Argentijns schrijver José Caldeira over Diego: ‘Hij is bekender dan de paus. En hij is van ons!’

© AFP
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Woorden uit 2010, uitgesproken tijdens een barbecue. Een getuigenis uit Argentinië over het emanciperende belang van Diego Maradona. ‘Ik ween als ik iemand met om het even welk shirt van Maradona zie lopen.’

Een maand of drie geleden werden we gebeld door een Argentijns schrijver. José Caldeira. Hij werkte aan een boek en wilde een getuigenis uit Europa. Zijn thema was een klassieker: wie is de GOAT, de Greatest of All Times.

De keuze was: Messi of Maradona. Wij liggen er niet wakker van – Messi staat in onze ogen een paar trappen hoger – maar voor hem was het een zaak van levensbelang.

‘Messi? Seguro?’

Tien jaar geleden hadden we dit debat al een keer gevoerd, toen live rond de tafel. Maradona was in die periode bondscoach van Messi en ze zouden samen wereldkampioen worden, Leo en Diego. Hand in hand, al zou het altijd de titel van Diego zijn, Leo kwam qua populariteit niet aan zijn enkels. De realiteit zou anders worden, Diego’s capaciteiten als bondscoach immers matig, maar toen we José Caldeira zagen, ergens in februari op het einde van de Argentijnse zomer, leefde de droom hevig.

Het was een dag om nooit te vergeten. Hij had nog wat exclusief materiaal liggen, zei José. We moesten er wel voor naar Miramar, ruim 400 km weg van Buenos Aires. Vijf uur bus heen, en dan nog eens vijf uur bus terug over een lange rechte weg, door een vlak landschap. Slaapverwekkend.

De ontvangst vergoelijkte alles: een zondagse barbecue bij de familie. Rond de tafel José, zijn vriendin en haar ouders. Intelligente mensen, belezen voetbalfans. De vader, makelaar in vakantiewoningen, ontpopte zich tot een uitstekende gastheer en kok, het op de barbecue gebraden vlees was mals en sappig.

Vrij snel kwamen we uit bij Maradona. Zoals iedereen die in Argentinië over voetbal begint. De schoonpa brengt nuance: ‘Als voetballer: het maximum! De mens heeft veel problemen gehad in het leven, met drugs en alcohol, maar de hele wereld kent hem als voetballer. Ik ben alleen in het voetbal geïnteresseerd, daar was hij de grootste.’

Zijn vrouw beaamt dat: ‘Ik ben blij dat ik hem heb zien voetballen. De dag dat Diego in de VS overkwam wat hem overkwam (Michel D’Hooghe moest toen als hoofd van de medische commissie de op doping betrapte Argentijn uit het tornooi zetten, nvdr), was dat een ramp. We weenden allemaal. Voor wat hem overkwam. Hij gaf als speler de vreugde die Argentinië nodig had.’

José: ‘De voetbalwereld apprecieert en houdt van Maradona. Zeker. In sommige delen van de wereld meer dan in andere, in Napels, bij Boca,… Gigante. De figuur, in de wereld toch, zelfs in de verste delen van de wereld. Voetbal overstijgt de grenzen.’

Zijn liefje: ‘De mondiale uitstraling die hij Argentinië gaf… Ik ben te jong, ik heb hem amper zien spelen op het WK 1986, maar als ik er hoor over spreken… Vandaag in de krant stond een stuk over hem. Ik kan dat niet uitleggen, maar hem met die trofee in de lucht zien staan… Ik kreeg er kippenvel van en de tranen sprongen in mijn ogen.’

Dát betekende hij dus voor het land en zijn voetbalfans.

De niet-voetbalfan had er niks mee. Ze noemden hem ‘die gedrogeerde’. Een halve zot.

José snapte toen niet dat wij er niet emotioneel van werden, herinneren we ons. Messi of Maradona, er was geen vergelijking mogelijk. ‘Laat ze hier beiden op het vliegveld een aparte deur nemen, en iedereen omstuwt Maradona. Zelfs de meest koele Europeaan moet toch onder de indruk zijn. Ik ween als ik iemand met om het even welk shirt van Maradona zie lopen. Echt waar, of het nu een shirt van Napoli, Barcelona, Boca of Argentinië is.’

Zijn schoonpa pikt in. ‘We hebben hier veel strijd op voetbalvlak: Boca-River, Independiente-Racing, of Rosario-Newell’s, maar Maradona overstijgt alles. Ook op mentaal vlak. Hij was dé man. Ik ben hincha de Boca, fanatiek fan van Boca, maar ik heb veel vrienden die hetzelfde zijn van River, en ook zij houden van Maradona. Terwijl ze hem ten tijde van Boca nog wel hebben uitgespuwd en uitgefloten, dat geven ze toe.’

Hier is wat economische kadering nodig. Toen Maradona – te jong voor de selectie die in 1978 onder de Argentijnse dictatuur een eerste keer wereldkampioen werd – het land in Mexico ’86 weer naar de titel loodste, was Argentinië bezig met voorzichtige pogingen om weer in het reine te komen met zijn geweten. De dictatuur had grote wonden geslagen, emotioneel, mensen verdwenen, werden vermoord, maar ook economisch. Nog steeds is de crisis er groot. Economisch en structureel was/is Argentinië een derdewereldland.

Maar op voetbalvlak hees Maradona het land tot op het niveau van de primer mundo, de eerste wereld. Hij was de verpersoonlijking van de Argentijnse droom: van de Villa Fiorito, de favela in Lanus waar D10S opgroeide, tot de gevierde held in de grootste (voetbal)salons, waar hij zijn kunsten toonde. Een wereldvedette.

‘Hij, het voetbal, gaf je weer zin om te leven’, zei José. Zowel de arme als de rijke. Maradona kwam er als vedette – later ook bij Napoli in dat zuiderse, dat volkse van Italië – op een heel moeilijk moment voor het land en was/werd een sterk symbool, één van iconen waarmee dé Argentijn zich kon identificeren. Gardel, Che Guevarra, Fangio. Diego was dat voor het voetbal.

Let wel, hun lof ging/gaat altijd om Diego de voetballer. Niet de vedette die hij later werd, met al zijn uitwassen en problemen. Veel jongeren, zelfs zij die hem nooit zagen spelen, zeggen: yo soy Maradona, ik ben Maradona.

José, toen: ‘Hoe leg je dat uit in 2010? Een kind van drie dat hem nooit zag? Dat heeft te maken met reputatie. Als je hem nu ziet op tv: lelijk, dik, een onverzorgde baard, wankele passen,… Je kan niet zeggen dat hij je als mens aanspreekt, dat het een mooie man is, maar toch willen kinderen hem zijn…’

Grote mond

Wat Argentijnen ook aansprak, was zijn grote mond. Dat rebelse. Tegen de FIFA, tegen João Havelange vroeger, de Braziliaanse grote baas van het wereldvoetbal. Tegen Sepp Blatter later. Maar ook tegen Michel Platini, die sierlijke ster van Juventus. Tegen Pelé ook, met wie hij ook streed om de grootste te zijn, de GOAT van Zuid-Amerika.

Het kind van de sloppenwijken kwam tegen het establishment in opstand. Zoals Eric Cantona. Maradona de syndicalist. Het is jammer dat zijn medische geschiedenis én zijn druggebruik dat allemaal wat overschaduwden.

José: ‘Maradona heeft met het syndicaat gepoogd om betere omstandigheden voor de spelers af te dwingen. Dat de wedstrijden op betere momenten konden worden gespeeld en niet alleen op momenten bepaald door de televisiecontracten. Dat spelers op het heetste moment van de dag moesten spelen, zoals destijds in Mexico, was onmenselijk. Daar heeft Maradona zich tegen verzet.’

Ze waren er trots op, herinneren we ons, dat iemand uit Argentinië dat kon bereiken. José noemde hem – enigszins overdreven – bekender dan Coca Cola. ‘Op een bepaald moment draagt een Iraaks soldaat in de Golfoorlog een foto van Maradona bij zich. Om zich te beschermen. Hoe leg je dat uit? Hoe leg je uit dat er bij een bezoek aan Zuid-Afrika op de luchthaven van Johannesburg zoveel kinderen zijn die probeerden een glimp van hem op te vangen. Terwijl ze hem nooit zagen spelen? Maradona heeft grenzen gesloopt en tijdsvakken overschreden. Dat is ongelooflijk.’

Maradona is volks, was hun uitleg. Des volks. Pelé schurkte altijd wat aan tegen de grote bedrijven, de macht, de sterke mannen van de politiek. Maradona was en bleef zijn leven lang een rebel, een dilettant. Hij drogeerde zich, was dronken, gedroeg zich brutaal,… Een goed voorbeeld was het niet. Van (ex-)sporters wordt zoiets niet gedoogd. In die zin, besefte de familie toen wel, is het standbeeld beklad.

De gastheer: ‘Als ik de lof zing van Maradona, zeggen mijn kleinkinderen wel eens: ja, maar opa, hij zat wel aan de drugs hé. Dus wil ik bij Maradona liever praten over zijn voetbal, en bij Hemingway over zijn literatuur… De rest… is privé.’

José: ‘Hij zegt zelf ook dat hij nooit een voorbeeld heeft willen zijn.’

Kerk

Op een moment dat het slecht ging met Diego, kreeg de man een eigen kerk. Zo groot was de verering. De gastheer daarover: ‘De meeste voetballers komen uit de provincie. En daar is het mystieke veel belangrijker dan bijvoorbeeld in de hoofdstad. Er zijn heel veel populaire heiligen in het binnenland, mensen die ooit hebben geleefd en nu worden vereerd.’

In dat opzicht vonden zij het normaal dat een voetbalgod als Maradona zijn eigen kerk had. José: ‘Misschien niet echt ‘normaal’, maar een uiting van die folkloristische kant van het voetbal. Er zijn mensen die bidden tot de Heilige Maradona, hem vereren als een soort heidense heilige.’

De gastheer (in 2010): ‘Hij is bekender dan de paus.’

José: ‘En hij is van ons.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content