Balancerend tussen gek en geniaal: wie is Steven Berghuis, de nieuwe aanvaller van Ajax?

© BELGAIMAGE
Mayke Wijnen Medewerker van Sport/Voetbalmagazine.

Dé transfer van de zomer in Nederland was die van Steven Berghuis (29) van Feyenoord naar Ajax. De gewaagde overstap zegt alles over de speler en mens Berghuis: een perfectionist die altijd meer en beter wil en de controverse niet schuwt. Portret van een laatbloeier.

De muurschilderingen en spandoeken in Rotterdam liegen er niet om. Steven Berghuis is in de havenstad van publiekslieveling verworden tot persona non grata en de supporters van Feyenoord uiten hun frustratie daarbij in niet al te creatieve uitingen. Zo werd de aanvaller in concentratiekampkleding en met een grote neus en Jodenster op de borst geschilderd met daarbij de tekst ‘Joden lopen altijd weg’, verwijzend naar de geuzennaam van Ajax. Ook het spandoek waarbij de naam Berghuis in een rij staat met die van crimineel Martin van de Pol en misdaadverslaggever Peter R. de Vries – beiden Ajaxsupporters die dit jaar werden geliquideerd – spreekt tot de verbeelding. De overstap van de aanvaller van Feyenoord naar Ajax laat nog maar eens zien dat sentimenten en rationele beslissingen in het voetbal keihard tegenover elkaar kunnen staan.

Met de komst van Berghuis wordt Ajax zelf niet alleen sterker, het maakt Feyenoord ook zwakker.

Hoogverraad

Het was namelijk de ratio die Berghuis tot deze beslissing aanzette. Bij Feyenoord was hij simpelweg klaar; uitgeleerd. Dus waren er twee opties: naar het buitenland trekken of in Nederland een stap hogerop zetten. AS Roma toonde vorige zomer interesse en in het verleden dook ook de naam PSV al eens op; belangstelling die de aanvaller handig uitspeelde om bij Feyenoord een topcontract te onderhandelen met daarin ook een clausule dat hij per jaar voor minder mocht vertrekken. Daar maakte Ajax nu handig gebruik van. De vier miljoen die het neerlegde voor de buitenspeler is een lachertje voor de landskampioen, die daarmee de gewenste versterking op de rechterflank binnenhaalde.

Nu is die flank toch al niet onderbezet: met de Brazilianen Antony en David Neres bulkt Ajax van de kwaliteit, al staat die eerste al na één seizoen in de belangstelling van Bayern München en is de tweede eindelijk blessurevrij. De komst van Berghuis is dan ook vooral een impuls voor de breedte: in Europa, waar Ajax zo graag een volgende stap wil zetten, bleek de afgelopen twee jaar dat de kern niet breed genoeg was.

Het Europese podium is ook wat Berghuis – onder meer – verleidde om naar Amsterdam te trekken. Waar Feyenoord stagneerde, is Ajax hard op weg het Bayern München van Nederland te worden. Tot voor kort kaapte het – in tegenstelling tot de Duitse club – nog niet de grootste spelers weg bij de concurrenten, maar daarmee is het met de transfer van Berghuis dus ook begonnen.

Met zijn komst wordt Ajax zelf niet alleen sterker, het maakt Feyenoord ook zwakker. De linkspoot was het afgelopen seizoen bij vijftig procent van de doelpunten van de Rotterdammers betrokken met een assist of een doelpunt. En dat niet alleen: Steven Berghuis was vorig jaar aanvoerder en het gezicht van Feyenoord; de man met wie de supporter zich het meest vereenzelvigt. Iemand die het DNA van de club ademt; een vechtjas, een mannetje met branie en ook nog eens begiftigd met een gouden linker. Dat juist hij naar de aartsrivaal overstapte voelt als hoogverraad.

Steven Berghuis was vorig seizoen aanvoerder en hét gezicht van Feyenoord.
Steven Berghuis was vorig seizoen aanvoerder en hét gezicht van Feyenoord.© BELGAIMAGE

Rafelrandje

Het rafelrandje dat daarbij aan Steven Berghuis zit, maakt zijn status van cultheld alleen maar groter. Het afgelopen seizoen, waarin de onrust groot was bij Feyenoord, was er veel te doen om de aanvaller. Trainer Dick Advocaat zat meermaals met zijn handen in het haar. Wat moest hij met zijn sterspeler, die op de rand zweefde tussen gek en geniaal. Berghuis schuwde als altijd de kritiek niet, zowel intern als extern en zocht ook daarbij de grenzen op. Meermaals ging hij de discussie aan met zijn trainer: de keuzes die hij maakte zinden hem niet. En ook op het veld ging hij een paar keer over de schreef.

In de bekerwedstrijd tegen SC Heerenveen, bijvoorbeeld, pakte hij twee keer geel en vanaf de tribune zag hij zijn ploeg een 1-3-voorsprong – en daarmee een halve finale tegen Ajax – in de slotfase weggeven. Direct werd er geroepen dat hij dat expres zou hebben gedaan; Berghuis wilde niet tegen de Amsterdammers spelen. Toen al gingen er stemmen op dat hij naar de grote rivaal zou gaan. De werkelijkheid was dat hij niet wist dat hij al geel had en in het heetst van de strijd nog eens een overtreding maakte omdat hij zijn team wilde helpen. Maar het verhaal rond zijn persoon was wél weer gemaakt.

Zo gaat het vaker bij Berghuis. Een op en top prof en goudeerlijk. Dan wil je wel eens tegen de haren instrijken en de aandacht op je vestigen. Zeker het afgelopen jaar, waarin hij niet meer op zijn plek leek bij Feyenoord. Hij is een perfectionist, zei hij eens, en hij voegde eraan toe dat die karaktereigenschap ook direct zijn valkuil is. Hij wil altijd meer en beter, en meer en beter werd het niet in De Kuip. Het werd er eigenlijk – mede door de financiële omstandigheden – alleen maar minder nadat hij er in zijn eerste seizoen, in 2017, nog kampioen was geworden; de eerste landstitel voor de Rotterdammers in achttien jaar.

In een interview zei hij eens een week lang ziek te zijn van een slechte wedstrijd. Het laat zich dus raden hoe hij zich het afgelopen jaar moet hebben gevoeld. En dat gevoel wegstoppen, doet Berghuis niet. Hij wordt dan ook omschreven als nukkig en eigenzinnig. Zeker als het niet loopt, slaan de stoppen bij Berghuis sneller door dan bij een ander. Het is iets dat de voetballer nog te leren heeft: zijn emoties onder controle houden. Zoals hij al vaak aan zichzelf schaafde in zijn loopbaan.

Laatbloeier

De weg naar de top duurt namelijk lang voor Berghuis. In de jeugdopleiding van AGOVV/Vitesse wordt hij weggestuurd, waarna hij zich bij zijn amateurclub WSV in Apeldoorn aansluit. Al op zijn vijftiende debuteert hij daar in het eerste elftal, waar hij als vijftien- à zestienjarige op zijn teamgenoten vloekt wanneer die de dag voor een wedstrijd de stad ingaan. Via de opleiding van Go Ahead Eagles komt Berghuis bij FC Twente terecht, waar hij in het betaalde voetbal debuteert.

Pas na een uitleenbeurt aan VVV Venlo en zijn transfer naar AZ begint hij echt op te vallen, en dan vooral door de puntgave techniek in zijn linkerbeen. Vader Frank Berghuis, van 1993 tot 1995 nog actief voor Lommel SK, had vroeger ook een bovengemiddeld goed linkerbeen en heeft die genen doorgegeven aan zijn zoon.

Ze zien het al wanneer hij nog jong is: de kleine Steven trapt gemakkelijker dan zijn leeftijdgenoten tegen een bal; beter en harder. Op straat, in de zaal en op het veld ontwikkelt hij die trap steeds verder, die uiteindelijk uitgroeit tot een wapen. Hij schopt het daarmee ver, tót hij de laatste stap moet zetten. Dan komt steeds hetzelfde punt terug. De trainers Gertjan Verbeek, Dick Advocaat, Marco van Basten krijgen hem bij AZ als jonge twintiger onder hun hoede en zeggen het allemaal: aan zijn techniek ligt het niet, maar hij doet niet genoeg daarnaast.

Door zijn instelling drijft Berghuis zichzelf en zijn omgeving tot het uiterste, maar blijft hij ook een ongeleid projectiel.

De kritiek is niet aan Berghuis besteed. Hij teert op zijn talent en is opportunistisch van geest. ‘Mijn redenering was simpel: ik maak toch verschil aan de bal, wat zeuren jullie nou?’, zegt hij daarover in een interview met Voetbal International. Onder Verbeek mag Berghuis nog regelmatig spelen, maar Advocaat zet hem op de tribune. Hij geeft hem mee dat hij zijn beste speler is, maar ja…

Het is assistent José Fortes Rodríguez die hem met precies dezelfde boodschap wél weet te raken. Hij maakt hem bewust van de manier waarop trainers kijken. ‘Ze willen zien dat je actief bent, dat je schakelt, dat je ballen afpakt, dat je slidings maakt’, zegt hij tegen hem. ‘Doe een week wat ik zeg en je staat er vast in.’

In de eerstvolgende wedstrijd doet Berghuis wat ze hebben afgesproken en hij begint er nog lol in te krijgen ook. ‘Het bleek zowaar leuk te zijn iemand een bal te ontfutselen. Zo speel je jezelf in de wedstrijd’, zegt hij in VI. Onder Advocaat begint het kwartje inderdaad te vallen, maar pas wanneer John van den Brom in 2014 overneemt bij AZ, voelt hij zich thuis en ontbolstert hij echt. ‘John laat spelers zich op hun gemak voelen. Je hoeft bij hem niet bang te zijn om fouten te maken, je kunt je vrij ontwikkelen. Hij praat met je, gooit een arm om je heen, geeft complimenten op de training, maar is ook duidelijk.’

Steven Berghuis: op en top prof en goudeerlijk.
Steven Berghuis: op en top prof en goudeerlijk.© BELGAIMAGE

Mindset

Met het extra element in zijn spel groeit Berghuis uit tot een topspeler die weet wat er gevraagd wordt aan de top. Maar ook na zijn transfer van AZ naar Watford is het zijn instelling die hem dwarszit. Hij wil nog altijd ‘gewoon lekker voetballen’ en wanneer de trainer hem op links zet in plaats van op zijn geliefde rechterkant en óók nog in een 4-4-2-systeem, kan hij de switch niet maken. Al bij de derde wedstrijd wordt hij niet opgenomen in de selectie en moet hij mee met de reserves, waar hij er tot overmaat van ramp óók naast staat. ‘Wissel bij de wissels. Zat ik daarna wéér niet bij de selectie. Begrijp jij het? Zoveel moeite en geld om me te halen, allerlei plannen voorgehouden en dan dit…’

Hij moet het doen met korte invalbeurten maar het gebrek aan zelfvertrouwen ontneemt het beste uit zijn spel. Ook op trainingen laten ze de speler links liggen en wanneer hij op de trainer besluit af te stappen, wordt hij voor zes maanden verbannen naar de bijvelden. ‘Elk weekend moest ik met twee jongens rondjes rond het veld lopen. Ik mocht wel met het tweede meedoen. Dan verlies je met 5-0 van Crystal Palace U21. Geen trainer en geen assistent langs de lijn. Ik heb echt de bodem geraakt.’

Al na een seizoen neemt Feyenoord hem op huurbasis over; Berghuis is er zelfs bereid flink wat salaris voor in te leveren. Hij wil simpelweg weer aan spelen toekomen. Dat lukt, en hóé. Het is dat jaar dat de club weer eens kampioen wordt, waarna het Berghuis definitief inlijft.

In vier jaar tijd groeit hij in Rotterdam uit tot de speler die hij nu is: technisch nog altijd waanzinnig sterk én iemand met een enorme drive en instelling. Dat laatste was voor Advocaat de reden om hem na die reeks incidenten zijn aanvoerdersband te laten behouden; juist door zijn instelling drijft hij zichzelf en zijn omgeving tot het uiterste, maar blijft hij ook een ongeleid projectiel. ‘Deze speler is zó met zichzelf en het elftal bezig om alles goed te doen, misschien wil hij het soms wel té goed’, zei Advocaat daarover. ‘Hij weet zelf heel goed wat hij verkeerd heeft gedaan.’

Berghuis is zó met zichzelf en het elftal bezig om alles goed te doen, misschien wil hij het soms wel té goed’

Dick Advocaat

Het grote verschil met de jaren voordien, waarin hij steeds net afviel voor de top? Die mindset. ‘Het is allemaal minder vrijblijvend’, zegt hij tegen VI. ‘Als de week begint, ben ik al bezig met de volgende wedstrijd. Daar begin ik op maandag mee.’ In Rotterdam ziet hij ook Dirk Kuijt en Robin van Persie bezig; wat zij over hebben voor hun sport. Ook documentaires over andere sportlegendes, zoals LeBron James en UFC-vechter Conor McGregor, helpen hem daarbij. Zij openen zijn ogen in de manier waarop ze met hun sport omgaan qua voeding, rust en manier van trainen en zelfs in zijn vakanties laat het Berghuis niet meer los. Ook voor hem is topsport een lifestyle geworden. En dat terwijl hij in zijn tijd bij AZ nog doodleuk naar de McDonald’s reed. ‘Je wilt niet weten wat ik deed toen ik in Alkmaar op mezelf woonde, hoe ik leefde en wat ik at…’

De topsportmentaliteit maakt van hem die perfectionist die niet kan lossen. Tot vervelens toe uit hij kritiek over wat beter kan. Ook zijn teamgenoten vragen hem weleens rustiger aan te doen. Hijzelf vindt echter dat ze elkaar best wat harder mogen aanpakken. ‘We hoeven geen vrienden te zijn, we moeten presteren.’

Maar wanneer het niveau in De Kuip keldert, vindt Berghuis zichzelf terug op een kruispunt. Als er een ding is dat hij niet kan verteren dan is het achteruitgang en in die zin is de overstap naar Ajax niet zo gek. Maar juist dat gegeven, dat de Amsterdammers groeiden waar er in Rotterdam vooral bezuinigd moet worden, is misschien nog wel het grootste pijnpunt voor de Feyenoordsupporter. Dat Berghuis, hun publiekslieveling, die weg bewandelt, is extra zout in de toch al open wonde.

Geen een-tegen-eenspeler

In Amsterdam moet Steven Berghuis de concurrentie op de rechterflank aangaan met Antony en David Neres, twee andere types dan de Nederlander, die met zijn fijnbesnaarde linkervoet het liefst naar binnen trekt. Hij is echter geen een-tegen-eenspeler, zei hij eerder tegen Voetbal International. ‘Zo van mannetje aan de lijn opzoeken en dan uitspelen. Tegenstanders zijn zo fit en sterk geworden dat je het anders moet doen. Je staat tegenwoordig niet meer vrij als je je back hebt uitgespeeld. Dat is in mijn ogen ook achterhaald. Ik ben liever in beweging. Naar binnen komen, rondom de spits spelen, schieten, steken, de combinatie zoeken of met een snelle actie komen. Gelukkig is het in het huidige voetbal zo dat de back eroverheen komt en hij de voorzet geeft, terwijl de buitenspeler dan naar binnen kan komen. Zie je Eden Hazard vaak buitenom passeren en de bal vanaf de achterlijn voor geven?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content