Andrea Agnelli: how to make Juventus great again

© GETTY

Exact tien jaar geleden trad Andrea Agnelli aan als voorzitter van Juventus. Sindsdien leefde de Oude Dame weer op, maar hij wil meer. Portret van een man die gedreven wordt door bankbiljetten.

Gianluigi Buffon en Giorgio Chiellini, dat zijn de twee spelers die tien jaar geleden ook al in de kern zaten. Op 19 mei 2010 Jean-Marie Blanc opstapte als voorzitter van de raad van bestuur van Juventus en de toen 34-jarige Andrea Agnelli zijn plaats innam.

Sindsdien werd de Oude Dame liefst acht keer Italiaans kampioen en won het vier keer de Coppa Italia. De club stond ook twee keer in de finale van de Champions League, in 2015 en 2017, maar die gingen allebei verloren, respectievelijk tegen FC Barcelona (3-1) en Real Madrid (4-1).

Wie is de man die Juventus naar ongekende hoogten stuwde?

Prestigeproject

Het stond in de sterren geschreven dat Andrea Agnelli voorzitter van Juventus zou worden. Na zijn grootvader, zijn oom en zijn vader is hij de vierde Agnelli op het pluche bij de club uit Turijn.

Hij is nu tien jaar in functie en volgens Juvewatchers elke dag op de club te vinden. Een voorzitter met kennis van het voetbalspel: zijn eerste daad was het aanstellen van Luigi Del Neri als trainer en Giuseppe Marotta als technisch directeur. Maar bovenal is Agnelli een zakenman: Juventus groter en rijker maken is zijn zelfbenoemde opdracht. Aanzien verwerven, macht hebben, invloed uitoefenen.

Juventus leiden is een prestigeproject voor de ambitieuze Andrea. In 2010 was de club zoekende. De gevolgen van het beruchte omkoopschandaal van vier jaar eerder hadden de Oude Dame in de greep. Het merk Juventus had immense schade opgelopen en juist daarin kon de als marketeer opgeleide Agnelli zijn ei kwijt. De inkomsten uit commerciële projecten waren danig teruggelopen.

Kenners bestempelen de opening van het nieuwe stadion, in september 2011, als kantelpunt. Het nieuwe onderkomen kostte 122 miljoen euro en maakte van Juventus de eerste Italiaanse club die haar stadion zelf beheerde in plaats van het te huren. De handtekening van Agnelli staat onder het project. ‘Een investering die ons moet terugbrengen naar de top van Europa’, noemde hij het destijds.

Dat de nieuwe thuishaven met 41.500 zitplaatsen aan de kleine kant was, bleek al snel: de aanvragen overstegen de mogelijkheden. Dan loert illegale tickethandel om de hoek. Agnelli mengde zich in die duistere handel en dat kwam hem duur te staan.

De Calabrese maffia, de ‘Ndrangheta, had een tickethandel opgezet en Agnelli werd ontmaskerd als iemand die kaartjes regelde voor een maffialid dat tevens tot de harde kern van Juventus behoorde. Het leverde de voorzitter een schorsing van een jaar op en een smet op zijn naam.

Het Allianz Stadium van Juventus oogt met 41.500 supporters nogal klein.
Het Allianz Stadium van Juventus oogt met 41.500 supporters nogal klein.© GETTY

Meedenken of opstappen

Waar voorzitters/eigenaren met een gevulde portemonnee zich maar wat graag als een dictator gedragen, biedt Agnelli bij Juventus wel degelijk ook ruimte aan anderen. Sportief directeur Fabio Paratici en vicevoorzitter (en oud-speler) Pavel Nedved zijn momenteel zijn vertrouwelingen. Of liever gezegd: volgelingen.

Wie Agnelli’s plannen in twijfel trekt, kan kiezen: meedenken of opstappen. Afremmen kunnen ze hem nauwelijks, de baas van raad en daad voorzien doen ze zeker wel. Paratici scoorde punten omdat hij de man is die met het idee kwam Cristiano Ronaldo naar Turijn te halen. Agnelli vroeg bedenktijd, maar de wetenschap dat hij een absolute vedette ging halen die Juve kon helpen wéér een stap omhoog te maken, won het van het besef dat hij een toen 33-jarige speler aantrok die wellicht over zijn top was.

Voor het eerst sinds 1996 de cup met de grote oren vasthouden, dat zou de voorzitter maar wat graag op zijn cv willen hebben staan. Dan is hij een echte Agnelli.

Hervorming Champions League

Juventus is het afgelopen decennium alleenheerser geworden in Italië: sportief en commercieel kan er niemand tippen aan de club van Agnelli. In de ogen van de voorzitter is Juve Italië ontgroeid. Met zijn rol als voorzitter van de European Club Association geeft hij eigenlijk aan dat dat ook voor hemzelf geldt.

In Europees verband kan Juventus verdienen, binnen de eigen landsgrenzen is groei bijna niet meer mogelijk. En dus is het duidelijk voor Agnelli: een hervorming van de Champions League is nodig om als grootverdieners onder elkaar nóg meer inkomsten te genereren.

Agnelli wil van de Champions League een gesloten competitie maken, een NBA/NFL-achtige superklasse, waarin alleen de grootste en rijkste clubs van het continent elkaar treffen. Desnoods vier keer in een seizoen.

Zo hoopt hij de mogelijke uitschakeling van grote clubs in een voorronde uit te sluiten en te voorkomen dat stuntploegjes die niet interessant genoeg zijn voor televisiegelden en commerciële partijen een rol spelen op het allerhoogste podium.

Zijn visie leverde hem her en der giftige commentaren op, zeker bij ‘normale’ clubs. Zij verafschuwen Agnelli en zijn vooruitstrevende hersenspinsels, en zien hem als de grote kwade genius in het hedendaagse topvoetbal.

Andrea Agnelli met superster Cristian Ronaldo
Andrea Agnelli met superster Cristian Ronaldo© GETTY

Machtigste man

Maar Agnelli heeft ook volgelingen. In het elitegroepje met Europese clubs die denken dat ze hun eigen land ontgroeid zijn, heerst dikke tevredenheid over Agnelli en zijn proefballonnetjes. Edwin van der Sar is een van de zwijgzame discipelen. De Ajaxdirecteur verkeert met de Amsterdammers in eigen land in eenzelfde positie als Juventus in Italië en lonkt ook stiekem naar een Super League.

Sinds 2012 is Agnelli al de baas van het eliteclubje, daarnaast is hij namens die groep ook aangesteld in het uitvoerend comité van de UEFA. Het maakt van hem misschien wel tot de machtigste man in het Europese voetbal.

Chris Tempelman & Steve Van Herpe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content