Belg in het buitenland: Mattias Redant (30) is jeugdcoach in Shenzhen

De Oost-Vlaming vertrok in 2017 naar China om er in de academie FC Shenzhen Greenfield voltijds met jeugdvoetbal bezig te kunnen zijn.

1. Hoe ben je in China terechtgekomen?

Mattias Redant: “Tot ik dik twee jaar geleden België verliet om mijn droom te verwezenlijken, was ik werkzaam in het bankwezen en al jarenlang elke dag actief in het jeugdvoetbal bij onder meer Eendracht Aalst en Hans Beeckman van de Belgian Soccer Academy. Ik was al een tijdje op zoek om in het buitenland voltijds jeugdcoach te worden en uiteindelijk kwam er na het behalen van mijn UEFA B-licentie een opportuniteit in China. Toen het project in Shenzhen waarvoor ik initieel was gegaan niet bleek door te gaan, ben ik ter plaatse zelf op zoek gegaan naar een job in het jeugdvoetbalcircuit. Zo ben ik de Nederlander Evert Munnich tegengekomen, de eigenaar van de jeugdacademie FC Shenzhen Greenfield. Na een tweetal trainingen en enkele koffies was hij overtuigd dat ik voor zijn academie een meerwaarde kon betekenen.”

Het is hier doodnormaal dat een ouder meteen na de training in het zicht van iedereen zijn kind de les gaat spellen, met discussies, handgebaren en soms zelfs een duw of een klap erbij.

2. Wat doe je precies bij FC Shenzhen Greenfield?

Mattias Redant: “Ik begon als verantwoordelijke voor de U10, U11 en U12. Na een jaar ben ik voor tien maanden naar Beijing verhuisd om er in een overheidsproject consultant in een districtschool te worden en daar lokale coaches bij te scholen en structuur te brengen in het voetbalprogramma van de school. Na die opdracht besloot ik omwille van de zwangerschap van mijn vrouw en de slechte luchtkwaliteit in Beijing terug te keren naar FC Shenzhen Greenfield. Naast het veldwerk vervul ik in de uitbouw van de club nu ook meer een rol als consultant/business developer.”

3. Hoe is het om Chinese jeugdspelers op te leiden?

Mattias Redant: “Vergeleken met Europa is het een wereld van verschil. De Chinese president wil in 2050 het WK winnen en het laatste decennium wordt er gigantisch veel geld in het voetbal gepompt. Samen met de enorme competitiviteit van de Chinese samenleving creëert deze ambitie een erg toxisch milieu voor kinderen. Het moeilijkste voor ons is het managen van de ouders. Die hebben enorm hoge verwachtingen en eisen. Het is hier bijvoorbeeld doodnormaal dat een ouder meteen na de training in het zicht van iedereen zijn kind de les gaat spellen, met discussies, handgebaren en soms zelfs een duw of een klap erbij. Uiteraard kunnen we dat niet toestaan en daar trachten we dan gepast op te reageren. Gecombineerd met de taalbarrière maken zulke zaken het niet eenvoudig om hier als buitenlandse coach te aarden. Het vraagt een grote aanpassing van jezelf. Je komt in een leerproces terecht waarin je balans moet zien te vinden: hoe pak je Chinese kinderen aan en hoe ga je om met een ouder die elke beweging van je volgt? Je moet ook constant inspelen op hun competitiviteit en manieren vinden om dat te integreren. Dat de ouders hier tot 1200 euro per jaarhelft betalen om hun kind te laten voetballen, exclusief trips en toernooien, zorgt voor extra druk van de ouders. Daar gaan we diplomatisch mee om. Maar heel soms gebeurt het ook dat we van ouders afscheid moeten nemen omwille van eindeloze bemoeienissen of onaanvaardbaar gedrag.

“Er heerst in het Chinese jeugdvoetbal wat wij noemen een ‘schietcultuur’. Zelfs van bij de aftrap wordt vaak al in één tijd naar doel gepoeierd door de sterkste van het team. Dat begint al bij U7 en U8. Heel weinig ploegen trachten echt te voetballen. Er worden grote, snelle en sterke spelers geselecteerd, omdat winnen het enige is wat telt voor 99 procent van de ploegen. Het is hier niet abnormaal dat een schoolteam 16 spelers meeneemt voor een 8V8-wedstrijd en dat er uiteindelijk maar 8 of 9 spelen. Het veelvuldig gebruik van de lange bal is hier een heilig middel om de wedstrijd te winnen. Maar bij FC Shenzhen Greenfield doen we het anders: opbouw van achteren uit en technisch verfijnde spelers opleiden, gaat bij ons boven het winnen van wedstrijden of eender welk ander doel. Dat we in twee jaar tijd zijn uitgegroeid van een club met een 80-tal leden naar één met zo’n 180 leden danken we aan de reputatie die we op dat vlak al opbouwden.” ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content