kansen, praat met mij en vraagt me dat ik op het veld gewoon doe wat ik goed kan, omdat het er nog niet helemaal uitkomt. Ik moet hen allebei dankbaar zijn.’

Geen slachtoffer

Dan komen we terug bij ‘de wonde’. Heeft het iets te maken met het verschil tussen hoe je traint en hoe je speelt?

Gomes: ‘Op een bepaalde manier wel, ja. Het is moeilijk uit te leggen, maar aan de andere kant ook heel gemakkelijk. Ik voel me gewoon niet goed op het veld. Ik geniet niet van wat ik aan het doen ben. Mijn vrienden zeggen dat ik met de handrem op speel. En het zwaarste is dat ik me er zelf van bewust ben. Ik weet dat ik veel meer kan en dat de mensen dat verwachten, maar het komt er gewoon niet uit. De eerste zes maanden waren redelijk goed, maar daarna veranderde het. Het is misschien niet het juiste woord, maar het werd een beetje de hel, omdat ik meer druk begon te voelen. Pas op, ik kan goed om met druk, maar niet met de druk die ik mezelf opleg.’

Maar je traint heel goed. Ernesto Valverde ziet dingen op training die de supporters en de journalisten nooit zien. Het probleem stelt zich dus wanneer je een match moet spelen.

Gomes: ‘Als ik train, ben ik heel rustig. Natuurlijk is er weleens een dag dat ik wat minder vertrouwen heb, wat je dan ook merkt op training. Misschien heb ik één of twee dagen ervoor een match gespeeld, zit ik daar nog mee in mijn hoofd en kan ik de knop niet omdraaien. Maar het gevoel dat ik heb tijdens wedstrijden, daarentegen, is altijd slecht.’

Je lijkt een intelligente en gevoelige kerel. Dat zijn twee positieve kwaliteiten, maar misschien zijn ze wel nadelig voor een topsporter. Is je probleem dat je je te bewust bent van de dingen?

Gomes: ‘Ja, veel te bewust. Ik sta mezelf niet toe om fouten te maken. Dat legt meer druk op me. Bij elke bal die ik raak, wil ik me niet vergissen. En voetballen doe je juist door niet veel na te denken, je speelt op automatische piloot. Het zijn mechanismes die tijdens een match in werking treden. De ideeën zitten al in je hoofd. Het gaat er gewoon om te spelen, de ploeg te laten draaien, je werk te doen. En ik…

‘Misschien kan ik niet genieten omdat ik te veel nadenk en daardoor negatieve beelden in mijn hoofd opsla. Te veel nadenken is dus niet goed voor mij. Ten eerste omdat ik aan slechte dingen denk en ten tweede omdat ik zo altijd een stap te laat kom. En hoewel mijn ploegmaats me steunen in bijna alle wedstrijden, komt het er niet uit zoals ook zij zouden willen dat het eruit zou komen.’

Hoe verteer je een slechte wedstrijd? Wat doe je dan?

Gomes: ‘Dat is moeilijk. De mensen uit mijn directe omgeving lijden eronder. Ze zeggen weleens dat voetbal maar een spelletje is, maar dat is het niet: voor wie er passioneel mee bezig is, is voetbal zijn leven. Zonet hadden we het erover dat ik als kind niet afzag wanneer ik naar matchen keek. Maar nu ik er zelf middenin zit… Bovendien is voetballen iets wat ik graag doe, dus lijd ik er nog meer onder. Mijn vrienden en mijn familie zijn dan ook heel erg met me begaan, maar ik sluit me af. Ik sta niet toe dat ik mijn frustratie de vrije loop laat, dus praat ik met niemand praten. Ik wil niemand lastigvallen. Het is alsof ik me schaam.’

André Gomes: de Barça-speler die zijn hart luchtte
© Belga

Zo wordt de rugzak gaandeweg steeds zwaarder…

Gomes: ‘Natuurlijk. Het is al meer dan eens gebeurd dat ik zelfs niet wil buitenkomen. Uit angst dat de mensen me zouden zien, beschaamd om de straat op te gaan… Het is wat ik eerder zei: vaak kan ik mijn professionele leven niet scheiden van mijn privéleven, met de familie, de momenten voor mezelf. En hoe langer ik thuis zit, hoe meer ik aan negatieve dingen begin te denken. Als je dat beseft, sta je dicht bij de afgrond. Het is nochtans zo onnozel, ik ben helemaal geen slachtoffer. Integendeel, mensen met kanker, die zien af…’

50 procent

Je bent 24, je voetbalt bij FC Barcelona, je zit er financieel warmpjes in, je bent een knappe jongeman… Je hebt eigenlijk alles om gelukkig te zijn, maar toch heb je het moeilijk.

Gomes: ‘Klopt, ik draag een zware rugzak met me mee. Dat gewicht komt niet van de kritiek, maar van mezelf.’

Dus als iemand je op Twitter bekritiseert, stoort je dat niet, maar je worstelt met je eigen verwachtingspatroon?

Gomes: ‘Dat is het. De mensen zien me niet op training, ze zien me alleen als het erom gaat, tijdens de match. En dan zien ze een speler die zich maar niet kan bevrijden, die misschien wel veel kwaliteiten heeft, maar het niet laat zien. Het stoort me vaak dat ze me zeggen dat ik veel in mijn mars heb. Dan vraag ik mezelf af: waarom laat ik het dan niet zien?’

Hoeveel procent van de speler die je zou kunnen zijn, zien we op het veld?

Gomes: ( denkt na) ‘Misschien vijftig procent. Ik mis nog de creativiteit. Ik kom niet los om de acties te maken die de mensen van me gewoon waren.’

Binnenvetter

Je zegt dat je ploegmaats je proberen te helpen, maar heb je ook vrienden in het voetbal?

Gomes: ‘Ja, natuurlijk.’

Vrienden zoals in ‘ik voel me niet goed, laat ons een koffie gaan drinken’.

Gomes: ‘Neen, zo open ben ik niet. Zoals ik je al zei: ik vertel dit soort dingen zelfs niet aan mijn familie. Ik hou er niet van om mensen op te zadelen met mijn problemen, om het slachtoffer te zijn. Ik ben een binnenvetter. Ik blijf alles maar opkroppen, tot het moment dat ik me rotslecht voel.’

En dan komt het allemaal naar buiten?

Gomes: ‘Ja.’

Is dat nu ook het geval?

Gomes: ‘Ik ben er wel eens dichter bij geweest dan nu. Maar om op je eerdere vraag te antwoorden: ik ga vaak praten met Marc- André ter Stegen, omdat we heel gelijkaardige, rustige personen zijn. En natuurlijk zijn er spelers die met mij een beetje over van alles spreken, spelers van wie je op het veld ziet dat ze dichter bij mij staan: Busquets, Jordi Alba, Iniesta en zelfs Messi. Tijdens een wedstrijd zegt Leo me vaak: ‘Speel je spel, met vertrouwen, maak je geen zorgen, kop op.’

Niet koud

Heb je nooit gedacht dat het een vergissing was om voor Barcelona te tekenen?

Gomes: ‘Neen, op geen enkel moment. Ook al had ik van tevoren geweten dat ik dit allemaal zou meemaken, dat ik niet aan de verwachtingen zou voldoen, dat ik me rotslecht zou voelen: ik zou opnieuw voor Barça tekenen! Zonder enige twijfel. Omdat het uiteindelijk een ervaring is. Ik geniet ervan om elke dag met Busi, Messi en Iniesta te voetballen. Maar tijdens een match geniet ik niet, dat is duidelijk.’

Als we over tien jaar naar je Wikipediapagina surfen, wat gaan we daar dan lezen?

Gomes: ‘Wereldkampioen, ik weet niet hoeveel Champions Leagues, en titels. Ook redelijk wat jaren bij Barça, als dat niet te veel gevraagd is en als het hier uiteindelijk toch nog goed uitdraait voor mij. En dat ik een gelukkige en blije speler en mens ben geweest.’

Gelukkig en blij… We hebben ook niet de indruk dat we gepraat hebben met een ongelukkig en verdrietig persoon.

Gomes: ‘Het is duidelijk dat de mensen me niet kennen. Wat ze zien, is een koele persoon op het veld. Maar dat is een masker. Dat is de enige manier, met al die negativiteit in mijn hoofd, om me een beetje te beschermen. Ik wil niet het beeld overbrengen dat ik ontspannen ben, dat het me niet interesseert of dat het goed met me gaat. Want het gaat niet goed. Maar in het normale leven kan ik wel opgewekt zijn. De mensen kennen me beroepshalve en aangezien ik me daarin niet goed voel, kom ik serieus over. En zo krijg ik een imago van afstandelijkheid. Maar ik ben geen koud mens. Integendeel.’

‘De mensen denken dat ik een veteraan ben’

Portugal won het EK en wil dat huzarenstukje overdoen op het WK. Heb je nog je plaats in de selectie?

André Gomes: ‘Op dit moment wel, ja. Bondscoach Fernando Santos heeft me altijd het volste vertrouwen gegeven. Als ik bij de nationale ploeg ben, praten we redelijk wat over mijn situatie bij Barcelona.’

Er dringt zich een generatiewissel op.

Gomes: ‘Wel, de mensen denken soms dat ik een veteraan ben, omdat ik een baard heb en zo groot ben. Maar neen, ik ben 24 jaar. En het klopt wel dat er al wat jongere spelers bij de ploeg gekomen zijn. Gonçalo Guedes ( 21-jarige vleugelspeler, nvdr) bijvoorbeeld, die het heel goed doet bij Valencia. De trainer is ook heel belangrijk. De manier waarop hij met alle soorten situaties omgaat, is indrukwekkend. De oudste spelers, zoals ik ( lacht), zijn er om de jongeren te steunen. Ze komen toch allemaal een beetje angstig naar de selectie, en dan is het belangrijk dat de ouderen, die weten hoe alles functioneert, hen een handje helpen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content