Twee weken nadat hij uit het WK gegooid werd wegens bijten, lijkt niets de transfer van de Uruguayaan Luis Suárez naar Barcelona nog in de weg te staan. Vreemd, want Barça kijkt nu al tegen een put van 331 miljoen aan.
Tussen FC Barcelona en Liverpool, de huidige club van Suárez, die na het bijtincident van de aanvaller af wil, zou een transfersom van 82 miljoen zijn afgesproken. De transfer is nog niet officieel, maar er lijkt nog weinig roet in het eten te kunnen gooien. In Barecelona zijn nu al truitjes te koop met Suárez’ naam op de rug. Dat is straf, want de financiële teostand van de Catalaanse topclub ziet er bepaald niet picobello uit.
Beetje winst
Trots presenteerde financieel directeur Javier Faus vorig jaar de financiële cijfers van Barça over seizoen 2012/2013. Het zag er weer zonnig uit voor de club, aangezien er weer een beetje winst werd gemaakt (32 miljoen euro). Het meeste geld verdiende de club aan marketing (172 miljoen euro), media (162 miljoen euro) en aan exploitatie van het stadion (126 miljoen euro).
De grote kosten waren spelerssalarissen (245 miljoen euro), managementkosten (96 miljoen euro) en spelersaankopen (60 miljoen euro) . Daarbij moet worden opgemerkt dat de transferkosten worden gespreid over de contractduur van de speler. Anders zouden de 60 miljoen euro door alleen al de transfer van Neymar veel hoger liggen.
Eurocrisis
Het is goed nieuws dat de Spaanse voetbalclub eindelijk weer winst maakt. Maar de 32 miljoen euro zijn gezien de schuld van 331 miljoen euro een druppel op een hete plaat. Die schuld werd ten opzichte van het voorafgaande jaar maar met 3 miljoen euro verminderd.
Nu is het voor bedrijven op zich niet ongezond om schulden te hebben, maar de aard van de schuld maakt het voor Barcelona gecompliceerd. Met name enkele na de eurocrisis met geld van de belatingsbetaler overeind gehouden banken, waaronder het met staatssteun van het faillissement geredde Bankia, krijgen nog ruim 104 miljoen euro van Barcelona, om van de schuld bij Real Madrid maar te zwijgen.
Blijven kopen
Toen Bankia twee jaar geleden 19 miljard euro te kort kwam, keek het met een pruillip naar de overheid en naar de Europese Unie. Het kwam niet bij de bank op om de schulden bij voetbalclubs als Barcelona, Real Madrid en Valencia op te eisen. Het simpel verkopen van de peperdure spelers, had al direct resultaat kunnen opleveren.
Maar in plaats van te vertrouwen op de jeugdopleiding, iets wat bijvoorbeeld Belgische en Nederlandse clubs noodgedwongen doen, zet ook Barcelona het transferbeleid voort. Naast Suárez werden ook Ivan Rakitic, Marc-André Ter Stegen en de Chileense keeper Claudio Bravo dit seizoen aangetrokken. Daarnaast bereidt de club de bouw van een nieuw stadion voor. Met een schuld van 331 miljoen euro, waarvan een groot deel publiek geld, blijven dat bijzondere keuzes. Vooral nu ook nog een Luis Suárez zijn tanden in het budget komt zetten. (Elsevier/Servaas van der Laan/TV)
